Op het einde van het presidentschap van Barack Obama stonden de rassenrelaties in de Verenigde Staten op een dieptepunt. De belofte van het historisch feit van de verkiezing van de eerste zwarte president werd niet waargemaakt. Hoe komt het dat zulk een gewichtige gebeurtenis de mensen niet heeft verenigd? Wat kunnen we hiervan leren voor de Europese situatie?
Vóór de verkiezing van Obama, in 2008, vond 66 procent van de Amerikanen, zwarten inbegrepen, de rassenrelaties ‘over het algemeen goed’. In 2015 vond 60 procent de rassenrelaties ‘over het algemeen slecht’. In 2012 maakte 31 procent van de zwarten zich zorgen over de rassenrelaties. In 2017 was dit gestegen tot 50 procent.
Dit is een vreemde verschuiving. De economie is hersteld. De werkloosheid fors verlaagd. Nooit eerder waren er zoveel zwarte gouverneurs, senatoren en congresleden. Ook is het aantal interraciale huwelijken toegenomen.
Volgens de opiniepeilers heeft Obama de Amerikanen verdeeld door ras en etniciteit voortdurend op de voorgrond te plaatsen in beleidsplannen, door justitie te vragen toleranter te zijn tegenover zwarten, door voorkeursbehandeling van zwarten bij de toelating tot hoger onderwijs te bepleiten, door sociale woningen te bouwen voor zwarten in wijken die voor blanken van de middenklasse te duur zijn, door in zijn speeches voortdurend terug te komen op de rassenkwestie, door voorbarig commentaar te geven bij geweld van politie op zwarten, commentaar die hij later nogal zuinigjes terugtrok.
Ook heeft Obama Organizing for Action (OFA) opgericht om zijn erfenis voort te zetten. OFA heeft 10.000 leden die jongeren trainingen geven in activisme en straatdemonstraties. Het zijn deze jongeren die de vrijheid van meningsuiting op sommige universiteiten onmogelijk hebben gemaakt.
Obama had bij al zijn acties om op te komen voor de zwarten geen oog voor de echte oorzaken van de problemen bij de zwarten: te veel vaders die het gezin verlaten, een lage of gebrekkige opleiding, te veel criminaliteit en te afhankelijk zijn van bijstand. Onder Obama was er geen economische vooruitgang bij de zwarten en bij de blanken uit de midden- en lagere klasse, ondanks de positieve ontwikkeling van de economie. Ook bij de blanken is er veel armoede en wanhoop, wat wordt bevestigd door het verhoudingsgewijs hoger aantal sterfgevallen door alcohol, druggebruik en zelfmoord. Voor miljoenen Amerikaanse blanken geldt in elk geval het ‘white privilege‘ niet.
Obama had het evenwel niet makkelijk. De Republikeinen boden bitter weerstand. De verdeeldheid werd nog versterkt door twijfel te zaaien over zijn geboorteplaats, door de Tea Party en door de weinig respectvolle manier waarbij Obama soms werd behandeld. In plaats van respect voor de eerste zwarte president in de geschiedenis, werd Obama voorgesteld als een indringer die niet hoort bij de Amerikaanse traditie.
We kunnen ons afvragen of het probleem van de rassenrelaties niet zozeer bij het volk ligt, dan wel bij de politici. Hierboven werd al gemeld dat het aantal interraciale huwelijken toeneemt. Ook zijn er soms spontane oproepen tot verzoening. In Charleston vroeg de familie van het slachtoffer te bidden voor de ziel van de moordenaar. Ook is in de Verenigde Staten, in vergelijking met niet-westerse landen, enorme vooruitgang geboekt in tolerantie en in het bieden van kansen aan minderheden.
De politici, van eender welke partij, doen te weinig om de nationale eenheid te bevorderen. In plaats van verdeeldheid te zaaien is het beter met klem op te roepen om trots te zijn over de identiteit en de nadruk te leggen op wat het volk verenigt.
Welke lessen kunnen wij hieruit trekken voor Europa? Een groot verschil is dat de zwarten in de Verenigde Staten er al drie eeuwen zijn. In Europa is de immigratie van niet-blanken pas sinds een halve eeuw begonnen. De Amerikaanse zwarten waren oorspronkelijk slaven. Immigranten in Europa komen uit voormalige kolonies. Ondanks deze verschillen lijkt het evident dat positieve acties voor een minderheidsgroep averechts werken. Positieve discriminatie is ook discriminatie. Antiracisme waarbij de ene groep de schuld krijgt van het onrecht eeuwen geleden aangedaan aan een andere groep is ook racisme!
Obama zal natuurlijk nooit de bedoeling gehad hebben om mensen te verdelen. Hij heeft echter wel meer verdeeldheid gezaaid dan ooit te voren. Meer dan alle vorige blanke presidenten. Ik vrees dan ook dat elk beleid en elke actie die zich richten op de rechten van één bepaalde groep, door de andere groep geïnterpreteerd was als ten koste van hun rechten. Wie actie voert tegen Zwarte Piet, pakt een dierbare traditie van anderen af.
Niets is hier meer toepasselijkker dan het gezegde: ‘De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen’. Is er dan een beter alternatief? Binnen dit kort bestek is het niet mogelijk uitgebreid in te gaan op mogelijke oplossingen. Ik beperk mij tot een oproep aan Antifa en andere antiracistische actiegroepen. Acties ‘tegen’ spelen extreem-rechts in de kaart. Acties ‘voor’ dragen bij aan de positieve beeldvorming over minderheidsgroepen.
Bijvoorbeeld: help Marokkaanse jongeren om van het criminele pad te blijven, door huiswerkbegeleiding en door hen ’s ochtends thuis op te halen om spijbelen te voorkomen. Draag bij aan de integratie van asielzoekers en andere immigranten door hen de taal te leren en door hen te wijzen op gedrag dat hier wordt gewaardeerd. We gaan er toch van uit dat immigranten dezelfde mogelijkheden en talenten hebben als wij?