Erken raciale aannames, we zijn niet allemaal kleurenblind

22-10-2017 14:40

Inclusiviteit lijkt het wondermiddel te zijn in bestuurlijk Nederland. Werkgevers, organisaties en onderwijsinstituten dienen inclusief te zijn. De Nederlandse politiek is de afgelopen jaren sterk gericht op ‘identity politics‘, waarbij minderheidsgroepen een identiteit wordt toegeschreven, terwijl een groot deel van de Nederlandse bevolking zich liever ‘kleurenblind’ houdt en niet over kleuren wilt praten. Het gaat in beide opvattingen nimmer over de witte Nederlander zelf, enkel over de ander.

Inclusiviteit

Ook in het onderwijs moet inclusiviteit een grotere rol gaan spelen. Op Nederlandse scholen segregeren zwarte en witte leerlingen zich sterk. Witte leerlingen zitten gemiddeld met twaalf procent zwarte leerlingen in de klas, terwijl een zwarte leerling gemiddeld met zeventig procent zwarte leerlingen in de klas zit. En dat terwijl veertien procent van alle Nederlandse kinderen een niet-westerse migratieachtergrond heeft.

Ondanks dat vanuit de politiek wordt geroepen om diversiteit na te streven, neemt de schoolsegregatie toe. Hoe komt dat wij Nederlanders – welke kleur dan ook – onze kinderen niet inclusief willen opvoeden? Een belangrijke verklaring hiervoor is woonsegregatie, waarbij zowel zwarte als witte leerlingen in wijken wonen die gedomineerd worden door hun eigen huidskleur.

Maar een andere verklaring voor deze segregatie is de schoolkeuze van witte ouders. Vorig jaar shockeerde documentairemaakster Sunny Bergman Nederland met haar confronterende documentaire Wit is ook een kleur, waarin zij stelde dat juist de witte Nederlander segregatie in de hand werkt. Hier voegt zij vervolgens aan toe dat racisme een probleem van de witte bevolking is.

Islamitisch onderwijs

De schoolkeuze van ouders om hun kinderen specifiek op scholen te zetten waar weinig zwarte leerlingen op zitten wordt de ‘witte vlucht’ genoemd. Ouders maken deze keuze vanuit de gedachte dat op zwarte scholen slechter onderwijs wordt gegeven of dat het leerproces van hun kind onnodig wordt vertraagd door de (grote) aanwezigheid van zwarte leerlingen. En dat terwijl het islamitisch onderwijs in Nederland buitengewoon goed presteert. De 42 Islamitische basisscholen behalen met een gemiddelde van 7,37 de hoogste CITO eindcijfer van alle andere soorten basisonderwijs.

De witte vlucht kan verklaard worden door het sociologisch idee van ‘relative risk aversion‘, waarbij hoogopgeleide ouders bang zijn dat het nageslacht zakt op de mobiliteitsladder, waardoor zij meer actie verrichten om het toekomstperspectief van hun kinderen zo rooskleurig mogelijk te maken. Deze witte vlucht vergroot de etnische segregatie.

Raciale kenmerken

In de documentaire De witte vlucht van Camiel Zwart worden ouders gevraagd waarom zij hun kind niet op de dichtstbijzijnde school hebben gezet, maar op een witte school een stuk verder van de wijk vandaan. Witte ouders in de documentaire spreken van ongemak wanneer zij hun keuze motiveren, omdat zij bang zijn om als racist te worden weggezet. Dit belichaamt het taboe op racisme. Niemand wilt toch een racist zijn? Toch maken mensen keuzes op basis van (raciale) aannames. Maar waarom houden wij onszelf voor de gek? Verdwijnen raciale kenmerken vanzelf als je ze negeert?

Ik ben er van overtuigd dat het niet meer de vraag is óf ons gedrag en handelen berust op raciale aannames, maar waarom wij hier niet eerlijk over kunnen zijn. De kloof tussen afstand nemen van raciale aannames en er daadwerkelijk van overtuigd zijn dat deze aannames moreel rechtvaardig zijn is groot. Hopelijk maakt het intensifiëren van dit onderscheid het taboe op racisme wat minder beladen en ontstaat er meer ruimte voor gesprek. We hebben immers allemaal een kleur. Door eerlijk tegen ons zelf te zijn, en meer te reflecteren op ons gedrag, zal er ook meer ruimte zijn voor dialoog. We zijn tenslotte niet allemaal kleurenblind.