Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft terecht geweigerd om een nieuwe Haagse middelbare school voor islamitisch en hindoeïstisch onderwijs te bekostigen. De aanvrager heeft niet aangetoond voldoende leerlingen voor de nieuwe school te zullen krijgen, oordeelt de Raad van State (RvS).
Stichting De Ozonlaag had de minister om gelden gevraagd voor een nieuwe scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs in Den Haag, op islamitische én hindoeïstische grondslag.
Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak “kan bij een combinatie van verschillende levensbeschouwelijke of religieuze richtingen niet klakkeloos worden volstaan met een optelsom van het leerlingenpotentieel van elke afzonderlijke richting”, zoals de stichting heeft gedaan. Ook is volgens de uitspraak de combinatie van islamitische en hindoeïstische geloofsrichtingen niet terug te vinden in het curriculum en werkt deze evenmin op andere terreinen van het maatschappelijk leven door.
In het oordeel stelt de RvS verder dat er geen maatschappelijk draagvlak is voor de nieuwe school. De Hindoeraad Nederland en de Vereniging Islamitische Schoolbesturen Organisatie hebben zich er kritisch over uitgelaten.
Voorzitter, bestuurslid en penningmeester van Stichting De Ozonlaag is Soner Atasoy, hij is ook de man achter de omstreden Amsterdamse islamschool die wél open mag. Hij besloot voor zijn Haagse initiatief om een combinatie van een islamitische én hindoeïstische school aan te vragen. Een slimme truc omdat het potentiële aantal van alleen islamitische leerlingen te laag was. De school deed twaalf aanvragen voor een islamitische school gecombineerd met onder meer katholiek, protestants-christelijk, gereformeerd en hindoeïstisch onderwijs. Dekker concludeert hieruit dat de stichting koste wat kost een islamitische school wil vestigen.
De RvS oordeelde deze zomer dat de Stichting Islamitisch Onderwijs, ook van Atasoy, wel een school kan beginnen in Amsterdam. Dit was tegen het zere been van Dekker, die weinig vertrouwen zei te hebben in het bestuur van de school en te vrezen dat deze de leerlingen van de maatschappij laat afkeren.
(ANP/TPO)