Politiek

Voorpublicatie – Zo dacht de VVD-fractie over de veroordeling van Geert Wilders

25-09-2017 23:01

Oud VVD Tweede Kamerlid Ybeltje Berckmoes-Duindam heeft een weinig lovend boek over de VVD geschreven.  Dinsdag ligt het in de winkel. Op TPO een voorpublicatie van het hoofdstuk over het proces tegen PVV-leider Geert Wilders. Toenmalig VVD Kamerlid Joost Taverne was het niet eens met de uitspraak van de rechter. Maar sprak dat niet uit tijdens een debat over de kwestie, wel in de fractie.

 

Wilders

In de fractievergadering is er harde kritiek op de rechterlijke uitspraak tegen Wilders. Maar naar buiten toe wordt daarover gezwegen.  Verkiezingstijd!

In de aanloop naar de verkiezingen van 2017 stond Wilders op eenzame hoogte in de peilingen. Hij was bovendien de grote concurrent van de VVD als het ging om immigratie, het hoofdthema. Eigenlijk dacht de VVD daar net zo over als Wilders, maar dat kon natuurlijk niet zo naar buiten gebracht worden. De kleine vormverschillen die er waren met Wilders moesten juist opgeblazen worden tot principekwesties. Wilders moest telkens neergezet worden als zijnde ‘onbetrouwbaar’, de ‘wegloper’, tegenover wie premier Rutte als vaste waarde werd gepositioneerd. Rutte moest naar buiten gebracht worden als ‘de man met de oplossingen’. Ondertussen moest hij ook harde straattaal uitslaan, om de gewone Nederlander te binden, met uitroepen als: ‘Pleur op!’

Afstand houden van Wilders was de belangrijkste boodschap tijdens de campagne. Zo veel mogelijk negeren, uitsluiten, niet in zijn frame raken. In die mediastrategie paste het dus ook niet om te zeggen dat Wilders ten onrechte was veroordeeld. Maar intern werd daar heel anders over gesproken.

Op vrijdag 9 december 2016 werd Wilders veroordeeld wegens groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie vanwege zijn ‘minder minder’-uitspraak. De dinsdag erop kwam dit vonnis ter sprake in de fractievergadering. Een week na de uitspraak was er namelijk een plenair debat over het onderwerp vrijheid van meningsuiting geagendeerd door Kamervoorzitter Khadija Arib van de PvdA. Dat was natuurlijk niet toevallig. Zo kon het nog net voor het kerstreces plaatsvinden, en werd het geen verkiezingsdebat over Wilders. Dat was in het belang van iedereen, behalve van Wilders.

Woordvoerder Joost Taverne legde in de fractievergadering zijn interne fractienotitie voor met betrekking tot dit plenaire debat. Het ging, meer precies, over een initiatiefwetsvoorstel van Kamerlid en ex-PVV’er Joram van Klaveren. Dat voorstel beoogde een uitbreiding van de vrijheid van meningsuiting, naar aanleiding van de twee rechtszaken tegen Wilders. In de eerste rechtszaak werd hij vrijgesproken. Het draaide om de tweede rechtszaak. Daarbij ging het, letterlijk in het vonnis, om de volgende overtreding:

Op 19 maart 2014 heeft de heer Wilders aan zijn publiek gevraagd ‘willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?’ In antwoord hierop werd door het publiek, dat vooraf was geïnstrueerd, meermalen ‘minder’ gescandeerd.

In het vonnis op de vrijdag voorafgaande aan het debat had de rechter geoordeeld dat Marokkanen kunnen worden gezien als ‘ras’. In zijn toelichting verwees de rechter naar een internationaal verdrag. Dan wordt nationaliteit ineens een ras. Zoekt en gij zult vinden. Wat normaal is parkeren we even. En de wetenschap schuiven we ook even aan de kant:

De juridische betekenis van de term ‘ras’ is veel ruimer dan de betekenis die dit begrip in het Nederlands spraakgebruik en de wetenschap normaal heeft. Gekeken moet worden naar het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (IVUR). Daarin wordt onder ‘rassendiscriminatie’ verstaan elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op grond van ‘ras’, ‘huidskleur’, ‘afkomst’ of ‘nationale of etnische afstamming’.

En de rechter ging nog verder. Hij maakte zelf wel eventjes uit dat Wilders met ‘Marokkanen’ niet de nationaliteit had bedoeld, maar de etnische afkomst:

De heer Wilders heeft op 19 maart 2014 een groep landgenoten op een voor iedereen heldere en duidelijke wijze geïdentificeerd door te verwijzen naar hun gemeenschappelijke afkomst. Hij heeft de nationaliteit gebruikt als etnische aanduiding. Daarmee verwijst de gebruikte term ‘Marokkanen’ naar de in het IVUR opgenomen kenmerken ‘afkomst’, ‘nationale afstamming’ en ‘etnische afstamming’ en is dus sprake van ‘ras’ in de zin van de strafwet.

In zijn interne notitie voor de fractievergadering bleek Joost Taverne het uitgesproken oneens te zijn met de rechter:

“De uitspraak van afgelopen vrijdag past niet in hoe de wet volgens de VVD geïnterpreteerd dient te worden. Nationaliteit is geen ras en daarom is er geen wettelijke grond op basis waarvan Wilders veroordeeld had mogen worden. Ook heeft de rechtbank betoogd dat een speech op een verkiezingsbijeenkomst zoals Wilders die hield, in het geheel geen bijdrage is aan het publieke debat in Nederland. Ik ben het daar niet mee eens.”

Maar niemand zou die VVD-kritiek buiten de fractievergadering te horen krijgen. Want uit de mond van de VVD mocht geen enkel woord klinken dat ook maar een beetje positief over Wilders was. Zeker niet in verkiezingstijd. Zeker niet toen Wilders zo torenhoog in de peilingen stond. In de fractievergadering zelf was er ook nauwelijks discussie over. Iedereen stond in de campagnemodus.

Na de fractievergadering werd Taverne nog even terzijde genomen door het fractiebestuur. Opdat hij geen onwelgevallige geluiden zou laten horen in de plenaire zaal. Alles wat met Wilders te maken had, lag nu eenmaal supergevoelig.

Ik weet dat het geen gewoonte is voor politici om zich uit te spreken over rechtszaken, maar in werkelijkheid is er geen enkele regel die zegt dat een parlementariër zich niet zou mogen uitspreken over een vonnis van de rechtbank. Tenslotte is zo’n vonnis niets meer dan een interpretatie van de rechter. Zeker als het gaat over zulke politiek geladen zaken als bij Wilders. Het parlement staat zo stilzwijgend toe dat de macht van de rechters steeds groter wordt.

De interpretatie van de rechter wordt door dit soort uitspraken over Wilders en racisme de norm, want dat draagt bij aan de jurisprudentie. De oorspronkelijke Nederlandse wet en de bedoeling waarmee die tot stand is gekomen raakt daarmee op de achtergrond. En daarmee verandert de balans in de trias politica: de uitvoerende macht, de wetgevende macht en de rechtsprekende macht.

Al in 2013 had Taverne zich daarover namens de VVD in een Volkskrant-artikel uitgesproken met als kop: ‘VVD: verbied rechter wetten te toetsen aan internationaal verdrag.’ Taverne zei toen:

“Ik vind dat de hoogste democratisch gelegitimeerde instantie, namelijk het parlement, over de eigen wetten moet gaan. Niet de rechter die, mind you, niet is gekozen. Dat is een heel principiële keuze.”

Bij zijn vonnis tegen Wilders had de rechter een internationaal verdrag uitgekozen om tot zijn definitie van racisme te komen. Dat gaf nog eens aan hoe scheef de balans in de trias politica was geworden. Iets waar Taverne dus eerder al in het openbaar op had gewezen. Je zou zeggen: een inkopertje voor Taverne. Maar juist nu hield hij zijn mond. Want het interne VVD-credo was belangrijker: geen bijval voor Wilders.

Ook in het plenaire debat zou Taverne zijn echte mening over het vonnis voor zich houden. Dat dit vooral een kwestie van timing was, had hij overigens al in zijn interne notitie op de fractievergadering laten weten:

Feit is dat de behandeling van dit wetsvoorstel op een ongelukkig moment komt. Afgelopen vrijdag heeft de Rechtbank Den Haag Wilders veroordeeld voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie wegens zijn minder-minder uitspraken. Desondanks heeft de rechtbank geen straf opgelegd. Ik verwacht dat het debat vooral in het teken zal staan van de uitspraak in de zaak Wilders, maar ik zal het voorstel op zijn merites beoordelen.

Het initiatiefwetsvoorstel van Van Klaveren zou in het plenaire debat helemaal niet op zijn merites worden beoordeeld. Het zou ook nauwelijks over de zaak-Wilders gaan. Van der Staaij van de SGP wees er nog eens op wat dan de etiquette is: ‘Juist omdat deze zaak nog concreet onder de rechter is – er is hoger beroep aangekondigd – past ons hierbij, ook inhoudelijk, terug-hou-dend-heid.’

De hele Kamer hield zich daar zoals gewoonlijk braaf aan. Onder het mom: het is onder de rechter, dus mondje dicht. Voor de VVD gold in het bijzonder: niet Wilders in de kaart spelen. Niet nu hij potentieel de grootste partij is en de verkiezingen eraan komen. Zelfs niet nu binnen de VVD op de fractievergadering was uitgesproken dat dit een vreemd vonnis was.

Pechtold week nota bene nog van de etiquette af door de rechterlijke uitspraak tegen Wilders instemmend aan te halen: ‘De vrijheid van meningsuiting werd hier niet ingeperkt. Collega Wilders ging zelf naar het oordeel van de rechter op zoek en daarmee over de schreef.’

Ook na die uitspraak van Pechtold deed Taverne er het zwijgen toe. Wat de VVD-woordvoerder werkelijk vond over dat vonnis, hoefde Nederland op dat moment eventjes niet te weten.

Niet veel later liet Halbe Zijlstra mij weten dat Joost Taverne anders dan ik niet zo dom zou zijn om zonder toestemming een interview te geven. ‘Omdat Joost wel weet dat hij hierna nog een hele carrière te gaan heeft.’ Daar had hij een punt. Ik was nooit een goede marionet.

Joost Taverne zou in de zomer van 2017 naar New York vertrekken.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens