Allerlei problemen, maatregelen en geldbedragen. Op Prinsjesdag laten de troontrede en miljoenennota dat weer op ons los. Maar dat is allemaal iniemieniepolitiek. Want de komende jaren staan we voor drie allesbepalende uitdagingen op het gebied van immigratie, Europa en het klimaat. Het zijn de ‘historische scharnierpunten’ naar onze vooruitgang of verval. Na decennialang doormodderen zijn doorbraken in beleid hiervoor hard nodig.
Zo is een stevige aanpak van het immigratieprobleem van groter belang dan bijvoorbeeld miezemuizen over een afgeraffelde ‘voltooid leven’-wet. Want door burgeroorlogen, hongersnoden en politiek extremisme in Afrika en het Midden-Oosten blijven miljoenen mensen op de vlucht. Dit zeker gezien de bevolkingsexplosie in Afrika: volgens VN-cijfers van nu 1.200 miljoen mensen naar in 2050 bijna 2 miljard.
Onze verzorgingsstaat ontploft als we maar veel vluchtelingen blijven toelaten. Daarnaast is van het integratiebeleid van de afgelopen decennia weinig terecht gekomen. Samen met de vele tienduizenden nieuwe Nederlanders van het afgelopen jaar dreigen we zo echt af te stevenen op een multicultureel drama.
Bovendien wordt Afrika niet beter van een exodus van jongemannen. Zoals een Afrikaanse vrouw nu al zegt: ‘Zij zitten daar zonder werk en wij zitten hier zonder hulp!’
Dit verlangt een nieuwe slimme aanpak van ontwikkelingshulp, asielbeleid en integratie. Niet met emotionele politiek als een loopgravenstrijd om ideologie. Maar met een rationele en creatieve benadering gericht op een win-winsituatie voor zowel Europa als Afrika.
Bij een succesvolle aanpak van de immigratiedruk kan de Europese Unie een sleutelrol spelen. Juist hier moet het stevig mee aan de slag met een grote dosis pragmatisme. Terwijl het allerlei andere onnodige randzaakjes aan de lidstaten zelf moet overlaten. Want pas als het Europese project het goed doet op haar kerntaken kan het weer wat kleur krijgen.
Zo ook met het grensoverschrijdende klimaatprobleem. Als de leiders van de EU daarbij hun hoofd koel houden staan we juist aan de vooravond van een nieuwe EU-cyclus. De EU kan zich ermee heruitvinden door de huidige gedachtenleegte om te vormen tot een inspirerende beleidsmachine gericht op groene economische groei. Het kan de Unie als een Europa 2.0 weer laten landen in de positieve creativiteitsfase zoals in de eerste jaren van de Europese samenwerking.
We moeten de weg inslaan naar een ‘groene’ eeuw waarin de overheid de richting aangeeft.
Want de temperatuur maar op laten lopen is geen optie. Anders raakt het beschadigde ecosysteem de kwaliteit van ons bestaan in het hart. We moeten de weg inslaan naar een ‘groene’ eeuw waarin de overheid de richting aangeeft. Door als overheid hiervoor kennisprogramma’s op te zetten, innovatieve kennis te verspreiden en dingen te doen die momenteel helemaal niet worden gedaan.
Immers: internet, gps en de touchscreen zijn ooit door de overheid gefinancierd en zorgde voor de golf waarop de iPhone kon surfen. Het verlangt innovatiepolitiek op Europees, landelijk én lokaal niveau waarmee een boost aan financiën en ondernemerslust vrijkomt voor start-ups en nieuwe technologie.
Alle drie de uitdagingen vragen om leiderschap en ambachtelijk politiek handwerk. Het is voor premier Rutte dé kans om de staatsman te worden die aan deze agenda gestalte gaf. Dit in de geest van Thorbecke die zei: ‘Ieder tijdvak heeft zijn eigen beginsel van beweging, laat men dat slapen, dan ontstaat in het volgende tijdvak verwarring van beweging.’
Maar in wezen hoort elke politicus een onberispelijke staatsman te zijn. Een ware volksvertegenwoordiger luistert niet alleen naar u en ziet u zorgen, maar vertelt u ook dé waarheid en wat zo gedaan ‘moet’ worden.
Na de pracht en praal van Prinsjesdag daarom mijn oproep aan het nieuwe kabinet en alle politici: blijf de koe niet vervelend bij de uier kietelen, maar ga de koe nu eens echt bij de horens vatten!