De peiling van deze week is gelijk aan die van vorige week.
Evenals bijna 1 jaar geleden hebben we aan kiezers gevraagd of ze zich zorgen maken over hun financiële toekomst. (pdf) Dat was 45 procent en is nu 40 procent.
Er is een groot verschil tussen kiezers van de verschillende partijen. Bij kiezers van VVD en D66 maakt circa 20 procent zich zorgen. Bij de kiezers van PVV, SP en 50PLUS is dat rond de 65 procent.
De stijging van VVD en D66 van ongeveer 12 zetels tussen september 2016 en de verkiezingen en de daling van 14 zetels van PVV en 50PLUS in die periode lijkt een samenhang te vertonen met het feit dat de Nederlandse kiezers zich sinds september 2016 minder zorgen maken over hun financiële toekomst. Juist omdat de huidige vier formerende partijen samen maar 76 zetels hebben behaald in maart jl. lijkt die verbetering van de economie gezorgd heeft voor die meerderheid op 15 maart jl.
Sinds eind juni hebben de 4 formerende partijen samen de 75 zetels niet meer aangetikt. (Nu staan ze op 71 zetels).
Van de kiezers van de vier partijen die nu aan het formeren zijn, geeft 25 procent aan zich zorgen te maken over hun financiële toekomst. Bij de kiezers van de partijen die dan de oppositie gaan vormen is dat 54 procent.