Essay

De deugd van tegenwoordig

12-10-2017 15:06

Steeds als ik de uitdrukking ‘Boze Witte Man’ hoor moet ik denken aan meneer Stuifkens. Stuifkens woonde op nummer 12. Oud, nors en der dagen zat; hagelwitte, met manische precisie achterovergekamde haren; lijzig, maar met angstaanjagende lenigheid. Bij ons op het pleintje stond hij vooral bekend om de fanatieke manier waarop hij vandalen uit zijn rozentuin joeg. ‘De Boze Man’, noemden wij hem.

Op een dag kreeg hij me te pakken. Ik was zojuist met mijn fonkelnieuwe crossfiets door zijn rozen geploegd, maar ditmaal lag Stuifkens in een hinderlaag. De maat is vol, moet hij gedacht hebben. Hij mag dan zowat negentig zijn geweest, hij stuiterde als een elastische antilope achter me aan en verkocht mij wat je een corrigerende schop voor mijn hol zou kunnen noemen. Natuurlijk was ik hevig verontwaardigd. Stuifkens was voortaan mijn aartsvijand. Zijn verschijning verankerde zich in mijn onderbewustzijn als de belichaming van autocratie en humorloos burgermansfatsoen.

Toch overkwam me later die week iets vreemds. Ik kwam Stuifkens op straat tegen. Hij herkende me meteen. Maar ditmaal knipoogde hij vriendelijk. Waarom? Geen idee. Ik nam aan dat de arme kerel de aftakeling nabij was.

Hoe dan ook, wat Stuifkens volgens mij niet begreep, was dat het de táák van kinderen is om kattenkwaad uit te halen. Net zoals het hun taak is om in de tienerjaren de kont tegen de krib te gooien. En dat deed ik dan ook. Gloeiende grutten, wat had ik lak aan autoriteit! Tot ver na mijn twintigste leverde ik onvermoeibaar strijd tegen de vastgeroeste mores der voorafgaande generaties. Ik dacht dat ik met de wijsheid ook de deugd in pacht had, en ik zou het helemaal anders gaan doen dan de afgepeigerde oude knarren op het pluche.

Anne Fleur Dekker

Omdat ik zelf zo rebelleerde heb ik veel sympathie voor hedendaagse belhamels als activiste Anne Fleur Dekker en ‘tuigvlogger’ Ismail Ilgun. Wie dus denkt dat ik hier een tirade ga afsteken tegen het jammerkind Anne Fleur heeft het jammerlijk mis. Waarom? Omdat Anne Fleur precies doet wat ze op haar leeftijd hóórt te doen. De barricaden op. Lawaai maken. Vechten tegen al het onrecht in de wereld. Er is volstrekt niets abnormaals of uitzonderlijks aan wat Anne Fleur doet. Miljoenen jonge meiden gingen haar voor. En Ismail Ilgun? Krap twintig jaar is het ventje. Mag hij dan, rondschuimend in het Zaanse, oom agent een beetje belachelijk maken?

Als je jong bent weet je precies wat deugt en wat niet. Het is de meest voorkomende jeugdzonde: geloven dat je alles weet. Je snapt nog niet dat hoe meer je leert, hoe minder je begrijpt. Ismail en Anne Fleur doen wat alle mensen op hun leeftijd hebben gedaan en altijd zullen doen.

Ongekende autoriteit

Toch is er een verschil met vroeger. Waar ik een trap voor mijn hol kreeg of simpelweg werd genegeerd, daar krijgen de bengels van nu een welhaast ongekende autoriteit in het publieke debat toebedeeld. Ilgun en Dekker zijn media-iconen geworden met een eigen Wikipediapagina. Dekker deelde de bühne met wetenschappers en journalisten. In 2016 was ze tijdelijk hoofdredacteur van VEGAN Magazine. Haar debuut verschijnt dit najaar bij een gerenommeerde uitgever. Ismail kan aan de slag bij het AD. Een opleiding? Welnee! Zoals Humberto Tan tegen hem gezegd schijnt te hebben: “Een opleiding is niet nodig, je moet bij jezelf blijven.”

Wat is er gebeurd? Sinds wanneer worden jonkies die iets onverstandigs roepen uitgenodigd in een talkshow? Sinds wanneer krijgen ze een enorm podium voor hun halfwassen ideeën? Zoals regisseur Federico Fellini ooit opmerkte: “Wat voor beheksing heeft onze generatie getroffen, dat wij jongeren plotseling zijn gaan beschouwen als gezanten van een of andere absolute waarheid?”

Jeugd wordt verheerlijkt

In Schermgaande jeugd signaleert onderzoeker Patti Valkenburg de veranderde maatschappelijke positie die jonge mensen innemen. Ze schrijft: “In de jaren ‘80 constateerden Joshua Meyrowitz en Neil Postman een ver doorgevoerde homogenisering van kinderen en volwassenen. Kinderen gedragen zich als volwassenen en volwassenen gedragen zich als kinderen. De grens tussen kinderen en volwassenen is daardoor vertroebeld of zelfs verdwenen.”

Valkenburg spreekt van een doorgeslagen democratisering van ouder-kindrelaties. De machtsbalans is opgeschoven richting kind. Stonden in de jaren vijftig gezag, gehoorzaamheid en respect binnen het gezin centraal, nu heeft de traditionele bevelshuishouding, met vader en moeder aan het roer, plaatsgemaakt voor een onderhandelingshuishouden waarin kinderen vrijheid en inspraak hebben. De lijfspreuk van ouders is veranderd van ‘gedraag je’ naar ‘wees jezelf‘. Daarnaast, zegt Valkenburg, ‘is de jeugdcultuur de dominante cultuur geworden in de samenleving. Ouderen lijken zich aan te passen aan jongeren in mode, gedrag en taalgebruik.’ Auteur Anna Enquist observeert: “Mensen kleden zich kinderlijk, ouderdom wordt verguisd, de jeugd wordt verheerlijkt.”

De adolescentenmaatschappij

Wat Valkenburg omzichtig aanstipt is wat dichter Robert Bly ronduit de Sibling Society noemt, de adolescentenmaatschappij. Een cultuur waarin de jeugd de scepter zwaait. Filosoof Alain Finkielkraut vertelt ons dat jonge, pas afgestudeerde artsen begin twintigste eeuw een buikje kweekten en brillen opzetten, zelfs als hun ogen niets mankeerden, alleen maar om hun patiënten de indruk te geven dat zij meer ervaren waren. In de adolescentenmaatschappij daarentegen modelleren volwassenen zich naar pubers in plaats van andersom.

“De jacht op ouder worden is geopend”, schrijft Finkielkraut. “Ouderen worden niet in ere gehouden vanwege hun wijsheid (zoals het geval is in een traditionele samenleving) of vanwege hun plichtsbetrachting (zoals in een burgerlijke samenleving) of vanwege hun broosheid (zoals in een beschaafde samenleving), maar uitsluitend wanneer zij jeugdig van lichaam en geest zijn gebleven.”

De Anne Fleurs van tegenwoordig groeien op in een tijd waarin de volwassen autoriteit onder druk staat, ja, zelfs omver moet worden gehaald. Volgens René Cuperus lijkt er sprake van een algehele gezags- en vertrouwenscrisis van politiek, formele instellingen, deskundigen en experts. En dat zie je. Autoriteit is er om gewantrouwd te worden. Autoriteit is de corrupte politicus. Autoriteit is het patriarchaat. Autoriteit is racistisch. Autoriteit is de vader. Autoriteit is de boze witte man. De kinderlijke roep om vernietiging van deze dingen is alomtegenwoordig.

Hoofdredacteur van de deugd

De samenleving zélf is een opstandige puber geworden. De jeugd regeert. Voor je het weet beland je als bakvis bij Zomergasten of krijg je als blaag het predicaat “een van de spraakmakendste denkers van onze tijd” opgeplakt. De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd, noemt filosoof Peter Sloterdijk ze, de vaderloze, ontwortelde kinderen die niet langer deel menen uit te maken van de keten der generaties.

Natuurlijk, er zijn altijd wonderkinderen die in de jeugd hun belangrijkste werk doen. Maar voor de meesten van ons komt wijsheid met de jaren. Moraalfilosoof Susan Neiman: “Als we ouder worden leren we: We kunnen proberen zo eervol mogelijk te leven, maar we kunnen nooit zeker weten of we daarin slagen, en hoe zekerder we ons voelen over onze deugdzaamheid, hoe minder waarschijnlijk het is dat we die bezitten.”

Activisme kan uit een goed hart komen, maar ook uit een naïeve geest. Ik ben vreselijk blij dat ze mij geen podium hebben gegeven toen ik twintig was, want godkolere wat was ik toen een halve zool. Ik sluit niet uit dat Anne Fleur op haar veertigste, zelf moeder, terugkijkt en zegt: “Waarom hebben jullie me zo afschuwelijk mijn gang laten gaan?”

De onervaren jeugd wordt voor vol aangezien. De reacties op Anne Fleur zijn even uitvergroot als excessief: ze wordt op afschuwelijke wijze verguisd en op absurde wijze opgehemeld. Ze is de nieuwe Stalin, de nieuwe Ayaan Hirsi Ali. Natuurlijk is ze geen van beiden. Anne Fleur is een doodnormaal kind dat in onze antiautoritaire drift tot hoofdredacteur van de deugd is gemaakt. En mét haar talloze andere adolescenten.

De knipoog van Stuifkens

Nadenkend over deze fascinerende zaken begreep ik ineens de knipoog van Stuifkens, al die jaren geleden! Hij mocht dan oprecht boos zijn geweest, hij snapte ook dat hij meer was dan een knorrige buurman die zijn rozen verdedigde. Hij was een opvoeder. Hij was een verlengstuk van Vadertje Staat. Ik ging over de schreef en hij corrigeerde mijn gedrag. Zijn knipoog wilde zeggen: ‘Het is jouw taak om kattenkwaad uit te halen, maar het is de mijne om je daarvoor te straffen.’

Soms verlang ik opeens heel erg naar meneer Stuifkens. We zitten met z’n allen in zijn rozentuin te pielen en het wordt hoog tijd dat hij tevoorschijn springt om ons een knalharde corrigerende schop voor ons hol te verkopen. Wereld, geef me mijn Boze Witte Man terug!

Ik dank u voor uw tijd.