Gisteren werd bekend dat de pluimveesector de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit onnodig paniek zaaien verwijt. De NVWA, die min of meer exact een jaar geleden besloot dat mosselen en oesters uit de oostelijke Oosterschelde niet verkocht mochten worden, omdat er tetrodotoxine in zat, een gif waar je ziek van kunt worden als je meer dan tachtig bakken mosselen eet, heeft dit jaar besloten dat eieren besmet met het verboden pesticide fipronil niet gegeten mogen worden, en sofort uit de handel genomen dienen te worden.
Heel Nederland keek in de afgelopen dagen angstig in haar koelkasten. Via social media deelden brave medelanders op uiterst serieuze toon, dat ze daadwerkelijke eieren des doods gevonden hadden. Kortom, paniek alom in het Pavlov vergif-circus, en wat waren we weer blij met onze NVWA. Alleen de pluimveesector niet. Want die maakt forse verliezen. Hoe terecht is dat?
Fipronil, het gif du jour in onze favoriete ontbijtsnack, is een stofje dat ecologen de wenkbrauwen doet fronsen. Fipronil pakt specifiek de zenuweindjes van insecten aan en is daarom erg giftig voor ze. Lage concentraties kunnen hele bijenpopulaties doen instorten. De stof is dan ook terecht verboden als pesticide (lees: verboden om in het wilde weg mee in het rond te sproeien in de vrije natuur). Maar, zoals we weten door honden en chocolade, is “gif” geen universeel begrip. Wat voor het ene dier giftig is, is voor het andere misschien wel een lekkernij.
Paracelsus leerde ons een half millennium geleden al dat gif niet bestaat. Alles is giftig, als je maar genoeg binnenkrijgt: Sola dosis facit venenum. Drink 40 glazen water en je bent dood. Als je kraanwater analyseert met de nieuwste technieken, schrik je je een hoedje. Je treft uiterst lage hoeveelheden aan van allerlei ongerechtigheden. Pesticiden, parabenen, noem maar op. Maar is dat erg? Nee. Onder bepaalde concentraties, is “gifstof” niet meer relevant voor ons lichaam. “Zoetwater” is een misleidende term. Het zit vol met zouten. Kijk maar eens op het etiket van een fles mineraalwater. “Echt zoet water”, waar alle zout uit is verwijderd, heet gedestilleerd water en is giftig. Het trekt de zouten uit je lijf. Met andere woorden: ons lichaam bepaalt, wat giftig is en wat niet. Vraag maar aan gifslangen, die hebben er miljoenen jaren aan liggen prutsen.
Hoogleraar voedingsleer Martijn Katan rekende op Facebook voor, aan de hand van een aantal fipronil-zelfmoordpogingen in Sri Lanka, (Mohamed, F. et al, 2004) dat je met het fipronil-equivalent van tien miljoen eieren in je mik weliswaar even in de lappenmand bent, maar na twee tot vier dagen ziekenhuis gezond weer naar huis gaat. De vraag is natuurlijk of die Sri-Lankanen gezonde kinderen hebben, maar zijn punt lijkt me duidelijk.
Het domme feit dat duizenden kippen vlijtig al die fipronil-eieren aan het leggen waren, na het eten van voer met pesticide, vertelt je ook iets. Of denk aan de miljoenen katten en honden, die een paar keer per jaar een pipetje Frontline in de nek krijgen, dat duizenden keren zoveel fipronil bevat als de eieren die de NVWA tot gif heeft gebombardeerd. Die lopen ook nog steeds vrolijk rond.
Wat dat Frontline betreft: ik heb naar dierproeven gezocht, waarin de maximale giftige dosis van het vlooienmiddel bepaald is. Ik vond deze technische factsheet voor dierenartsen, waaruit blijkt dat de fipronil LD-50, de dodelijke dosis voor de helft van een populatie, 97 milligram per kilogram is voor ratten en 640 milligram per kilogram voor honden. Nee, ik wil inderdaad ook niet weten hoe die LD-50 voor honden bepaald is. Maar goed, de gegevens tonen aan; dat hoe groter het zoogdier, des te minder giftig fipronil is. De LD-50 voor mensen ligt dus waarschijnlijk lager dan die voor honden. Laten we toch even uitgaan van de honden LD-50. Als lichaamsgewichtondergrens wordt vaak iemand van 55 kilo genomen in dit soort sommetjes. Zo’n persoon zou 35.200 milligram fipronil in moeten nemen om eraan te overlijden. Dat komt neer op meer dan 500 doses Frontline, oraal ingenomen.
Hoeveel fipronil zit er precies in de beruchte eieren? Uitgaand van deze gegevens van voedsellaboratorium EuroFins, en even voor de veiligheid een maximale waarde van 0.99 mg/kg fipronil per ei en een zwaar ei van 73 gram aannemend, komt ik op een maximale vervuiling met het verboden pesticide van 0.072 mg, 72 microgram dus.
Stel nu, je bent een mager persoon van vijfenvijftig kilo en je besluit à la die vieze film La Grande Bouffe jezelf dood te eten aan giftige eieren. Om aan de benodigde 35 gram te komen, moet je rond de 480.000 grote eieren met 72 µg fipronil eten. Tegen die tijd ben je natuurlijk allang overleden aan een overdosis eieren.
Iemand vertelde me op twitter dat ze met de kinderen pannenkoeken had gegeten van fipronil-eieren. Ze vroeg zich af of ze zich zorgen moest maken. Ik vertelde haar, dat de gebruikelijke veiligheidsfactor die voor gifstoffen in de voedingsmiddelenindustrie gebruikt wordt, 30 is. Dat houdt in, dat voor kinderen, zieken en bejaarden 16.000 fipronil-eieren echt het maximum is. Met het gebruikelijke recept van twee eieren per tien pannenkoeken, komt dat neer op 80.000 pannenkoeken.
Kortom, de fipronil-eieren waar de NVWA ons voor waarschuwt zijn volkomen veilig, de pluimveesector heeft groot gelijk, en Paracelsus draait zich om in zijn graf. De techniek schrijdt voort. We kunnen steeds lager waarden van allerlei stoffen meten, met steeds verfijndere methodieken. De NVWA lijkt te denken dat dit betekent, dat er steeds meer gif is. Onzin natuurlijk. Onze voedselveiligheidswaakhond slaat aan op spoken.