Maandag 25 september hielden de Iraakse Koerden een referendum over onafhankelijkheid. Zoals al werd voorspeld, stemde het merendeel van hen vóór dat diep gekoesterde ideaal.
Laten we als internationale gemeenschap niet wéér ons hoofd in het zand steken. Wij, als westerse landen spelen namelijk een cruciale rol in dit debat. Het is tijd voor erkenning van een vrij Koerdistan.
Als eerste is het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat de Koerden – dertig miljoen mensen – verspreid zijn over een vijftal landen in het Midden-Oosten. De afgelopen jaren is dit volk weer uit onze vergetelheid naar boven gekropen, toen ze de wapens opnam tegen de Islamitische Staat. Een term als ‘Peshmerga’ is ondertussen vrijwel ingeburgerd.
Deze strijders vechten nu al jaren op het slagveld tegen onze vijand. Terwijl wij zaklampen en wat munitie sturen, sterven deze mannen om het jihadisme te bestrijden. Dat dit volk haar opofferingen dan ook graag terug ziet in een vrije staat, is in dit licht dan ook wel te begrijpen. Zou het niet rechtvaardig zijn, om de Koerden in deze wens te ondersteunen?
Bovendien is de machtspositie van de Koerden nu sterker dan ooit. Ze controleren een fors gebied, en zelfs steden als Kirkuk – die niet tot het Koerdische gebied behoren – hebben ze bevrijd en onder hun bewind geplaatst.
Het is dan ook niet waarschijnlijk dat de Koerden deze machtspositie ‘zomaar’ zullen opgeven, en zich schikken naar de regering in Bagdad. Irak is namelijk een ‘failed state’. Een land waar de regering niet in staat is haar gezag uit te oefenen. Het land is diep verdeeld tussen sjiieten, soennieten, Koerden en dan nog een handjevol christenen.
Het is daarom als derde argument, niet meer dan noodzaak om het Midden-Oosten te hertekenen. Landen als Irak – een erfenis van het Europees imperialisme – hebben geen andere toekomst dan geweld, onderlinge haat en segregatie. Sinds de val van het Ottomaanse Rijk hebben de Europeanen volkeren beloftes gedaan en die beloftes gebroken. Het spel van verdeel-en-heers bedreven, om steeds meer invloed in handen te krijgen. Tot aan de Amerikaanse invasie van Irak, hebben wij een kruitvat aangestampt, en recht naast een brandend vuur gezet.
Laten we dan nu voor één keer beseffen dat het anders moet. De politieke situatie is het Midden-Oosten is onhoudbaar. Er moet iets veranderen als we duurzame stabiliteit willen, in de ‘gordel van chaos’ – rondom de buitengrenzen van Europa.
Een lastig debat is dan vereist, landen moeten hertekend worden, of een fundamenteel ander karakter krijgen. Te beginnen bij Koerdistan.
Het enige grote nadeel voor een vrije Koerdische staat vormen de buurlanden. En dan met name Iran en Turkije. Deze landen zijn fel tegen onafhankelijkheid, beiden huisvesten namelijk miljoenen Koerden. In het oosten van Turkije is het zelfs opgelaaid tot een stille burgeroorlog tussen het leger en de Koerdische PKK. Deze Koerden kunnen onafhankelijkheid dan ook aangrijpen om zelf de straat op te gaan en vrijheid op te eisen. Een schrikbeeld.
Maar zolang een Koerdische staat als zodanig niet erkend wordt, staat ze in feite machteloos. Internationale erkenning is hét fundament van een land, om betrekkingen aan te knopen met andere staten.
Dus kiezen we niet voor internationale erkenning? Dan is dit referendum slechts voor de bühne geweest. Doen wij dat wel, dan drijven we Turkije en Iran tegen ons in het harnas. Het is de vraag of we het lef hebben dat te doen – en ook of het verstand aan onze zijde is, zo klinkt het dan vaak.
Maar ik denk dat wel. In het Midden-Oosten zijn die landen weliswaar niet over het hoofd te zien, maar hun macht verkruimelt naast die van de Europese landen en de Verenigde Staten. Als het aankomt op harde machtspolitiek, moeten Iran en Turkije inbinden.
Een ander tegenargument is dat de juridische claim – het volkenrecht – een zwak verhaal is bij de Koerden. Alleen bij onderdrukking, waarbij een volk echt gebukt gaat onder een buitenlands regime, is onafhankelijkheid verklaren gerechtvaardigd. Maar worden de Koerden ook niet als tweederangsburgers gezien, en behandeld? En heeft niet ieder volk het recht, om zelf te bepalen onder welke soevereiniteit ze willen vallen – het zelfbeschikkingsrecht van president Wilson uit 1918?
We kunnen kortom niet meer wachten, omdat het even onhandig uitkomt. Een vrij Koerdistan is het begin van een nieuw Midden-Oosten. Het zal altijd wel het verkeerde moment zijn. We moeten samen toe naar stabiliteit in het Midden-Oosten. Fundamentele veranderingen zijn daarbij niets meer dan bittere noodzaak.
Laten we dit besef proberen duidelijk te maken, aan Iran en Turkije. Misschien is het dan wel een goed idee, om daarbij de Westfaalse Vrede in het achterhoofd te houden. De vrede die in 1648 een einde maakte aan talloze bloedige – veelal religieuze- oorlogen in Europa. Een concept dat we wellicht kunnen toepassen op het Midden-Oosten.
Hoeven we niet uit het niets een weg naar Rome te bouwen.