In het zojuist verschenen boek Erdogan, perceptie, reflectie en analyse buigen verschillende auteurs zich zorgelijk over de recente ontwikkelingen in Turkije. Ook de militaire kaart krijgt daarbij aandacht.
De Amerikaanse diplomaten wiens ‘cabels’ vanuit Turkije naar Washington uitlekten wisten het zeker: Erdogan is megalomaan. Het State Department kreeg handige instructies hoe de langtenige Turkse leider het beste behandeld kon worden bij een bezoek aan de VS. Samengevat kwam het advies er ongeveer op neer dat de rode loper niet lang genoeg kon zijn.
Turkije hunkert naar internationale erkenning, maar als een onzekere nieuwkomer slaat het met deuren. De pubertijd zou geen probleem zijn, ware het niet dat Erdogan inmiddels een tijger berijdt waarvan hij niet meer kan afstappen. Het gevolg is groeiende spanningen in Turkije en een steeds problematischer relatie met het Westen. Ondertussen bouwt Turkije voort aan de nieuwe geopolitieke positie en speelt de militaire kaart daarbij een steeds belangrijker rol.
Confucius, ‘s werelds eerste filosoof en politiek raadgever wiens ideeën tot in detail zijn nagelaten, putte vaak uit het verleden voor de duiding van grote helden. De Chinezen gaven daarbij hun leiders een bijnaam, die vaak meer zei dan de officiële naam, zoals bij vorst Wen (‘de beschaafde’) en vorst Woe (‘de krijger’). Erdogan had de geschiedenis in kunnen gaan als ‘de hervormer’, of ‘de samenbrenger’, ‘de verbinder’ tussen arm en rijk, tussen religieus en seculier, tussen Turkije en Europa.
De vraag is, zeker na de couppoging, hoe de geschiedenis nu over hem zal gaan oordelen. Want van een open samenleving verandert Turkije razendsnel in een gesloten samenleving, waar pers en tv gecensureerd worden, familiebanden en partij-afhankelijkheid de economie en politieke macht bewaken, en de trias politica wordt afgeserveerd. Daarbij hebben de arrestaties en ontslaggolven inmiddels een dimensie aangenomen die een ordinaire dictatuur niet zouden misstaan.
Ook het islamisme krijgt ruimte, waar Erdogan steeds meer de kruising lijkt te worden tussen een religieuze fanaat en een gevaarlijke imperialist. Deze beide componenten zijn van belang als we kijken naar de rol van ‘das Militär‘ binnen Turkije. Turkije staat immers direct aan het front van grote verschuivingen in het Midden-Oosten, is tevens de toegangspoort tot Europa en Midden-Azië en leeft in wisselende betrekkingen met de grote Russische buur.
Het stemt niet optimistisch als men een bik werpt op een Turks internetforum als Hababam.nl. Het is er oorlog. Oorlog tegen ‘de blanke racisten, de lynchers’. De opper-kop van jut is, zoals bij alle verongelijkten op deze aarde, de Verenigde Staten. Het ressentiment gaat verder terug dan de dagen van ‘Tricky Trump’ en de woede van veel deelnemers aan de discussies identificeert zich met een ieder die ooit in de geschiedenis ten prooi is gevallen aan ‘het blanke ras’. Het is simpelweg omgekeerd racisme. De VS zou vooral uit zijn op het ‘afknallen’ van ‘zwarten’ (terminologie gebezigd op de site) als het moderne lynchen of in brandsteken van zwarten zoals vroeger en deze verontwaardiging wordt zonder omhaal doorgetrokken tot de Sinterklaas- en Zwarte Piet-discussie in Nederland.
Ook Obama kan geen goed doen, en wordt neergezet als een ‘huisslaaf’. Daarnaast ziet men op dit Turkse forum een over-identificatie met al het moslimleed op wereld, waarbij Hindoes aangeduid worden als ‘achterlijke koeienaanbidders’ en verantwoordelijk worden gehouden voor genocide op moslims.
Verklaringen voor het ‘wereldcomplot tegen de islam’ zijn er ook volop; het is de schuld van vrijmetselarij, het ‘ultieme westers platform’, waarachter de ‘wereldmacht’ schuil gaat. Vervolgens worden de wereldleiders in lijn gezet met de nazi’s, want ook Hitler zou een ‘gevaarlijke vrijmetselaar’ zijn geweest. Als bewijs wordt een foto gepubliceerd met ‘geheime handdruk’ tussen Hitler en Reichsführer-SS Heinrich Himmler. Volgens sommigen gaat de Ak-partij zelfs nog niet ver genoeg en zou deze inmiddels ook onder invloed staan van de Nieuwe Wereldorde.
Deze radicale wereldbeelden worden begrijpelijker als men in ogenschouw nam wat Erdogan zelf over de wereldpolitiek te zeggen heeft. In zijn conflict met de Europese Unie strooide hij onbekommerd met nazi-vergelijkingen op een manier waaraan Berlusconi nog een puntje kan zuigen en moest ook Nederland het ontgelden. In maart 2017 noemde Erdogan Nederland een ‘overblijfsel van het nazisme’ en ‘fascistisch’. Dit alles na de rel rond het intrekken van het landingsrecht van de Minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu, die de Neder-Turken wilde toespreken voor het referendum in Turkije waardoor de macht van Erdogan zou worden uitgebreid. Cavusoglu deed hierop zelf nog een duit in het zakje door het ‘spoedige begin van godsdienstoorlogen in Europa’ te voorspellen.
De voodoo-history maakt opgang. David Aaronovitch constateerde de opgang van de conspiracy in de moderne politiek al weer heel wat jaren geleden. Turkije lijkt in de greep te komen van dit verschijnsel. In zevenmijlslaarzen zou het proces als volgt geduid kunnen worden:
Het modernisme bracht Turkije voorspoed en economische groei, democratisering, meer welvaart. De vernieuwing bracht ook de (westerse) consumptiemaatschappij dichterbij, westerse waarden, de interactie met Europa werd groter. Turkije kwam voor een keuze te staan, bij wie hoort het? het Midden-Oosten, Azië of Europa? De nieuwe ontwikkelingen, altijd gepaard gaand met onzekerheden en veranderingen, riep ook weerstand op. Juist door democratisering kregen onmondige groepen meer macht. De reflex was, zoals meestal in de geschiedenis bij (te) snelle veranderingen, ‘reactionair’’ De behoudend krachten putten altijd uit de geschiedenis, het verleden. Turkije kon bogen op een roemrijk verleden en honderden jaren voortrekkersrol in de regio. Er was een vruchtbare akker waarop gezaaid kon worden. Nationalisme was het vuur dat ontstoken werd. Ook daar kwam weer een reactie op. De toenemende navelstaarderij die gepaard ging met het nationale riep isolatie op, onbegrip, verwijdering van Europa, en uiteindelijk ondemocratisering met de putschpoging en vooral de reactie daarop als een nieuwe ‘Nacht van de Lange Messen’ als voorlopig dieptepunt.
De Duitse inlichtingendiensten hebben inmiddels aangegeven dat de Gülenbeweging niets met de putsch van doen had, maar de sporen zijn in Ankara al uitgezet. De putsch was nuttig voor de gestaalde weg naar de macht. Ondertussen wentelde Turkije zich in de slachtofferrol, klaagde het over onbegrip en sloeg het pad in van de ‘Alleingang‘. Hoe eigenzinnig en wereldvreemd deze inmiddels is werd duidelijk toen de lijfwachten van Erdogan in mei 2017 in de VS lustig op demonstranten los timmerden. Erdogan keek hierbij toe. In toenemende mate lijkt Turkije zich niets meer aan te trekken van wat het Westen denkt of vindt. Een gevaarlijke route.
Hoe bedrijf je geopolitiek op deze wijze? Allereerst de huidige situatie: het Midden-Oosten is de afgelopen decennia sterk gedestabiliseerd. Over de oorzaak zijn veel boeken geschreven. Er wordt gewezen op de uiteindelijk weinig effectieve westerse invasies in Irak en de regio in 1991 en 2003, die weliswaar dictator Saddam Hoessein ten val brachten, maar de vrede niet konden brengen. In veel opzichten was de bipolaire situatie daarvoor, dat meer deed denken aan de overzichtelijke Koude Oorlog, een minder chaotisch gevaar voor de wereld dan de uitkomst na het ingrijpen.
Tussen 2007 en 2008 vond er een snelle radicalisering plaats waarin het machtsvacuüm, dat zich uitbreidde tot in Syrië, werd opgevuld door aan Al Qaida en ISIS gerelateerde krachten. In de nasleep ontstond ook de burgeroorlog in Jemen. Los van het westerse ingrijpen jegens Saddam Hoessein zijn er ook diepere en oudere oorzaken aanwijsbaar. Er is sowieso een jojo-achtige beweging kenbaar in islamitisch fundamentalisme, dat om de zoveel tijd de kop weer opsteekt. De langetermijngevolgen van de Russische nederlaag in Afghanistan, zal ook een rol gespeeld hebben. De jihadisten hadden hun waarde bewezen en ook grootmachten konden in de knie gedwongen worden.
Wat de krachten bond was vaak het ressentiment tegen het Westen, dat als een rode draad door de regio loopt. De islam is een trotse godsdienst, in zichzelf gekeerd en met de neiging tot navelstaarderij. De aversie tegen de afhankelijkheid van het Westen, en het besef niet meer de rol van oudsher te spelen, zit diep in het DNA van deze wereld. Het knaagt en wroet en zoekt een uitweg. Het Turkije van Erdogan positioneert zich in de Arabische wereld steeds meer als de leidende factor in het geheel, al is zij niet zonder concurrenten.
Om de machtsrol te kunnen blijven spelen is Turkije ook afhankelijk van haar militaire kracht. De Turkse strijdkrachten zijn een formidabele strijdmacht. Turkije is een demografisch groot land, met meer dan 80 miljoen inwoners, met jaarlijks een lichting van bijna 1,4 miljoen jongemannen waaruit geput kan worden. De acute omvang van de strijdkrachten bedraagt meer dan 400.000 soldaten, met nog eens bijna 200.000 man in snel opvoerbare reserve.
Om een indruk te krijgen van het mogelijke Turkse militaire potentieel is het goed stil te staan bij het idee dat Turkije over meer dan 35 miljoen mannen beschikt die ‘fit for service‘ zijn, zoals militair analisten dat betitelen. Zij beschikken over zeer forse landstrijdkrachten, waaronder 2445 tanks, 7550 AFV’s (Armored Fighting Verhicles, zeg maar pantserwagens), meer dan 1000 stuks mobiel geschut en nog eens bijna 700 door voertuigen getrokken kanonnen. Ook het raketwapen is behoorlijke uitgebreid en bestaat uit meer dan 800 Multiple-Launch Rocket Systemen (MLRS), wat de moderne variant is van het bekende Stalinorgel uit de Tweede Wereldoorlog. Ook de luchtmacht is indrukwekkend, met meer dan 1000 toestellen en 455 helikopters. De marine beperkt zich tot relatief kleine schepen, waaronder 16 fregatten en 12 onderzeeërs. In totaal 194 schepen.
Met bovenstaande cijfers en een groeiend defensiebudget mag Turkije zich rekenen tot de top-10 van sterkste militaire mogendheden. Volgens internationale specialisten zou Turkije de achtste plaats innemen op de wereldranglijst. Een interessante ontwikkeling is dat de Turkse defensie-industrie de afgelopen decennia sterk gegroeid is. Aanvankelijk waren de Turken vooral bouwers in licentie, maar dat is veranderd. Turkije heeft een eigen groeiende defensie-industrie en de export van wapens groeide tussen 2009 en 2016 van iets onder de 1 miljard dollar per jaar naar 1,6 miljard dollar op jaarbasis. Volgens het Sipri zijn de Turken hiermee de 17de wapenexporteur ter wereld geworden. De Turken proberen zich wat betreft hun wapenindustrie te positioneren tussen de relatief dure leveranciers, zoals het Westen, Israël en de Russen en de goedkope leveranciers, met name de Chinezen. Met leveranties aan bijvoorbeeld Oman en Pakistan krijgt Turkije hierbij langzaam een poot aan de grond.
In een uitgebreide brochure, met de minister van Defensie prominent in het binnenwerk, wordt het wapentuig aan de wereldmarkt aangeboden. In de plannen van Erdogan moet Turkije in 2023 zelfvoorzienend zijn met betrekking tot de defensie. De afgelopen jaren is de afhankelijkheid van militaire import al teruggegaan van 80% naar 40%. De onafhankelijkheid van juist de westerse partners is meermaals door het regeringsbeleid onderstreept, dat tevens stelde dat de gegeven veiligheidssituatie in de regio de ambities relevant maakte. Volgens kenners is deze opmars nog slechts het begin. Er staan de ontwikkelingen van drones op stapel, een eigen helikopter, en zelfs een vliegdekschip(!). Met de Milchem heeft Turkije recentelijk een eigen grote oorlogsbodem het licht doen zien. Ook de landmacht heeft hard gewerkt aan de ontwikkeling van eigen wapentuig, zoals de Altay, een tank, die in 2007 op de tekentafel lag, in 2010 rijdend prototype was en sinds 2013 inzetbaar. Tevens dienen er geüpgraded Leopardtanks in het Turkse leger. Eigen pantserwagens zijn er via de ACV 15, 19 en Lawc-T, die geroemd worden om hun mijnenbestendigheid.
Deze cijfers en gegevens laten zien dat er een machtsverschuiving in de wereld gaande is. Nieuwe speler zijn opgestaan. Dit heeft alles te maken met de bereidheid om te investeren in ‘das Militär’. Zo schroefde Saoedi-Arabië zijn defensiebudget op tot 13,7% van het bruto-nationaal product en besteedde met 87 miljard dollar op jaarbasis maar 1 miljard minder dan het grote Rusland. (5,4% van het bnp). Ruimschoots bovenaan blijven de VS met meer dan 700 miljard (711 miljard in 2011) en een defensiebudget van 4,6% van het bnp. Ter vergelijking: de gemiddelde lidstaat van de EU geeft 1,3% van het BNP uit aan defensie. In deze nieuwe pikorde speelt Turkije z’n deuntje mee. Maar de werkelijkheid is weerbarstiger dan de cijfers.
Van oudsher steunde het militaire apparaat politiek gezien op de Kemalisten, Erdogans politieke opposanten. Hierdoor is er sprake van een onnatuurlijk bondgenootschap. De verschillende bloedgroepen gaan maar moeilijk samen. Zuiveringspolitiek was Erdogans antwoord, waarmee hij zich in een beruchte traditie plaatste. De zuiveringen van het Tsaristische leger ter opbouw van het Rode Leger in de Sovjet-Unie zijn een berucht voorbeeld.
Zo bloederig ging Erdogan niet te werk. Het Turkse leger werd gezuiverd via publieke schandalen, geheime camera’s (die bijvoorbeeld de dochter van een generaal op compromitterende wijze filmde) chantage en andere tactieken. Erdogan speelde onder andere de ‘puriteinse kaart’ (seksuele chantage) met ‘name and shame’. Het was de tactiek die nazi-Duitsland volgde (de Blomberg- en Von Fritsch-affaire – prostitutie en vermeende homoseksualiteit) in de jaren dertig. In andere gevallen werd ook gewezen op vermeende couppogingen van het leger, dit gebeurde in 2012 en 2013 al. Zo verdween in een Borgia-achtige operettespel de vrijwel de gehele top van de Turkse marine achter de tralies.
Onder het mom van de ‘triomf van de democratie’ werd ook de landmacht aangepakt. Veel generaals, waaronder de stafchef van het leger, IIker Basbug, die als ‘hoeder van de seculiere islam’ werd gezien, moesten van het toneel verdwijnen. Na de laatste ‘Gülen-putsch’ is ook het luchtmacht-bolwerk geslecht. Het gevolg is dat Turkije 350 piloten kwijtraakte door zuiveringen. Met man en macht probeert men deze aderlating van geoefend personeel nu te ondervangen. Commerciële piloten worden geronseld voor de luchtmacht. Hoewel Ankara een optimistische toon aanslaat over de kracht van de eigen luchtmacht moest de opperbevelhebber van de luchtstrijdkrachten, generaal Abidin Unal, toch toegeven dat het Turkije twee jaar zou kosten het gat te dichten. Gezien het feit dat Unal op de lijn Erdogan zit mogen we er van uit gaan dat dit nog het positieve scenario is. Stonden in 2013 al meer dan 300 hoge officieren voor het gerecht, de toestand is nu dus nog veel zorgelijker. Erdogans leger is gezuiverd maar tegelijkertijd onthoofd.
Ambities en werkelijkheid staan hierdoor met elkaar op gespannen voet. Erdogan liet in een toespraak weten dat de belangensfeer van Turkije zich uitstrekte van Jeruzalem tot Sarajevo (!), maar in het veld heeft het tot nu toe de vorming van Koerdische ‘randstaten’ aan de grenzen niet kunnen voorkomen. Evenmin heeft men Washington ervan kunnen overtuigen liever met de Turken de strijd tegen ISIS te voeren dan met de Koerden.
Het Westen loopt eigenlijk met een boog om Turkije heen. Als NAVO-partner blijft Turkije belangrijk en een samenwerking met het oog op de vluchtelingencrisis is noodzakelijk. Daarbij is Turkije gewoon simpelweg een belangrijke landbrug tussen verschillende strategische regio’s. Maar van harte gaat het allemaal niet meer. Daar staat tegenover dat Erdogans gezwollen nationalistische retoriek en politiek islamisme nog niet voorzien is van een voor Ankara goed doorknede betrouwbare troepenmacht. Het Turkse leger is een reus om lemen voeten.
Op de grond in Syrië nemen de spanningen ondertussen toe. In april 2017 kwam het tot Turkse bombardementen op stellingen van de YPG. De Koerdische Democratic Council of Syria liet bij monde van de vrouwelijke co-president Ilham Ahmed weten dat de YPG ten onrechte als een verlengstuk van de PKK werd gezien door Ankara en dat er ook geen vijandelijkheden tegen Turkije verricht werden vanuit Syrisch gebied.
Hier doet de oude splijtzwam Turkije versus de Koerden zich weer voelen. In de dagen van Assad werden de Koerden vaak gebruikt als drukmiddel op Ankara en kon de PKK zich in Syrië verschuilen. De Koerden, veelal in de diaspora, waren voor de criminele clan rond de Assad-familie goede bondgenoten voor allerhande smokkelroutes door de wereld. Wapens en drugs waren hun belangrijkste inkomsten hierbij. Het wantrouwen van Ankara is begrijpelijk. Anderzijds hebben de koerden zich waardevolle strijders getoond die wel tegen ISIS opgewassen waren en waren zij plooibaar in hun samenwerking met de VS en het Westen. Daar waar het Westen en Europa steeds meer teleurgesteld raakten in Erdogan, ontwikkelde zich in noord-Irak en Syrië hoopvolle initiatieven tot een meer westers georiënteerd Koerdisch gebied.
Er lopen veel scenario’s door elkaar op de slagvelden van het machtsvacuüm in Irak en Syrië. Erdogan versimpelde de zaak door Washington in februari dit jaar te vragen te kiezen tussen de Koerden of Turkije. Washington draait tot nu toe om de hete brij heen. Enerzijds hebben de Koerden nog veel politieke tegenstand te overwinnen voor hun de facto nieuwe staatjes, en werden ze bij de ‘vredesbesprekingen’ in Geneve genegeerd en niet uitgenodigd, anderzijds zit er zo’n 1.000 man Amerikaans personeel in het gebied van Noord-Syrië die de troepen van de Democratic Council of Syria, grotendeels bestaande uit de YPG en wat arabische milities, steunt.
Dit bestaat allemaal naast de andere grotere blokken:
De Turkse aanwezigheid in Noord-Syrië is inmiddels als militaire operatie –’Schild van de Eufraat’- officieel op 29 maart 2017 afgesloten. Daarmee heeft Ankara in elk geval een streep in het zand getrokken met betrekking tot de ‘wildgroei’ van het Koerdisch gecontroleerde grensgebied. Ook voorkwam men dat het Koerdisch gebied ten Oosten en ten Westen van het binnengevallen gebied aaneen zou groeien. In theorie werd de operatie ook gedragen door het Vrije Syrische leger, maar hun gevechtskracht bleek uiterst bepekt. Daarbij steunden deze eenheden zwaar op Syrische vrijwilligers van Turkmeense afkomst. De Turken spelen graag een islamitische voortrekkersrol maar vertegenwoordigen in de praktijk vooral zichzelf. De gebieden die nu bezet worden door het Turkse leger zijn grotendeels ook door Turkmenen bevolkt. Hoewel er tegen ISIS werd gevochten was de operatie -zoals ook de naam al aangaf- in feite vooral tegen de Koerden gericht.
Net als alle andere partijen zit Turkije nu ‘opgesloten’ in het Syrische dilemma. Het wegvallen van de oude structuren in de regio heeft tot een letterlijk vacuüm geleid dat zich niet eenvoudig laat opvullen. Daarbij heeft het naast het recente probleem een veel oudere maar even dodelijke twist tussen sjiieten en soennieten ernstig aangewakkerd. In praktijk is op dit moment Jemen het dodelijkste slagveld. In die zin dient deze oorlog de agenda van ISIS. De golfstaten en Turkije hebben gemeen dat zij de sjiieten meer haten dan ISIS, maar onderling elkaar de hoofdrol niet gunnen.
De oorlog in Syrië is een oorlog van verliezers. De enig partijen die tot nu toe gewonnen hebben zijn ISIS, door de oprichting van het kalifaat, en de Koerden die zeggenschap over regio’s kregen. Assad won vooral door niet te verliezen. Voor de Turken ziet de situatie er onduidelijker uit. Hun ambities kunnen niet gestaafd worden in het veld. Het leger is onthoofd en men steunt louter op eigen machtsbasis en kent weinig support. Atatürk zei het al: “De Turken hebben geen vrienden op deze wereld”. En zo voelen zij het ook. Erdogan wil daarom vanuit eigen kracht handelen. De wind zal hem in de zeilen blazen zolang de economie draait, maar dat staat haaks op zijn isolationisme en de ‘Alleingang‘ die hij heeft ingezet.
Te vrezen valt dat de wereld het proces Erdogan moet uitzweten, zoals ook de oorlog in Syrië door uitputting gedempt zal worden. Onder Trump is het aantal bombardementen van de VS sterk opgelopen, maar die zullen uiteindelijk niet beslissend zijn. Ook onfrisse en ondoorzichtige allianties zullen doorgaan. De relaties tussen het Westen en Turkije en bepaalde radicale islamitische groepen zullen nog lang onderdeel van speculatie zijn en voer voor historici.
Hoe zat het met de illegale oliehandel vanuit Syrië naar Turkije, de duizenden tankwagens die op en neer reden? Het was door Russische militair ingrijpen dat de wereld erachter kwam. Waarom waren deze lijnen -de financiële slagader van ISIS -nimmer gebombardeerd? De vingerwijzing ging naar Ankara dat goudgeld verdiende met deze ‘lifeline‘ van ISIS, maar het fijne is er nog niet van bekend. Zoals elke oorlog stinkt ook deze.
In de rook van de kruitdampen droomt Ankara verder van zijn eigen rol in de regio. Maar er is geen draagvlak voor een succesvolle ‘Alleingang‘ buiten de eigen Turkse grenzen. Wat overblijft is de gijzeling van het eigen volk – tot in Europa aan toe. Ondanks Erdogans snoeiharde referendumcampagne voor uitbreidingen van de presidentiële macht stemde bijna 50 procent tegen. Dat geeft hoop, de Europese vonk in het hart van Turkije is nog niet gedoofd.