Behalve de al niet meer gebruikte 60 mm-mortiermunitie hebben mogelijk ook antitankmunitie en rookgranaten van de Nederlandse militairen in Mali te lijden gehad onder te hoge temperaturen. Dat is geconstateerd tijdens inspecties. De militairen zullen deze mogelijk onveilige voorraden niet meer gebruiken tot die zijn vervangen door nieuwe, gekeurde munitie.
Ook is per 13 oktober een schietverbod uitgevaardigd voor de 81 mm-mortieren, die bij de missies in Mali en Litouwen in gebruik zijn. Hier is er volgens Defensie geen probleem met de munitie maar met het wapen zelf, dat bestaat uit een buis waar de militairen de granaat in laten vallen.
De prestaties van het wapen bleken volgens Defensie tijdens een gewone controle af te wijken van de standaard. De oorzaak is drukverlies en dit kan volgens Defensie uiteindelijk leiden tot een veiligheidsrisico.
De ongeveer 290 Nederlandse militairen in Mali zijn sinds zaterdag weer aan de slag voor VN-missie Minusma. De missies waren begin deze maand stilgelegd voor extra veiligheidscontroles na een vernietigend rapport over het dodelijke mortierongeluk in Mali.
In Mali is behalve naar munitie, ook gekeken naar de medische evacuatie per helikopter. De vliegtijd van het afgelegen Kidal naar Gao bleek iets langer dan de toegestane twee uur, maar het grootste gevaar is dat voor de inzet van een VN-helikopter toestemming nodig is van het hoofdkwartier in Bamako. Dat kan tot meer tijdverlies leiden. Nederland heeft gevraagd de directe inzet te garanderen. Die toezegging is er nog niet.
Er zijn in de regio ook Duitse helikopters. Die staan in tegenstelling tot de inmiddels teruggetrokken Nederlandse heli’s echter niet in Kidal als de Nederlanders daar op missie zijn of schietoefeningen doen.
ANP