In de populairste regio’s van Nederland zijn te weinig beschikbare huizen om aan de vraag te voldoen. Dat blijkt uit cijfers van makelaarsvereniging NVM, die al langer waarschuwt voor oververhitting van de markt en hard stijgende huizenprijzen.
In Amsterdam steeg de prijs van woningen in een jaar tijd met 17%, waardoor ook 17% minder woningen werden verkocht.
In steden als Leiden en Delft werden in het derde kwartaal tot 15 procent minder woningen verkocht dan een jaar eerder. Kopers moeten daarom vaak uitwijken naar omliggende gemeenten of kiezen voor een huurwoning in de vrije sector. Vooral voor starters en huishoudens met beperkte financiële middelen wordt het vinden van een woning in de Randstad steeds moeilijker.
In gebieden waar de woningmarkt zich later herstelde, zoals Noord-Limburg en Zuidoost-Groningen, worden juist veel meer woningen verkocht. De stijgingen in die regio’s overstegen de 30 procent.
De gemiddelde woning kost nu 264.000 euro, zo’n 10 procent meer dan een jaar geleden. Bijna een kwart van de woningen wordt inmiddels boven de vraagprijs verkocht. Deels is dat te verklaren door oververhitting van de markt, maar deels komt dat ook door verkopers. Die rekenen er met een scherpe vraagprijs op meer kijkers te lokken en moedigen zo overbieden aan.
Naar verwachting worden er dit jaar zo’n 45.000 nieuwbouwwoningen verkocht. Dit is bij lange na niet voldoende om aan de vraag te voldoen, stelt de NVM. Dat zouden er 80.000 moeten worden, waarvan driekwart koopwoningen.
Anp