In de Duitse parlementsverkiezingen van zondag is de sociaaldemocratische SPD (Sozialdemokratische Partei Deutschlands) op een dieptepunt beland. De partij heeft volgens exitpolls net iets meer dan 20 procent van de stemmen gehaald, de laagste score ooit. De Duitse sociaaldemocraten zijn niet de enigen in Europa die hun linkse aanhang zien verdampen.
In Nederland was eerder dit jaar de PvdA de grote verliezer van de parlementsverkiezingen. De partij kreeg nog maar 5,7 procent van stemmen.
De Franse socialisten kunnen daar van meepraten. Zij waren gewend de politiek te domineren, maar in juni verloren ze 250 van de 280 zetels die ze in de Nationale Vergadering (Franse Tweede Kamer) hadden. Het was geen verrassing, want de socialistische presidentskandidaat Benoît Hamon was twee maanden eerder al weggestemd in de presidentsverkiezingen. Hij kreeg in de eerste ronde slechts 6,4 procent.
Dit percentage is vrijwel gelijk aan het percentage stemmen dat de Griekse socialisten van de partij Pasok in 2015 behaalden. De Pasok leverde decennia de premier van het land en slaagde er in 2009 nog in 43 procent van de stemmen te behalen.
De Poolse sociaal-democratische PPS is in oktober 2015 na een verkiezingsdebacle uit de volksvertegenwoordiging verdwenen. De Spaanse socialisten van de PSOE mogen nog blij zijn met 22 procent (2016). Maar dat kiezerspercentage toont een gestaag dalende lijn sinds de socialistische leider Felipe González in 1982 met meer dan 48 procent van de stemmen de verkiezingen won en Spanje bijna veertien jaar regeerde.
Nieuwkomer Alternative für Deutschland (AfD) derde partij van Duitsland
ANP