De Libanese islamdeskundige en politicoloog Antoine Sfeir legt op overtuigende wijze een kernprobleem bloot tussen de islam en de westerse samenleving. Er is een dubbelzinnigheid die de Europese regeringsleiders niet onder ogen durven te zien, namelijk de tegenstelling tussen de islamitische ideologie en de democratie. De islam zomaar accepteren vergelijkt Sfeir met republikeinen vragen de monarchie te aanvaarden. In beide gevallen gaat het om een ideologie die zo omvattend is dat het geen andere staatsvorm naast zich duldt. In elk geval geen staatsvorm waar de burgers keuzevrijheid, – zoals vrijheid van godsdienst of vrijheid om atheïst te zijn -, hebben en zelf hun wetten kiezen.
In de jaren zeventig werd Sfeir gedurende zeven dagen op afschuwelijke wijze gefolterd door Palestijnen (nagels uitgetrokken, gelaat kapot geslagen met een geweerkolf). Deze 68-jarige geleerde die nog steeds de sporen draagt van de foltering, is een voorbeeld van een wijze man die op rustige en overtuigende wijze de problemen van het Midden-Oosten en van de islam in het Westen analyseert. Hij is stichter en uitgever van het toonaangevend tijdschrift Les Cahiers de l’Orient en werd in Frankrijk met de Legion d’honneur onderscheiden.
Er zijn grote spanningen tussen de westerse wereld en de moslims. De ene terroristische aanslag volgt op de andere. Politie en inlichtingendiensten doen voortreffelijk werk, maar het is onmogelijk alle aanslagen te voorkomen. Volgens Antoine Sfeir lijkt ISIS overwonnen op het slagveld, maar dit is niet het geval in de geesten van de aanhangers. Die zijn nu over de gehele wereld verspreid.
Hoe is het zover kunnen komen? Alhoewel de eerste tekenen al in de 20ste eeuw zichtbaar waren, zijn de spanningen vooral in het eerste decennium van de 21ste eeuw fors toegenomen. Dat begon toen Bush jr. opriep tot een ‘kruistocht’ tegen het terrorisme. Het uitroepen van het kalifaat door ISIS werd door veel jongeren beleefd als de anti-kruistocht. Dit had een enorme ideologische aantrekkingskracht, ook voor jongeren die hun religie nauwelijks kenden. Daar bovenop weet ISIS, via een zeer professioneel gebruik van sociale media in meerdere talen, jongeren overal ter wereld te bereiken. Ook jongeren die geen moslim zijn en zich bekeren.
Daarnaast zijn er veel imams die nauwelijks opgeleid zijn en vooral criminele jongeren, die niets te verliezen hebben, kunnen rekruteren voor de jihad. Deradicalisering lukt niet of nauwelijks. In de gevangenissen wordt de radicalisering versterkt. Volgens Sfeir kan deradicalisering slechts lukken door overdracht van kennis, door mensen die de islam goed kennen.
Deze opzet vinden we terug in het deradicaliseringsprogramma van de uit Egypte afkomstige Franse etnopsychiater Tobie Nathan. Op verzoek van de Franse regering heeft hij vijftig geradicaliseerde jongeren gedurende drie jaar gevolgd. Met elk van hen had hij vijftig sessies van twee tot drie uur. Bij die sessies waren diverse therapeuten aanwezig, alsook familieleden en tolken. De discussies gingen over fundamentele kwesties in verband met hun geloof. Bijvoorbeeld hoe sta ik tegenover de ander die geen moslim is. Het resultaat van deze therapie was dat deze jongeren het gevoel hadden er weer bij te horen, maar dan wel bij mensen die zich normaal en verantwoordelijk gedragen. Dit programma was uitermate succesvol. Dat kwam vooral omdat geen beroep werd gedaan op traditionele therapievormen en rekening werd gehouden met de cultuur en de religie van de moslims.
We zien dat in de tweede en derde generatie de radicalisering en het fanatisme toenemen. Dus bij jongeren die in Europa zijn geboren. Hoe komt dit? De eerste generatie immigranten kwam uit het platteland en had nauwelijks een idee van de islam. Zij vonden hier werk en wilden zich zo goed mogelijk tijdelijk aanpassen aan de westerse samenleving om daarna terug te keren naar de landen van herkomst. De politiek van gezinshereniging zette echter alles op z’n kop. De kinderen werden hier geboren, zodat terugkeer niet meer het doel was. Deze kinderen voelen zich echter behandeld als vreemdelingen. Zij hebben niet meer, zoals hun ouders het perspectief van terugkeer naar het land van hun voorvaderen. In Europa hebben zij echter geen voorvaderen en in dit gat springt de radicale islam. Vooral het salafisme dat een terugkeer naar de bronnen van de islam bepleit, heeft een grote aantrekkingskracht.
Het verhaal van de kruistocht was een trigger om ten strijde te trekken tegen het Westen en om onze beschaving te haten. De onthoofdingen door ISIS-strijders zijn een herhaling van de onthoofdingen in Medina op bevel van de profeet. Als de Koran letterlijk wordt genomen, zoals de salafisten en islamisten willen, staat ons nog wat te wachten.
De essentiële vraag die volgens Sfeir gesteld moet worden is of we de islam zullen accepteren of dat we van de moslims zullen verwachten dat zij zich integreren in de westerse, democratische samenleving. Een tussenweg is er niet, want de islam is een religie die zowel spiritueel als werelds is. Tolerantie werkt hier niet, want de islam is uit op wereldoverheersing en heeft een eigen, goddelijke wetgeving. De islam claimt daarom de macht, terwijl in onze seculiere landen religie niet kan samengaan met macht. Als dit in het verleden wel zo is geweest, dan was dit een aberratie van het christendom. De Verlichting was juist een overwinning van de Rede op het geloof. Dit is voor de islam onaanvaardbaar.
Integratie betekent, volgens zowel Sfeir als Nathan, niets anders dan een heropvoeding. Salafisme en islamisme verhinderen integratie. Salafisten doen dit via prediking. Islamisten kiezen de weg van het geweld. Deze belemmering kan slechts worden opgelost als er een Verlichting komt, waar de rede de haat tegen de ander overwint. Alleen educatie en consequent gezag maken dit mogelijk.
Geert Wilders had gelijk te wijzen op het ontbreken van het woord ‘islam’ in de regeringsverklaring van Rutte III. Dit wijst namelijk op wegkijken en op angst. Deze angst leidt tot toenemende polarisatie. Het hierboven vermelde deradicaliseringsprogramma van Tobie Nathan is onbetaalbaar om op grote schaal toegepast te worden. Dit kan echter overgenomen worden door de scholen, waar discussies worden georganiseerd samen met de ouders van de moslimleerlingen en met goed opgeleide imams. In de regeringsverklaring had uitdrukkelijk gesteld moeten worden dat in het onderwijs een grote inspanning zal worden gedaan om islamitische leerlingen de waarden van de Verlichting bij te brengen. Als dit laatste lukt, dan zullen deze leerlingen niet alleen bevrijd worden van dwang en onverdraagzaamheid, maar zullen ze het gevoel hebben er echt bij te horen.