Wat een pret! Groepen en individuen door heel Nederland rollen bijkans over elkaar heen in hun pogingen elkaar te overtuigen van hun goedheid, hun scherpzinnigheid, hun gevoel voor ethiek, en natuurlijk van hun waarheid. Waar sommigen zich bedienen van al dan niet wetenschappelijk of historisch onderbouwde uitspraken, heffen anderen de botte bijl en gebruiken termen als “Kopvoddentaks” of “Oiropeanen”..
Allemaal hebben ze natuurlijk gelijk, niet alleen in hun eigen ogen maar ook in die van hun volgers. En ook deze volgers laten van zich horen. Soms alleen bescheiden in eigen kring, op het werk, in de familie, op school, of bij de borrel op de sportclub. Anderen gaan groepsgewijs de straat op, genietend van elkaars aanwezigheid, zwaaiend met vaandels van enorme afmetingen en soms zelfs gekleed in een uniforme kenmerkende kleur. Niet alleen in ons land vindt men landgenoten die hun mening op deze manier kenbaar maken; ook in vele landen om ons heen van Frankrijk tot in Spanje, van Duitsland tot Engeland: in alle landen, binnen of buiten de Europese gemeenschap, lopen de bewoners te hoop.
Niet alleen de oorspronkelijke bewoners overigens. De vele gasten uit alle windstreken die zij de laatste 20 jaar hebben opgenomen hebben ook het recht van demonstratie ontdekt.
Zelfs als zij in het land van hun oorsprong hun leven niet zeker waren wanneer zij hun persoonlijke mening uitten, schromen zij – eenmaal bewoner van Europa! – niet om massaal de straten en pleinen te vullen met spreekkoren, tromgeroffel en zwaaiende banieren. Spandoeken meezeulend met politiek of religieus getinte eisen, gericht tot de regering van hun land van oorsprong of – vaker nog – hun huidige land van verblijf.
Actie roept reactie op, zegt het spreekwoord. En dus vinden demonstranten tegen-demonstranten op hun weg, worden ingezonden artikelen scherp bekritiseerd door tegenstanders en is menig televisieprogramma gevuld met hartstochtelijke betogen vol gelijk.
En terwijl iedereen elkaar de maat neemt, met de vinger naar de ander wijst en zeker weet dat de ander links of rechts is, racistisch of antifascistisch, belachelijk of opportunistisch is, wetenschappelijk volstrekt niet onderbouwde onzin verkoopt of juist huilie huilie doet is het zicht op de realiteit al lang door het gekrakeel ondergesneeuwd.
Welke realiteit? De realiteit dat wij in Europa gewend zijn aan het debat als communicatievorm. Het waren wel is waar de oude Grieken die het tot een kunst verhieven, maar de Joodse cultuur heeft het debat als leefwijze duizenden jaren bewaard. Juist daar, iedere zaterdag in de synagoge en de daaraan verbonden Leerhuizen, werd het elkaar met woorden kunnen bestrijden in de kennis van de historie en de diverse filosofieën van de vele uiteenlopende leermeesters beoefend als een wekelijkse wedstrijd.
De deelnemers, van 13 tot 91, wachtte het respect van hun omgeving en niet zelden roem als (Wets-)geleerde tot ver daarbuiten; en natuurlijk de aandacht van de familie van de bij zo’n man behorende huwelijkskandidate.
In landen buiten Europa gold – en geldt vaak nog steeds – een volstrekt andere realiteit. Daar was en is de stem van de vader, de stamoudste, de prefect, gouverneur, Koning of president de enige juiste stem. Na de tweede wereldoorlog – nog pas 72 jaar of te wel 1 generatie geleden! – is de politieke samenstelling in de landen in de Maghreb of op het Afrikaanse continent soms wel meer of minder ontwikkeld naar het Europese model.
Maar dat zegt dan nog vaak maar heel weinig over de sociale structuren zodra men de rol van de religie daarbij betrekt. Dan blijkt de maatschappelijke ruimte voor debat en anders denken vaak ernstig beperkt te zijn en wordt ook de mogelijkheid om informatie die de gangbare normen ter discussie stelt of tegen spreekt, eveneens ernstig beperkt of zelfs verboden te vergaren.
Terwijl wij in ons koele noorden vrolijk bezig zijn elkaar de maat te nemen ontgaat het ons volledig dat sommige van onze medebewoners met warmere wortels ons al lang gewogen, en niet zelden aanzienlijk te licht hebben bevonden. In hun ogen is het aanbieden van de andere wang niets minder dan absurd; en het zoeken naar dialoog met falende leerlingen of burgers een bewijs van zwakte. Even verwerpelijk als onze verfoeilijke losse moraal en zeden, waartegen zij hun vrouwen en kinderen naar hun mening op enig moment pertinent zullen moeten gaan beschermen.
Zo blij als we tot nu toe hebben gedanst rondom de Meipaal van de Vrije Meningsuiting, zo geschrokken zullen we dan waarschijnlijk reageren. Maar dan is het te laat. Te lang hebben we dan al gevonden dat het “toch moet kunnen”, dat wij toch niet zo “koloniaal”, “imperialistisch” of “calvinistisch” moeten zijn, maar de ander in zijn “Zo-zijn“ moeten accepteren.
Of de Sharia spoedig ingevoerd zal worden in heel Europa lijkt mij niet waarschijnlijk, maar dat dit in delen ervan het geval zal zijn wel. Kijk maar eens wat er in sommige wijken in sommige steden van ons land en in die van de ons omringende landen al is gebeurd. Weet u zeker dat u als fris geschoren blanke man of hedendaags geklede vrouw daar nog ‘s avonds naar de juiste weg wilt zoeken?
Betekent dit nou dat we een “adder aan ons borst gekoesterd hebben “, of een “Vijfde Colonne” hebben binnengehaald? Nee, niet op die manier.
De mensen uit de andere landen die hier hun toevlucht zijn komen zoeken hebben over het algemeen geen kwade bedoelingen. Natuurlijk zullen er ook onder hen zijn die onfrisse doelen op de agenda hadden, niets menselijks is enig mens vreemd. Maar van het overgrote deel van alle mensen uit alle windstreken die zich een plek hebben veroverd of willen veroveren in onze multiculturele samenleving kan men niet zeggen dat zij verkeerd zijn, onbetrouwbaar of vijandig.
Integendeel, hun toegevoegde waarde in onze levens en in die van de landen ons heen is evident: in de cultuur, de literatuur, het onderwijs, de keuken en uiteraard het straatbeeld brengen zij letterlijk kleur en meer variatie. Dat is de onomstotelijke werkelijkheid.
Een even zo onomstotelijke werkelijkheid echter is het feit dat velen van hen leven met verwachtingen, normen, gewoontes, tradities en waarden die soms niet minder dan lijnrecht tegen die van ons in gaan.
Daarin zit – even onomstotelijk – een risico, een grond voor gevaar voor de vrede tussen de diverse bewoners van de Europese landen onderling en elkaar; om het gevaar dat andere landen zich daar ook nog in gaan mengen nog maar niet te doen te noemen. Alleen al in het afgelopen jaar hadden wij ministers van landen buiten Europa die meenden er goed aan te doen hun oorspronkelijke volksgenoten toe te spreken.
Het is beslist niet de aanwezigheid van zo veel groepen van zo veel verschillende mensen die het risico vormen. Het zijn de aanwezige grote verschillen van denken, van referentiekader en van culturele en religieuze achtergrond die een zeer explosief mengsel vormen voor botsingen tussen de verschillende bewonersgroepen, autochtoon en allochtoon, blank en niet-blank, fundamentalistisch en vrijdenkend. En daarmee met de kans op een burgeroorlog tussen de nationale groepen, dwars over de internationale staatsgrenzen heen.
Om de aanwezige tegenstellingen te kunnen omsmeden tot een algemeen gedeelde mens- en maatschappijvisie met behoud van de eigen cultuur, waarden en normen binnen de vrije democratische staten van Europa zijn regeringsleiders en maatschappelijke krachten nodig die de wijsheid van Salomo koppelen aan de kracht van Hercules. Laat eenieder die zich in dat profiel herkent per ommegaande solliciteren.