‘Boe!’, zei Sid Lukkassen en gans Nederland viel van de kruk. ‘Voilà, fascisme!’, zongen linkse kelen in verdachte eendracht. Ziedaar een rasechte vertegenwoordiger van de conspiratieve persuasie, gebrouwen in een biervat van vreemdelingenvrees, die onder het mom van intellectuele waarachtigheid allerlei heimelijke antisemitische sentimenten tot uitdrukking brengt.
Triggered! Want leer mij de complotten kennen! Als jarenlange inzender voor Alex Jones heb ik van de weeromstuit een zintuig aangekweekt dat mij in staat stelt aan de hand van een half woord een verondersteld complot te ontwaren, ontleden en, geannoteerd en wel, van de nodige duiding te voorzien. Het is een vloek kan ik u melden, waar ik soms nachten van wakker lig.
Nu mag ik de afwezigheid van dit zintuig bij de criticasters van Lukkassen, voor zover er al sprake is van enige inhoudelijke kritiek, niet euvel duiden, maar je mag toch in elk geval een rudimentair register van historisch feitenmateriaal veronderstellen bij de partner in debat en, als het niet te veel gevraagd is, een zekere mate van intellectuele dapperheid die zich op iets meer verlaat dan de knee jerk-reactie, want hoe wil men toekomen aan ideeën en stellingen, laat staan een min of meer inhoudelijk gevoerd debat, als men zich niet eens los kan maken van het baggeren in beschuldigingen?
Ja, ook rechts maakt zich zo nu en dan schuldig aan gedachteloosheid- en neen: de guurlinkse consensus is geen vrucht geboren uit een of ander eng-duister neomarxistisch complot. Het is veel erger dan dat! Een niet uit berekening maar domheid geboren denkpose die als enige uitgangspunt lijkt te hebben het de medelinksekerkgenoten ter wille te zijn, met veronachtzaming van het scherpst van de snede. Hierbij blijft men veelal hangen in de gelaten glimlach, de zwaarwichtige frons, en andere blijken van intellectuele impotentie die ik zou willen scharen onder de noemer gebarendebat, dat wil zeggen het debat dat zich tooit in haar veren, maar de intellectuele dapperheid mist die nodig is om verder te geraken dan het uitsluitend schudden van het hoofd.
Het is vrij eenvoudig voor een ieder die de basisschool met goed gevolg heeft volbracht: men hoeft geen buitenissig complotdenken te veronderstellen bij de tegenstander om hem ideologisch tegen de grond te werken. En trouwens: wás het maar ideologische geïnspireerd! Daar kun je tenminste nog mee uit de voeten. De grenzeloze inhoudsloosheid linkerzijds, waarbij bovenal de afwezigheid van humor in het oog springt, is niet het gevolg van een onderling overeengekomen afspraak, maar lijkt vooral het gevolg van een diep ingesleten lakeiachtige lafheid die geen ander doel dient dan het in stand houden van een ongeschreven maar des te sterker gevoelde consensus van opinie. Een kwalijk staaltje ideeënarmoede met andere woorden die haar toevlucht bij gebrek aan historische analyse zoekt tot de historische vergelijking. En dan is Hitler natuurlijk nooit ver af.
Het is een tragische iets eigenlijk, dit onvermogen om te debatteren op inhoud. Niet tragisch voor de voor- of tegenstanders van welk idee dan ook, maar voor het debat zelf, dat immers gebaat is bij het intellectuele open vizier, niet de dichtgeslagen lamellen van misplaatste verongelijktheid, waarin wij- opnieuw- niet zozeer een guurlinks complot ontwaren als wel de laf-calvinistische inborst die nooit te beroerd is om het nationale debat te verzuren.