Op 16 augustus verklaarde Steve Bannon, toenmalig adviseur van president Trump, in een interview dat een militaire optie met Noord-Korea niet tot de mogelijkheden behoorde. Niet veel later werd Bannon gedwongen zich terug te trekken van zijn functies binnen het Witte Huis. Het is tekenend voor de veranderlijke houding van het Witte Huis ten opzichte van Noord-Korea. Waar er eerst nog sprake leek van enig strategisch beleid, staan we nu op de drempel van een levensgevaarlijke oorlog.
Een van de belangrijkste redenen dat Donald Trump vorig jaar werd verkozen als president van de Verenigde Staten, was zijn agenda tegen handelsakkoorden, illegale immigratie en voor soevereiniteit. In tegenstelling tot zijn voorgangers, die werden geleid door een agenda van ‘regime change’ in instabiele regio’s, zou Trump een meer pragmatisch dan ideologisch gedreven president zijn. Samen met zijn adviseur Steve Bannon, bedacht Trump zijn ‘America First’ beleid. Bij Trump zijn inauguratie was het dan ook duidelijk: Trump zou afrekenen met het bemoeizuchtige Amerikaanse buitenlandbeleid en zich vanaf zijn presidentschap focussen op het eigene. Amerika zou niet langer hun manier van leven op anderen afdwingen, maar dienen als voorbeeld voor anderen om te volgen.
Militaire interventies en moeilijke relaties met bepaalde regimes zouden tot het verleden behoren. Trump sprak uit dat hij een open dialoog aan wilde gaan met Rusland, en klaar was voor onderhandelingen met de leiders van Syrië en Noord-Korea. Maar op basis van zijn speech van vorige week bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, kunnen we concluderen dat hij dit in de praktijk niet heeft geleverd. Zo waarschuwde hij Noord-Korea met “totale vernietiging”, en zinspeelde hij op ‘regime change’ in Syrië, Iran en Venezuela.
Al tijdens de formatie van zijn regering waren er twijfels over de haalbaarheid van Trump’s beloofde buitenlandbeleid. Naast Steve Bannon bestond zijn Nationale Veiligheidsraad voornamelijk uit ‘haviken’ met banden met de Bush-regering.
Toch leek er aanvankelijk een balans te zijn binnen ‘Team Trump’ ten aanzien van Noord-Korea. Aan de ene kant lieten de Amerikanen weten dat Noord-Korea, met een economie niet veel groter dan Mozambique, van de kaart zou kunnen worden gevaagd. Aan de andere kant liet Trump weten dat er op termijn, en onder de juiste omstandigheden, onderhandeld kon worden met het regime. Ook werd China actief betrokken om mee te denken met het probleem. Al met al leek het een slim spel van ‘sticks-and-carrots’ om Noord-Korea op effectieve wijze aan de onderhandelingstafel te krijgen. In tegenstelling tot de afwachtende Obama, kwam Trump met een realistisch alternatief.
De hand van Bannon’s ‘America First’ werd echter steeds minder zichtbaar. De toon van de Verenigde Staten tegen Noord-Korea werd steeds harder, en meer gericht op een eventuele militaire oorlog. Opvallend genoeg is sinds het vertrek van Bannon uit het Witte Huis, de taal van Trump steeds meer veranderd. Op 30 augustus gaf Trump aan niet met Noord-Korea te willen onderhandelen. Van de pragmatische Trump lijkt weinig meer over.
Trump kreeg, voornamelijk uit de neoconservatieve hoek, de handen op elkaar na zijn VN-speech. Maar hoe verheugd de neoconservatieven ook zijn met de speech van Trump, een militair conflict met een nucleair en goed bewapend Noord-Korea zou een ramp zijn en in niemands nationale belang. Zeker niet dat van Amerika.
Dat was ook de mening van Bannon. Hij vond dat iedere preventieve aanval op Noord-Korea zou leiden tot afschuwelijke aantallen slachtoffers in Zuid-Korea en daarom niet serieus kon worden overwogen. Dat standpunt wordt gedeeld door veel Noord-Korea experts.
Voorstanders van een oorlog met Noord-Korea moeten zich realiseren dat de conflicten in Irak, Syrië en Libië hierbij zullen verbleken. De gevolgen zullen enorm zijn. Niet alleen voor Zuid-Korea maar ook voor Rusland, China en Japan. Ook de rest van de wereld is niet gebaad bij een militair conflict in de Noordoost Aziatische regio. Gezien het economische belang van de regio, zal de wereldeconomie spoedig instorten.
Tijdens zijn campagne beloofde Trump om ‘het moeras droog te leggen’ en ‘slimme deals te maken’. Op het buitenlandbeleid kunnen we concluderen dat dit niet gelukt is. Trump speelt, op het advies van oorlogszuchtige haviken, een levensgevaarlijk spel en op zijn eerste diplomatieke deal is het nog wachten. Het is voor de wereld te hopen dat er toch een vreedzame oplossing komt met Noord-Korea. Want van een oorlog zullen wij nog jaren de gevolgen voelen.