Wel eens met trassie gekookt? Of stok- danwel klipvis bereid? Pens, misschien? Of gefrituurd in een gewone pan in plaats van een friteuse? Zelfs de geur van een roti-vulling blijft dágen hangen in meubels, tapijt en gordijnen. En in de benauwde Amsterdamse woningbouw vermoedelijk ook in die van de buren.
Niet meer dan goed naoberschap dus om al te kruidige gerechten niet of zelden thuis te koken, en om dit ook van eventuele huurders te vragen. (“Jamaar spruitjes of boerenkool dan?” Ruik je wel ja, maar raampje open en het is weg, dat is toch echt een ander verhaal dan zwaar gekruide gerechten.) Een verhuurder stelt dan ook als voorwaarde dat er niet urenlang met veel kruiden gekookt mag worden in zijn eigendom. Het verzoek is om een ‘westerse’ kookstijl aan te houden.
Enfin, dat MAG dus helemaal niet, zelf bepalen wat de regels zijn in JOUW eigendom. Niet roken, geen huisdieren, dat is heel normaal. Verzoeken om geen al te heftige geuren te produceren is echter meteen een soort van hate crime, getuige een hitserig stukje van de NOS en de komkommer-ophef van verveelde virtue signallers. (Adverteerders om te bellen op? Powned-relletje alweer uitgewoond? Wilders’ poezen hebben niet meer getwitterd?)
Lekker elitair lachen om vermeend ‘geurtjes in het portiek’-racisme. Wij gunnen zulke mensen buren die fan zijn van de Indiase, Surinaamse, Portugese (bacalhau!) of een anderszins heerlijk smakende doch sterk riekende keuken. En hup verhuurder: uw huis, uw regels. Dat zouden meer mensen (en overheden) moeten doen.