De hogerberoepszaak tegen PVV-leider Geert Wilders gaat volgens de planning beginnen op 24 en 26 oktober, met regiezittingen. Een verzoek van de advocaten van de mensen die aangifte deden tegen Wilders om de zaak aan te houden, heeft het gerechtshof in Den Haag afgewezen.
De advocaten wilden uitstel, omdat ze geen financiële vergoeding krijgen voor hun diensten. Die zou van de Raad voor de Rechtsbijstand moeten komen, maar de raad weigert dat omdat het om een relatief licht vergrijp gaat. Het gaat om de omstreden ‘minder Marokkanen-uitspraak’ van Wilders. Inmiddels ligt het betalingsgeschil bij de Raad van State maar de behandeling laat nog op zich wachten.
Het gerechtshof heeft het verzoek afgewezen, omdat het nu eerst regiezittingen zijn. Daarin worden de onderzoekswensen van de verdediging en van het Openbaar Ministerie (OM) besproken. Eventuele vorderingen komen bij het inhoudelijke gedeelte aan de orde, zegt een woordvoerster van het hof. Er is volgens haar nu onvoldoende zwaarwegend belang om de zaak aan te houden.
Advocaten van ‘gekwetste’ klagers tegen Wilders maken ruzie om geld
Geert Wilders wil dat oud-VVD Kamerlid Joost Taverne getuigt in hoger beroep
ANP