Gisteren ging NTR Kwesties over de vraag of er een numerus fixus zou moeten worden ingesteld voor zogeheten ‘pretstudies’; studies die geen realistisch perspectief bieden op een baan. Annabel Nanninga schreef een column over de kwestie. Haitske van de Linde deed als stagebegeleider van MBO’ers een schokkende ontdekking: ook daar worden hordes kinderen opgeleid voor werkzaamheden waar niemand op zit te wachten.
We betalen er met z’n allen flink voor, dus onze opleidingen moeten meer zijn dan bezigheidstherapie. Een diploma moet meer betekenis hebben dan een briefje van goed gedrag waarmee iemand aantoont een aantal jaren op een ‘kenniscentrum’ te hebben vertoefd. Maar bovenal moet een opleiding meer bieden dan nutteloze vaardigheden voor een niet (meer) bestaand beroep.
Als zelfstandig ondernemer heb ik een aantal stagiairs begeleid, onder meer van de opleiding MBO-administratie. Het maakte niet uit dat ik geen administratiekantoor had, want ‘voor veel van deze leerlingen is op tijd komen al een hele opgave’, zo werd mij verteld door de beoordelaar van stageaccreditaties.
Zo’n mededeling is natuurlijk op zichzelf al een veeg teken, maar de echte schok kwam toen de eerste stagiairs zich meldden. Het bleken veelal kinderen met een flinke sociale en soms ook culturele achterstand. Zij zaten formeel in het laatste jaar van hun opleiding, maar een brief tikken in foutloos Nederlands zat er niet in. Laat staan dat ze bijvoorbeeld een adressenlijst in Excel konden omzetten naar etiketten in Word.
Gelukkig voor hen behoorde dit soort zaken ook niet tot de eindopdrachten. Die bestonden namelijk enkel en alleen uit ‘het verwerken van inkomende en uitgaande post’. En ‘het invoeren van gegevens in een geautomatiseerd systeem’. Geen grap.
Rond deze ‘werkzaamheden’ bleek de hele opleiding gebouwd. Aan deze *kuch* vaardigheden waren diverse competenties opgehangen en er was een duimdikke syllabus met ingewikkelde schema’s en formulieren opgesteld. De leerlingen moesten een POP schrijven (een persoonlijk ontwikkelingsplan) en een PAP (een persoonlijk actieplan), waarin ze uiteenzetten hoe zij zich al deze competenties gingen verwerven en tot slot werd er ook nog ‘zelfreflectie’ van ze verwacht.
Ja, u leest het goed. We hebben het nog steeds over ‘het verwerken van post’… Over waar de postzegel hoort en hoe je een adresetiket moet invullen. Over hoe je vervolgens de binnengekomen post verspreidt binnen de organisatie. Joehoe, 1950 belt en wil graag z’n opleidingen terug. En ook van het ‘invullen van gegevens in een geautomatiseerd systeem’ moet u zich overigens niet teveel voorstellen. Dat gaat over het bijwerken van een adreslijst bijvoorbeeld.
Laten we even eerlijk zijn: als het verwerken van post en het invoeren van gegevens werkelijk het uiterste van je talenten vraagt, wat moet je dan in vredesnaam met competenties, ontwikkelingsplannen en een reflectieverslag? Het is dan ook geen wonder dat in de praktijk het niveau van al deze protocollaire poeha om te huilen is. Als er maar wat ingevuld wordt, dan is het al gauw goed. En iedereen doet met elkaar alsof het echt ergens over gaat.
Aan het eind van elke stage kwam er een docent een dagdeel in de praktijk kijken hoe het ging. Of de postzegels wel goed geplakt werden. Hoe ze een pakketbezorger te woord zouden staan.
Nogmaals: dit is (helaas) geen grap.
Het ergste vind ik nog wel dat die kinderen door al het gePOP en gePAP het idee krijgen dat ze met iets ‘heel serieus’ bezig zijn. Hun verwachtingen zijn torenhoog. Als zij van school komen, dan verwachten ze toch heus een salaris van 2500 euro netto – inclusief een auto van de zaak. Mijn reactie dat ze toch maar beter met de helft daarvan rekening kunnen houden leidt tot schampere opmerkingen dat ze daar echt hun bed niet voor uit gaan komen. En ze geloven het ook niet. Ze doen toch een hele serieuze opleiding met allerlei ingewikkelde formulieren die ze af moeten vinken en in moeten vullen?
Het is misdadig om deze jongeren zo voor de gek te houden. Het zijn de kleren van de Keizer. Hou op met mensen opleiden voor werk dat niet alleen niet meer bestaat, maar waar ook geen werkgever zoveel geld aan uit wil geven. Met alle respect, maar op welke plek de postzegel hoort en hoe je een brief adresseert, dat is algemene ontwikkeling die thuishoort op het basisonderwijs. Dat mag toch niet de ruggengraat zijn van een beroepsopleiding?
Zorg dat jongeren iets leren waar ze wat aan hebben. De postkamers van deze wereld houden op te bestaan, terwijl het nog wel even duurt voor een robot bij mij de wc ontstopt. Je moet als ouder honderd keer liever willen dat je kind loodgieter wordt, dan verdwijnen in de moeilijke-gevallen-container die MBO-administratie heet.