Al decennia heeft Nederland, bewust of onbewust, het idee dat ze een gidsland is. Het idee dat met de tijd andere landen ook willen worden zoals Nederland, net zo progressief en liberaal. Het is een idee dat keer op keer boven komt drijven, terwijl we flinke twijfels kunnen trekken of dit wel waar is.
Het idee gaat uit van een zekere arrogantie, een idee dat Nederland beter is dan de rest van de wereld. We hebben religie van ons afgeschud en achter ons gelaten, we hebben homo’s geaccepteerd en een parade gegeven, we hebben een nette verzorgingsstaat en we zijn faliekant tegen discriminatie of racisme. Wie zou dat nou niet willen? De rest van de wereld loopt hoogstens een paar decennia achter op hoe ontwikkeld Nederland is, maar het is een kwestie van tijd totdat ook zij ons hoogtepunt bereiken.
Op het moment dat de Arabische Lente uitbrak werd dat in Nederland allereerst gezien als een positieve ontwikkeling; het toonde aan dat ook de Arabische wereld zich onze richting op wou bewegen. Ook zij willen een liberale en democratische samenleving, de eerste stap om zoals wij te worden. De realiteit pakte natuurlijk al snel anders uit, de revoluties mondden uit in burgeroorlogen en chaos. Libië verkeert nog immer in een staat van anarchie, een feit dat graag genegeerd wordt door Europa, dat de militaire steun heeft geleverd om Kadaffi te verdrijven. Syrië bevindt zich nog steeds in de nasleep van een burgeroorlog tegen de radicale Islam, in de vorm van de Islamitische Staat.
De vraag is echter, waarom waren Nederlanders verbaasd dat de Arabische Lente geen Arabische Verlichting werd? Hier komt dus weer het idee zichtbaar boven drijven, dat Nederland onbewust de opinie heeft dat het superieur is. Een soort ideaal waar, als we maar lang genoeg wachten, de hele wereld naar toe wil werken. Tegelijkertijd zal politiek correct Nederland dit nooit uitspreken, uit angst een andere cultuur te beledigen.
Waar zien we dit idee dan nog meer? Bij het debat rondom de immigranten. Het is algemeen bekend dat migranten uit de Arabische wereld weinig op hebben met homofielen en Joden, ze zijn sterk religieus, conservatief en traditioneel in hun opvattingen. In principe vinden zij de hele Westerse cultuur ‘haram’, oftewel zondig en zij keuren de excessen van het progressieve liberalisme af. Toch is dit geen probleem rondom migratie, zo vertellen de politici ons, want ook al hebben de migranten op dit moment nog zulke verouderde levensbeschouwingen, deze zullen gestaag afnemen. Het wordt ons verzekerd dat volgende generaties van de migranten, zich zullen acclamatiseren aan de Nederlandse cultuur. Er wordt ons gegarandeerd dat het geweld tegen homo’s, of het anti-semitisme van de migranten tijdelijk is, en vanzelf zal wegtrekken.
Maar waarom zou dat het geval zijn? Wordt hier geïmpliceerd dat de Nederlandse cultuur superieur is en dat de migranten zich daarom vanzelf aan gaan passen, zodra zij inzien dat het simpelweg beter is? Waar komt deze aanname vandaan, dat deze verandering niet actief wordt tegengewerkt door de migrant?
Laten we het scenario schetsen van een Europese migrant die een baan krijgt aangeboden in Iran. Niemand in Nederland zou van die Europeaan verwachten dat hij na een bepaalde periode het goedkeurt als een homofiel van een flatgebouw naar beneden wordt geworpen. Sterker nog, de Europeaan zou zich wellicht verharden in zijn positie over het belang van homorechten. Zouden zijn in Iran geboren kinderen de doodstraf voor mannenliefde dan wel steunen, of zou hij zijn kinderen zo opvoeden dat ze zich bewust zijn van wat er mis is met de samenleving waarin zij leven? Zou iemand verwachten dat deze man en zijn familie vanzelf dezelfde opvattingen gaan hebben als die van de rest van de bevolking van Iran? Een absurd idee, want heel Nederland is overtuigd dat de cultuur in Iran achterhaald en inferieur is aan die van Nederland.
Wat nu als dat precies is hoe die migranten de Nederlandse cultuur zien? In plaats van een gidsland zien zij Sodom en Gomorrah, een land van blinde lust, alcohol en drugs, prostitutie, en ga zo maar door. De Islamitische wereld heeft hetzelfde idee als het progressieve Westen. Ook zij geloven dat hun wereldbeeld, in dit geval hun religie, superieur is en dat het slechts een kwestie van tijd is voordat de hele wereld de Islam zal omarmen.
Joris van Luyendijk kwam al in de jaren ’90 tot dit besef, toen hij een jaar in Egypte woonde en daar het boek Een goede man slaat soms zijn vrouw over schreef. Hij ontdekte dat zelfs de gematigde moslims Nederland niet als ideaalbeeld hebben, maar eerder als schrikbeeld over wat er gebeurt met een samenleving als religie wegvalt. De meningen van de gematigde moslims die hij daar leerde kennen, de gewone alledaagse personen die hij tegen kwam, stonden op onderwerpen als vrouwenrechten, homo’s en Joden lijnrecht tegenover de Nederlandse waarden.
Als twee ideologieën, waarvan beiden menen de enige juiste waarheid in pacht te hebben, gedwongen worden om samen te leven, wat zal er dan gebeuren? Zouden ze toenadering zoeken, of zouden ze zich juist verharden in hun opvattingen? Als we kijken naar de hoeveelheid in Europa gekweekte Jihadisten, die hier zijn geboren en volgens het principe van ‘Nederland gidsland’ zich zouden moeten hebben aangepast, dan is het noodzakelijk om te concluderen dat er juist verharding plaats vindt.
Mogelijk moeten we toegeven dat multiculturalisme niet zo prachtig is, als we naast nieuwe etenswaren en gerechten, tevens de negatieve kanten van de cultuur importeren. En die negatieve kanten, die verdwijnen niet noodzakelijkerwijs vanzelf. Sterker nog, het is bijzonder moeilijk om iemand afstand te laten nemen van hun wereldbeeld. Denk terug aan de man in Iran, hoe zou hij in godsnaam een volledig geïntegreerde burger van Iran worden?