Uitroepteken in de titel gebruiken is schreeuwerig. Soms moet je echter schreeuwen. Want ook al is er geen causaal verband tussen de gestapelde fouten die tot de voortijdige explosie van een mortiergranaat hebben geleid, en de onverantwoordelijke defensiebezuinigingen, de bezuinigingen speelden wel een indirecte rol. Al was het maar omdat mensen in een sfeer van ergernis en frustratie makkelijker fouten maken. Het vernietigende OVV-rapport*, het zoveelste in een decennialange reeks van kritische rapporten en mediaberichten over tekorten, ‘gaten’ en misstanden, is de druppel in een overvolle emmer.
Hopelijk helpt deze ad hoc Mans en Garde tweeluik om politici wakker te schudden. En de generaals en kolonels. Want als de Krijgsmacht een ’emmer’ is, gevuld om brand mee te blussen, zit er inmiddels nauwelijks nog bluswater in. Zijnde, soldaten en hun spullen. De ’emmer’ zit wel tjokvol hogere officieren. Een al decennia bekend gegeven. Waar men in hogere regionen in 2013 weer wat aan ging doen.
In een brief aan de Kamer van minister Hennis over de reorganisatie van het Defensie besturingsmodel is zowaar een helder streven te vinden: “De invoering van het nieuwe besturingsmodel gaat gepaard met een verkleining van de staven met dertig procent.”
In januari 2013 telde de Krijgsmacht 39.637 militairen ‘in functie’ (lees: exclusief die in opleiding). Uitgesplitst in 8808 officieren (waarvan 71 generaal), 18.142 onderofficieren (adjudant – sergeant) en 12.687 manschappen. De verhouding officieren:soldaten bedroeg 1:1.44. Er waren cumulatief dus dik meer dan twee leidinggevenden voor elke soldaat. Daarnaast was er voor iedere ‘gewone’ soldaat eveneens een burger bezig. Hier liepen er 13.488 van rond in januari 2013. Je overdrijft niet eens als je zegt dat er bij de Krijgsmacht in 2013 meer burgers rondliepen dan soldaten gezien de verhouding soldaat:burger 1:1.06 (cijfers uit 2013/2014 jaarverslag personele kengetallen .pdf).
In 2016 mag je verwachten dat er al iets is terechtgekomen van het verkleinen van staven, ruwweg te vertalen als ‘minder sterren per soldaat’. Helaas tonen de cijfers van juli 2016 het tegendeel aan (kengetallen 2016 .pdf).
Op een totaal van 36.778 militairen ‘in functie’ waren er 72 generaal, 321 kolonel, 1350 luitenant-kolonel, 2236 majoor, 2699 kapitein, 1986 luitenant, 2740 adjudant, 4348 sergeant-majoor, 10.469 sergeant en 10.558 korporaal/soldaat. Het aantal voor Defensie werkzame burgers bedroeg 12.126. De verhouding officier:soldaat was in juli 2016 1:1.21 (2013 1:1.44). De verhouding soldaat:burger bedroeg 1:1.15 (2013 1:1.06).
Een personeelssituatie die al decennia het predikaat ‘topzwaar’ kreeg werd bij het ‘onttoppen’ dus topzwaarder.
Als het daarbij ook zo is dat de snedige oneliner ‘Shit floats to the top’ van toepassing is bij Defensie, valt er weinig verbetering te verwachten. Bij defensie-platform wordt beschreven hoe het ‘systeem’ werkt:
“Want door het geleidelijk ontstaan van de problemen (bijvoorbeeld, eerst 1 voertuig stuk, dan 2, dan 3, totdat een compagnie niks rijdend meer heeft) komt er moment dat er aan de bel getrokken moet worden door een commandant, bijvoorbeeld een pelotonscommandant. Maar die moet dan zeggen dat het een probleem is dat al een tijdje speelt. En daarmee moet hij zijn voorganger ook de schuld geven. Alleen de voorganger is gepromoveerd en die staat nu als plaatsvervangend compagniescommandant, of compagniescommandant als direct leidinggevenden boven de betrokken PC. Voor de CC geldt hetzelfde verhaal, als hij gaat melden dat het in zijn compagnie een bende is, dan moet hij de schuld daarvan ook in de schoenen schuiven van zijn voorganger, die nu bijvoorbeeld Bataljonscommandant is. En zo kan je de pyramide omhoog volgen, waarbij iedereen bang is om de echte waarheid te vertellen.”
Een verhaal dat aansluit bij hetgeen Dieuwertje Kuijpers schrijft in haar moetlees FTM-stuk Veiligheid militairen door tekorten in het geding van juli 2016:
“Met name het mooi weer spelen door commandanten en eenheden op groen licht zetten die feitelijk niet inzetbaar zijn wringt binnen de organisatie. Meerdere militairen uit diverse krijgsmachtonderdelen melden herhaaldelijk aan Follow the Money dat zij zich ergeren aan commandanten die in functie mooi weer spelen en pas hun mond opentrekken over de situatie bij vertrek.”
De ex-CDS generaal Middendorp, ook al is hij wél (nou, twee dagen) voor zijn officiele vertrek kritisch opgestapt, vormde geen uitzondering op de ‘mooi weer’ spelende commandanten. In april 2016 noemde hij de Krijgsmacht “beter dan ooit”. Hij zei weliswaar ook “kleiner dan ooit”, maar dit is geen kwaliteitspredikaat.
Kunnen we iets verwachten van de nieuwe CDS luitenant-admiraal Rob Bauer? Als voormalig plaatsvervangende CDS (zie cv .pdf) moet hij in juni ook voorinzage hebben gehad in het OVV-rapport voordat hij in juli zijn functie opgaf om zich op het CDS-schap voor te bereiden. Gezien hoe de verse CDS bij zijn aantreden begint met de falende voorganger en minister een pluim te geven met: “Minister Hennis en generaal Middendorp zijn dinsdagavond afgetreden. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht.” – is enige scepsis geboden.
Zeker als hij verder niets anders meldt dan wat eigenlijk al jaar in jaar uit wordt gemeld. Zo merkt de verse CDS op:
“Wel weten we wat er aan schort, en we weten voor een belangrijk deel ook wat er moet gebeuren. We zijn dan ook gestart met het herstel om de meest acute problemen die er zijn, op te lossen. We weten echter ook dat het niet van vandaag op morgen is geregeld, en dat het tijd kost om de Defensieorganisatie op orde te brengen.”
Daarnaast laat ook de nieuwe CDS na om een krachtig pleidooi te houden voor meer geld. Het enige wat hij hierover zegt, het voorgaande deels herhalend:
“Er is door de regering weliswaar geld voor het herstel beschikbaar gemaakt. Maar de effecten daarvan zijn nog niet bij alle eenheden en in alle werkplaatsen te merken. Het geld voor het herstel, komt immers niet onmiddellijk in zijn totaliteit beschikbaar. Maar stapsgewijs. En de aanschaf van bijvoorbeeld schaarse reservedelen en speciale munitie, kost gewoon tijd.”
Hoewel de CDS tot een betere balans tussen gevechtseenheden en de ondersteuning wil komen, zegt hij niets over wat er gedaan moet worden aan de onbalans tussen het aantal leidinggevenden en uitvoerenden. Kortom, ook de nieuwe CDS lijkt meer een manager in uniform dan een soldaten-generaal. Wat eigenlijk wel te verwachten was. Als voormalig plaatservangende CDS schuift hij door in de ‘pyramide’. In promoties die tot stand kwamen, zoals bij defensie-platform wordt omschreven, middels een “ideale schoonzonenselectie”. Hopelijk gaat de soldaat (m/v) hem bij zijn afscheid over een paar jaar als een geweldig gebleken schoonvader uitzwaaien.
Tot slot, weet dat van de op papier 18 teruggekeerde tanks er helaas maar drie inzetbaar zijn (situatie juni 2017). Twee meer dan in mei 1940 in de boeken stonden.
Het OVV-rapport gaat over gebeurtenissen in Mali en het voortraject hiervan. Zo de nieuwe CDS een krachtige daad wil stellen, kan hij beginnen met een kritische blik op de geprolongeerde MINUSMA missie. Deze sowieso controversiële missie begon behoorlijk amateuristisch, en of alles heden wel echt op orde is kun je vraagtekens bij plaatsen. Te beginnen met de nog immer bestaande afhankelijkheid van Nederlandse militairen van het in het OVV-rapport gewraakte Togolese hospitaal in Kidal. Waar de scheidende CDS generaal Middendorp bij zijn vertrek over meldde:
“Onlangs hebben zij wederom een inspectie uitgevoerd in Kidal met een team deskundigen. Conform de aanbeveling van de OVV is een specialist in het team opgenomen. Dat inspectieteam beoordeelde het Togolese hospitaal als adequaat voor de toebedeelde taken.”
Een van de harde ‘lessons learned’ van ‘Srebrenica’ was dat je niet afhankelijk moet zijn van ‘derden’. Het lijkt er dus op dat met het aanblijven van het Togolese hospitaal in de medische keten er geen aanvullende eigen medische (nood)capaciteit is gecreëerd. Dat er hiaten zaten in de medische ondersteuning van MINUSMA liet Dieuwertje Kuijpers overigens in september 2016 al (weer) weten. Zij schreef in haar FTM-stuk Strategische armoede plaagt Nederlandse missie in Mali:
“Voor Nederlandse militairen kan bijvoorbeeld niet altijd medische zorg naar Westerse standaarden worden gegarandeerd.”
In 2013 meldde ikzelf in het TPO-stuk Mali en Garde:
“Frankrijk is in de CAR al aan het vechten, wat de druk op de in de regio operationele transport/medevac heli-vloot verder opvoert. Waar onze eenheden van afhankelijk zijn, of kunnen worden. Over het heikele punt van de transportheli’s (die we niet zelf meesturen) zei Minister Hennis dat ze ‘hoopte’ op heli’s als Nederlandse eenheden ze nodig hebben. Je gaat met een hoop op oorlogsmissie, niet op ‘hoop’. En zeker niet op hoop op andermans spullen.”
Als het mortier ‘incident’ eerder was gebeurd, hadden we dus geen eigen medevac heli in de regio gehad. De eigen Chinooks werden uiteindelijk in een traag proces in Mali operationeel. En later weer teruggetrokken. Wat de scheidende CDS in zijn afscheidsrede zelfs als een goede daad beschouwde.
Volgende week in deel II van deze ad hoc serie wat suggesties om Defensie weer op orde te krijgen. Wat wel de suggesties blijven van een Sld 1 b.d. die reeds decennia een ‘nukubu’ is. Dus neem ik ook suggesties van anderen mee. Zoals die van FvD’s Thierry Baudet. Hij wil graag een vak-minister.
Foto: met tekst bewerkte wiki upload van Andrys Stienstra.