Dieren zijn niet gebaat bij vergelijkingen met de Holocaust. Het erbij halen van de Shoah is onjuist, leidt af van waar het werkelijk om gaat en zet aan tot geweld. Het is populair om in overtreffende trappen te preken bij sociale bewegingen om door middel van vergelijkingen te shockeren. Ieder middel is gelegitimeerd om het einddoel – de verlossing van dieren – te bereiken. Geweld staat om de hoek in strijd tegen het kwaad. Je ziet het steeds vaker. Vegans die een strijd aangaan met een ieder die niet 100 % plantaardig eet.
Een aantal voorbeelden, drie voorgangers voor dierenrechten kiezen wegen van intolerantie en creëren zo tweespalt in de samenleving. Een plantaardige morele schone elite en de grote groep van misbruikers van dieren, te weten carnivoren, flexitariers, vegetariërs en flexinisten. Wie een koekje met ei als onderdeel eet is een praktiserende massamoordenaar. Het is gevaarlijke propaganda, zet aan tot haat en kan leiden tot geweld. Op social media worden de extreme voorgangers vereerd en zie je bij sommige groepen enorme woede.
Filosoof Floris van den Berg zegt zonder blikken of blozen op The Post Online en in zijn boeken “je bent nu eenmaal immoreel (of een immoreel monster) als je blijft participeren in de dierenholocaust.” Vormen van geweld tegen de uitbuiting van dieren vindt hij moreel te rechtvaardigen, mits het proportionaliteitsbeginsel in acht wordt genomen.
Hoogleraar psychologie Roos Vonk betoogt in NRC dat we leven “in een tijd van een grootschalige industriële holocaust”. Zij komt tot de conclusie dat niemand kan zeggen “Wir haben es nicht gewusst“. En Marianne Thieme, de fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, meldt ons via Joop en andere kanalen dat zij en haar partij het pleidooi tot verzoening, saamhorigheid en samenwerking afwijzen.
Thieme fulmineert verder “juist omdat het één voor twaalf is en het echt anders moet, breekt de Partij voor de Dieren met het vanzelfsprekende compromisme dat al zo lang de Nederlandse politiek tot een gezelschapsspel voor bonentellers en technocraten maakt”.
Nou zijn van den Berg, Vonk en Thieme bevlogen idealisten en geen haatpredikers an sich maar zij presenteren zich wel als elite-vegans. De Plantaardige Übermensch die hoger aangeschreven is dan de 95 % van de mensheid die monsters zijn.
Zo komen er rare gedachten in mensen hun hoofd en zetten zij onbewust aan tot geweld en verdeeldheid. De compassie-imams van de orthodoxe vegankerk weten niet wat ze doen. Terwijl er een groeiende aanhang is die zelfs niets moet weten van organisaties als Wakker Dier en de Dierenbescherming omdat deze niet ver genoeg zouden gaan. Zo zien we een intolerante groene alt vegan-niche ontstaan binnen de grotere realistische idealistische sociale beweging die dierenwelzijnsverbeteringen wil en rechten voor dieren uitdraagt.
De Wet van de Groene Alt-Vegan bestaat uit drie onderdelen: mensen die leed produceren of consumeren zijn immorele monsters, de exploitatie van dieren is te vergelijken met de Holocaust en er mogen geen compromissen komen. Want welzijn van dieren verbeteren is fout omdat het systeem van houden van dieren zelf fout is. Het is alles of niets. Het grote gevaar is dat er meer dan slechts een enkele loner opstaat die zich gerechtvaardigd voelt om wapens op te nemen tegen de Holocaust van dieren en de fascistische immorele monsters compromisloos een kogel door hoofden schiet als vlees-jagers.
Want als je de veehouderij met de Holocaust vergelijkt dan zijn boeren, supermarktdirecteuren, vleesleveranciers etcetera Nazi’s en is ieder consument op zijn minst de wegkijkende NSB-er of Nazisympathisant. De immorele monsters compromisloos aanpakken, is dat de weg van compassie? Als je namelijk een etiket van een monster krijgt is het te rechtvaardigen om in de vorm van verzet met alle middelen het nazi-monster te verslaan want compromissen sluiten is niet aan de orde. Met Hitler en zijn trawanten samenwerken doen we niet.
Ik chargeer niet, het zijn de consequenties van de inconsequente preken met het wegzetten van mensen als monsters, het zien van weer een Holocaust en en het weigeren om samen te werken.
In 2001 waarschuwde ik in een landelijke krant dat er slachtoffers zouden vallen. Een jaar later lag een politicus dood op een mediaterrein omdat een dierenactivist vond dat hij het recht in eigen hand nam. Het is tijd om weer te waarschuwen.
Om twee redenen. Dat het immense leed van dieren moet stoppen en dat de verharding binnen een deel van de beweging een verkeerde gevaarlijke weg is. Er is een verschil tussen pressie, protest en lobby met burgerlijke ongehoorzaamheden in creatieve campagnes en het starten van een bevrijdingsstrijd met oorlogstaal en dito vergelijkingen.
Want wat is er wel aan de hand in de intensieve veehouderij en bij ander gebruik van dieren?
Natuurlijk is de intensieve industrie te vergelijken met een systeem van arbeids-concentratiekampen. En de meeste mensen hebben het wel geweten en weten het. Het is een misdaad tegen het dierenrijk en tegen het individuele dier. In de betekenis van het massaal opsluiten van dieren als arbeidskrachten, een soort van werkslaven, het uitbuiten en doden van wezens die gevoel hebben, pijn, stress en angst ervaren. De omstandigheden zijn inhumaan en leiden tot verruwing en afstomping. De doelen zijn vaak niet fundamenteel voor belangen van mensen en er zijn alternatieven.
Dieren zijn verworden tot productiemiddelen die op ‘effectieve en efficiënte ‘ wijze worden gehouden en gedood. Ook binnen andere nutssectoren – gezin, vermaak , wetenschap en natuur -is het dier een ding. Er is sprake van speciesisme. Discriminatie op basis van soort. Zij kunnen hun soort eigen gedrag niet voldoende uitvoeren en worden uitgebuit. Het dier is nog steeds een object en tot een goed gemaakt waar mensen gevoelloos en afgestompt mee omgaan, waar ook sadistische handelingen door ontstaan. Je kunt zonder schroom een vergelijking trekken met inhumane concentratie- en werkkampen. Ogen mogen worden geopend.
Er is dan ook een meerderheid in het parlement, een maatschappelijk debat, innovatie bij bedrijven en samenwerking bij dierenbelangenorganisaties met marktpartijen voor nodig om het geweld tegen dieren substantieel te verminderen en uiteindelijk hopelijk ooit te beëindigen. Er is veel te zeggen, binnen links, rechts, progressief en conservatief gedachtegoed om anders met dieren om te gaan.
De term Holocaust is echter een onjuiste vergelijking omdat dit een zeer specifieke vorm is van genocide. Het gaat om het uitroeien van de Joden. de totale vernietiging. Ook is er geen sprake van een holocaust (met een kleine h) in de veehouderij, een brandoffer aan God. Het is makkelijk, geeft geen inhoudelijke discussie, doet weinigen de ogen openen maar leidt wel tot applaus bij een niche en tot morele zelfbevlekking. We noemen de massaslachtingen op dieren in de veehouderij ook niet Herero and Nama genocide of Holodomor of Selk’nam genocide. Omdat het nonsens is en historisch onjuist.
Mensen kiezen binnen hun idealen soms de verkeerde wegen. De strijd in jezelf voor het goede kan dan eindigen met verkeerde besluiten.
Een schitterend onderdeel van het soefisme is de Jihad an Nafs. De strijd van de ziel. Het gevecht tegen de eigen slechte gewoontes, daden en denken. De innerlijke strijd tegen verleidingen. Bijvoorbeeld van het eten van vlees.
Na de innerlijke strijd stel ik vast dat je kunt kiezen voor het zijn van de zen-monnik, de verleider, de activist en de strijder (jihadist). Kiezen voor individuele rust en compassie, anderen veranderen door flirtend te laten zien wat goede handelingen zijn, legale actie voor politieke, juridische – en beleidsverandering of de uiterlijke strijd met wapens gedreven door haat (de externe jihad). Zo ook bij dierenleed.
In de strijd tegen dierenleed – waarbij de morele gemeenschap een sociaal construct is – kunnen rechtenactivisten beter kiezen voor het veranderen van eigen consumptiegedrag, legale acties voor welzijnsverbeteringen, abolitie van misbruik en redelijke acties die burgerlijk ongehoorzaam kunnen zijn. Bezinning bij diermisbruikers en creativiteit bij activisten om tot een nieuw sociaal contract te komen in een samenleving waar we uitgaan van de intrinsieke waarde van het dier dat recht heeft op soorteigen gedrag en vrij van pijn, stres en angst.
De jaarlijkse moordpartijen op miljarden dieren door individueel, geïnstitutionaliseerd, cultureel, wetenschappelijk en religieus geweld vragen om verstandige strategieën die tot verbeteringen leiden waar dikwijls compromissen voor nodig zijn. Het dier leeft in massa-kampen maar laten we niet iedereen – op de vegans zelf na – tot nazi’s maken. Dieren hebben niets aan alleen moreel geschreeuw, ze hebben iets aan een nieuw sociaal contract waardoor hun lijden afneemt of verdwijnt. Partijen als CDA, VVD en SGP moeten stoppen met het tolereren van systemen die dieren geweld aandoen en niches binnen de dierenrechtenbeweging moeten geen klonen maken van nieuwe moordenaars. De andere partijen, D66, PvdA, PVV, FvD, Groenlinks, SP, Denk, CU en 50plus zouden dierenthema’s eens minder moeten overlaten aan slechts een enkele partij.
Mag de discussie daarom terug naar de basis?
Voor welke doelen mogen dieren worden gehouden en onder welke voorwaarden, gezien de intrinsieke waarde en integriteit die ook andere dieren hebben? Zo’n debat is zinvol. Met mensen, organisaties en politici die in samenwerking compromissen willen sluiten. Want een vlees-burgeroorlog gaat de dieren niet redden.
Er is wel een meerderheid die een andere kijk op dieren wil. Daar is politieke dialoog en maatschappelijke samenwerking voor nodig. Zonder grote woordenstrijd van zelf verklaarde heiligen.
Ik eet trouwens plantaardig. Maar ben ooit blijkbaar een monster geweest.