Ik weet niet hoe dat zit met u, lieve lezer (en potentiële donateur), maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat we getuige zijn van iets postuums, gadegeslagen door een schouderophalend electoraat dat zich elke vier jaar de menukaart laat voorlezen in de hoop ditmaal wel iets fatsoenlijks opgediend te krijgen. Tegen beter weten in natuurlijk, want na vier jaar uitbuiken op de bank voel je je nog even beroerd zo niet beroerder dan vier jaar eerder, waarna gelukkig altijd nog de minibar te plunderen valt, want je moet iets.
En toen was daar ineens het Forum voor Democratie. Zelden een zo jonge partij zoveel hartstocht teweeg zien brengen bij zowel voor- als tegenstanders. Jonge linksdeernes in de dop die blazen als kittens zo hard zodra de prozaïsche Thierry iets gemeenkwetsends zegt; jonge corpshelden- en heldinnen die spinnen van plezier want eindelijk iemand die niet alleen in naam rechts is; en tenslotte guurtokkierechts dat zich al na de eerste intelligente volzin van de nummer twee van de partij afwendt in ontreddering, en dan maar stemt op Wilders.
Het is ver doorgedrongen, het gevoel- want meer is het niet- dat er iets op het punt van omvallen staat. Een gevoel dat er een nare rot tot de haarvaten van de parlementaire democratie is doorgedrongen, hand in hand met een zweem van electoraal ontheemd-zijn, als een antarctische ijsschots op drift die nu op het punt staat om met volle vaart tegen een vreemde kust op te botsen. It was the best of times, it was the worst of times, om Charles Dickens te channelen voorbij het graf..
Hoe dat zit? Nu, dat zit zo!
Voor zolang ik mij kan herinneren wordt het politiek bedrijf in Nederland gedomineerd door slaapverwekkende één-tweetjes tussen de usual suspects, al te bekende koppen die zich verlaten op gelijkgestemden om beleid tot ontstaan te konkelen in de slangenkuil die Den Haag is; een beetje zoals het schoolplein van weleer, toen de kindjes werden gekozen voor het voetbalteam op grond van wie men kende of wie men mocht, waarna de ploeg alsnog met 0-7 verloor van de tegenpartij omdat die laatste haar ploeg wél op basis van kwaliteiten had samengesteld.
Aanvankelijk zag ik het Forum met dezelfde argusogen aan als alle andere splintertjes op rechts, maar al snel bleek dat de partij het niet zozeer over een andere boeg wilde gooien. Zij was een andere boeg. Een partij die in de eigenlijke zin van het woord geen partij is, en waarvan al snel duidelijk werd dat zij meer apolitiek dan partijpolitiek van aard was, meer beweging dan partij, waarmee de bulk der zetelbezetters in die merkwaardige kerkuilenkamer zich nauwelijks raad wist en weet.
Vanaf aanvang was duidelijk dat de nieuwkomer zich niet zou laten leiden door grootse vergezichten of glanzende heilsvisioenen, zoals de politiek gesneuvelde Jantjes (Roos en Dijkgraaf) toen zij een gooi deden naar volksvertegenwoordiging; noch gedreven leek door rancune of een anderszins ontredderd soort cynisme dat wij bijvoorbeeld aantreffen bij de partij van Wilders. Het Forum ontpopt zich vooral als common sense-partij die zich verrassend richt op de praktijk in plaats van partijpolitiek stoelendansen. Een partij, voor zover het een partij is, die met stille onverbiddelijkheid door de dossiers ploegt, en daarnaast geen gelegenheid onbenut laat om de zittende kartellosaurussen te porren waar ze maar kan, bij wijze van comic relief.
Een partij om van te smullen kortom, hoezeer de partijleider u ook moge misnoegen.