Mark Overmars, Architect van een crisis

26-09-2017 15:45

De Dutch Game Awards heeft zojuist de nominaties voor de liftetime achievement award bekend gemaakt. Hierop is Mark Overmars te vinden; iemand die deze award niet zou mogen verdienen.

Er zijn een boel partijen betrokken geweest bij het ophemelen van de Nederlandse game-industrie en die eraan bijgedragen hebben dat er nu zoveel jongeren afstuderen zonder baankans. Organisaties als TNO, Taskforce Innovation Utrecht, Montpellier Ventures, Clicknl, Control, DGA en nog een aantal. Maar er is één persoon die in het midden staat van dit alles. Een sleutelfiguur.

Professor dubbelrol

In 2004 schrijft Mark Overmars, die op dat moment professor is aan de Universiteit van Utrecht, het artikel ‘Game Design in education’. Hierin doet hij een pleidooi voor de geneugten van games maken en hoe dit in het onderwijs ingezet zou kunnen worden. Hij plaatst ook meteen een suggestie voor een programma dat daar geschikt voor zou zijn: GameMaker, van Mark Overmars. Van hemzelf dus.

Met de heilsboodschap uit dit artikel trekt Mark nog in datzelfde jaar rond met een presentatie genaamd Game Design in het (informatica) onderwijs. Hij praat onder andere op een vakvereniging voor docenten, en het NIOC in Groningen. Al zijn slides eindigen met een aanbeveling voor GameMaker als hét middel om mee te onderwijzen. Hieruit komt een lessenpakket voort voor leraren om te kunnen onderwijzen in deze engine. Saillant detail: GameMaker was vanaf 1999 shareware (gratis), maar werd in 2004 een commercieel product.

Mark grijpt de macht

Mark is op stoom in 2005. Hij richt UPGEAR op, wat staat voor Utrecht Platform for Game Education and Research. Met deze overkoepelende organisatie krijgt hij invloed over vrijwel alle belangrijke gameopleidingen op dat moment. In een verslag van de feestelijke opening zegt hij er het volgende over:

“Een jaar geleden zijn we met de universiteit en de hogescholen bij elkaar gaan zitten om te kijken of we niet één organisatie boven de diverse opleidingen konden zetten die vergaande samenwerking zou kunnen coördineren. Dat is UPGEAR geworden.”

In ditzelfde interview worden door hem ook de eerste ideeën uit de doeken gedaan over wat nu de Dutch Game Garden is:

“Hopelijk komen daar bedrijfjes uit voort die we in een nog op te zetten Game Incubator (een concentratie van startende bedrijven, red.) verder kunnen laten groeien.”

#GATEGATE

Overmars richt in 2005 ook het Center for Advanced Gaming and Simulation op, een samenwerkingsverband tussen HKU, TNO en de Universiteit van Utrecht dat onderzoek zal gaan doen naar verschillende soorten serious games.

De allereerste grote subsidieregeling die hieruit voortkomt is voor Game research for Training and Entertainment (GATE) en heeft als doel het grootste en beste onderzoekscentrum in Europa te worden. Men wilde voor dit vijfjarige traject aanvankelijk 40 miljoen hebben, maar na kritiek van het CPB werd dat bedrag gehalveerd. Nog steeds gaf het CPB GATE een negatief advies:

“Omdat het project niet effectief is, is het ook niet efficiënt. Wijzigingen in het projectvoorstel hebben de voornaamste kritiekpunten niet weggenomen. Het totaalbeeld van dit project blijft daardoor ongunstig.”

Maar ook al met aanzienlijk minder miljoenen en niet écht bemoedigende geluiden zal GATE dan toch in 2007 starten en onder leiding van, jawel, Mark Overmars.

De ‘vader van de indies’ wordt ermee dus óók de vader van de serious game.

Bellen blazen

2006 is het jaar waarin Mark zó enthousiast is over serious games dat hij de boel een beetje beter voorstelt dan het is. In een persbericht dat 15 maart 2006 wordt gepubliceerd zegt hij het volgende:

“Deze bedrijfstak is in Nederland met maar liefst 375 miljoen euro omzet goed voor bijna de helft van de totale omzet van de gamingindustrie.”

De omzet van serious games komt op dat moment niet in de buurt hiervan. Er bleken namelijk ook grote elektronicaconcerns, zoals Thales,  in meegerekend. Bedrijven dus, die niets met gaming te maken hebben. Ook werd de omzet die vanuit de overheid al werd aangeleverd erbij opgeteld.

Deze 375 miljoen worden later ook genoemd in de subsidieaanvraag voor wat de Dutch Game Garden zou gaan worden.

Mark market lekker verder

GameMaker wordt vooral gebruikt door studenten die hun eigen idee tot uitvoering willen brengen: game designers dus. Werk blijkt er alleen niet te zijn wanneer deze designers afstuderen want de markt heeft kennelijk niet zoveel behoefte aan allrounders die een tweedimensionaal spelletje kunnen maken. Toch gaat de marketing voor de engine onverminderd door.

In 2008 gaat de professor met Yoyo Games in zee en brengt hij zijn GameMaker daar onder (zelf wordt hij mede-eigenaar). Yoyo en Overmars beginnen uiteenopende acties om de engine nóg populairder te maken dan hij op dat moment al is. Bijvoorbeeld via Gamer.nl. Voor deze site schrijft Mark in 2009 een achtergrondartikel over het succes van Game Maker en dit wordt in 2010 door de redactie nog eens herhaald.

Er wordt ook Gameskool opgericht (door dezelfde persoon die eerder al het lessenpakket vormgaf). Dit is een soort vooropleiding voor mensen die overwegen een Gamedesign-opleiding te gaan doen en het geeft les in GameMaker. Gamer.nl blijkt ook hier van nut. Een van hun redacteuren volgt de cursusgratis en schrijft er uitvoerig over.

Control, het vakblad van de Nederlandse gamesindustrie, dat lange tijd gehuisd is in de Dutch Game Garden schrijft ook over Mark én zijn GameMaker. Het blad geeft hem zelfs een column waarin GameMaker regelmatig genoemd wordt. Control treedt overigens vaker op als een soort mediapartner van Overmars. Zo verzorgden zij alle publicaties rondom de vorderingen van GATE.

Mark werkt ook mee aan de Gamemonitor rapporten: onderzoeken (en wederom geschreven door Control) die bij elke editie spreken van enorme groei vooral op het gebied van serious games. In de rapporten wordt soms ronduit geadviseerd op te schalen om aan groei te kunnen voldoen. Dit wordt echter niet of slecht onderbouwd.

In 2009 is hij medeverantwoordelijk voor een reeks nieuwsberichten die spreken over de “vertienvoudiging” van de Nederlandse gamesindustrie; een bericht waar gelekte emails van bewijzen dat dat een verzinsel was. Mark gebruikt dit nieuws vervolgens wel in de brochure van de opleiding gametechnologie op zijn eigen universiteit.

Einde van serious

Voor Mark houdt de vleierij met serious games op in 2011 wanneer hij in dat jaar stopt als directeur van GATE. Het onderzoeksplatform heeft dan miljoenen gekost maar heeft naast enkele prototypes en een presentatie geen wetenschappelijke basis bewezen, noch een doorbraak opgeleverd. GATE heeft namelijk geen enkele randomized controlled trial laten verrichten; de enige manier om effectiviteit aan te tonen. Het CPB had dus gelijk gekregen in zijn kritiek. GATE loste niets op en bracht niets nieuws. Het is daarmee een klassiek gefaald ICT-project gebleken.

…en entertainment

Overmars is bovenal verantwoordelijk voor het laten ontstaan en hypen van een functie: de all-round 2D gamedesigner. Een functie waar niemand ooit om vroeg en waar niemand ooit om zal vragen. Hij heeft game design voorgeschoteld als een laagdrempelige ambacht die iedereen kan uitvoeren; kleinschalig, haalbaar en autonoom. Dit alles met als onderliggende doel om zijn eigen commercieel verkrijgbare software te promoten die op die droom aansluit.

Vele andere scholen door heel Nederland hebben inmiddels het voorbeeld van Utrecht gevolgd en bieden nu ook 4-jarige trajecten aan. Gamestudies die even uitnodigend als nutteloos zijn. Het resultaat: massa’s jongeren die opgeleid worden voor werkloosheid.

Mark maakt nu overigens zelf spelletjes en wordt daar, als een van de weinigen in Nederland, voor betaald.

 

Ik heb Mark Overmars gevraagd naar de claims die hij deed in 2005 en ik heb hem verzocht om een interview over hoe Nederlandse gameopleidingen vorm kregen. Mark antwoordde enkel op de interviewvraag met de mededeling dat hij liever naar de toekomst kijkt.

Titelfoto: VVD-leider Mark Rutte laat zich tijdens een bezoek aan de Dutch Game Garden informeren

Bonustweet

Dit artikel is een repost uit 2015