Ik ben een salonsocialist van het allerlaagste allooi. Als ik iets wil doen aan het onrecht in de wereld sleep ik me net als alle andere laffe activisten naar het toetsenbord en tik een gemakzuchtig, quasi-wijsgerig stukje voor de een of andere ploertige website. Mijn vriendin daarentegen draagt daadwerkelijk iets bij aan de samenleving. Sinds kort geeft ze (en moge Allah het haar lonen) gratis bijles aan een Syrisch jongetje dat sinds een paar jaar in Nederland woont.
Mourad heet hij, zeven jaar. Een leergierig ventje. Hij is fan van Star Wars, wil graag alles weten over dieren en spaart de Freek Vonk-plaatjes waar levensgevaarlijke kleuterbenden je tegenwoordig de strot voor afsnijden bij de uitgang van de Albert Heijn. Mourad is aardig. Mijn vriendin geeft hem Roald Dahl te lezen en binnenkort heeft hij een spreekbeurt over De GVR.
Zijn ouders zijn blij met de lessen. Onlangs nodigden ze ons uit voor de maaltijd en sindsdien heb ik af en toe contact met Mourads vader, een Palestijnse Syriër uit Damascus. Afgelopen week kwam ik weer eens aanwaaien. Salaam aleikum, zegt hij als ik binnenkom. Aleikum salaam, antwoord ik. Ze zullen hier weten dat ik de Koran drie keer gelezen heb.
Bashshar vertelt graag over zijn leven. Cardioloog was hij, voordat hij vluchten moest. Zijn vrouw was CCU-verpleegkundige en zijn zus had een eigen tandartsenpraktijk in het Saoedische Riyad. Zijn vader was geoloog. “Hij kon aan een stuk steen meteen zien hoe oud hij was: honderd jaar of een miljoen jaar.”
Dat laatste verbaast me. Een miljoen jaar? Geloven de moslims niet dat de aarde zo’n zesduizend jaar oud is? Bashshar lacht: “Welnee. Wat in de Bijbel en de Koran staat is natuurlijk symbolisch bedoeld.”
Ik vraag hem of er in Syrië meer moslims zo over denken. Hij beaamt het: “Wekelijks waren er lezingen in het buurthuis. Over geloof natuurlijk, maar ook over geschiedenis en recente ontwikkelingen in de wetenschap. Joden, christenen, iedereen die wilde was welkom.”
Een vraag die we regelmatig stellen en die voor ons toekomstig welzijn weleens cruciaal zou kunnen zijn is: bestaat er een gematigde islam? Als we Bashshar moeten geloven wel. Hij kan me natuurlijk wat op de mouw spelden, maar die indruk wekt hij niet. Hij laat zijn zoontje bijspijkeren door een ongesluierde Hollandse vrouw en zoekt ijverig naar Nederlandse kinderboeken die universele waarden overbrengen: altijd eerlijk zijn, mensen met respect behandelen, opkomen voor de zwakkeren.
In Syrië moest hij kiezen: was hij voor de despotische Assad of voor de despotische Islamitische Staat? Geen van tweeën, wilde hij antwoorden, maar dat mocht niet. In een gepolariseerde samenleving mag je alleen kiezen tussen twee uitersten. Dat weigerde hij, net als vele anderen, en de oorlog betekende de vernietiging van een brede, gematigde middenklasse.
Maar ook in Nederland was Bashshar niet veilig. Met enige regelmaat werd hij benaderd door ronselaars van ISIS. Gewoon in zijn eigen wijk. “Voor de meeste moslims is Islamitische Staat gewoon mafia,” legt Bashshar uit. “Vergeet niet dat ISIS ons óók niet als ware moslims beschouwt. Die zelfmoordaanslagen in Frankrijk en Engeland zijn niet alleen gericht op westerlingen, maar op iederéén. Ze ploegen gewoon met een auto de hele straat door. Er kunnen daar rustig tien moslims lopen, dat interesseert ze niet.”
Wat deed Bashshar toen hij benaderd werd? “Ik heb aangifte gedaan,” zegt hij. Maar de politie kon alleen iets doen als er aantoonbaar sprake was van geweldsdreiging. Denkbeelden alléén zijn niet verboden. “Dat vinden wij verbijsterend,” zegt Bashshar. Het is alsof je in Italië een lid van de mafia wilt aangeven en de politie zegt: ‘Tja meneertje, die mensen hebben óók recht op hun vorm van katholicisme.’ Het is een krankzinnige vorm van tolerantie.
Volgens Bashshar is het eenvoudig. “Je hebt vreedzame mensen en gewelddadige mensen. Voor vreedzame mensen is de islam vreedzaam, voor gewelddadige mensen is de islam gewelddadig. In Syrië zijn alle oorlogen politiek van aard en wordt religie er alleen maar bijgesleept om geweld te rechtvaardigen.”
Ik vraag waarom de moslims in Nederland zich niet vaker uitspreken tegen terrorisme. Dat zou de beeldvorming hier misschien verbeteren. “Tja, ik weet niet”, zegt Bashshar. “Veel zijn er bang. Bang voor spionnen. Anderzijds zijn we niet zo verenigd als mensen misschien denken. Alsof we elkaar elke dag bellen of zo. De meeste moslims spreken elkaar nooit. Het zijn veelal de lager opgeleiden die trouw naar de moskee gaan, en die ook het meest gevoelig zijn voor fundamentalistische ideeën.”
In Syrië moest Bashshar kiezen tussen twee uitersten. Eenmaal in het gepolariseerde Nederland staat zijn gematigde middenveldpositie opnieuw onder druk. Polarisering leidt tot simplistische denkbeelden. “Voor de Nederlanders zijn we óf allemaal terroristen, óf allemaal zielige slachtoffers,” zegt Bashshar. “Soms lijkt het wel alsof we daar tussen moeten kiezen. Maar we zijn een allegaartje. En oorlog maakt van goede mensen slechte mensen. En dus komen er met de vluchtelingen veel slechte mensen mee. Maar dat durf ik al bijna niet meer te zeggen.”
Het doet me denken aan wat journalist Annemie Struyf onlangs zei, ook uit eigen ervaring: “Samen met de migratiestromen krijgen we denkbeelden en culturen binnen met heel weinig, en ik beklemtoon dat, met héél weinig respect voor vrouwen. We moeten die groepen echt zien te bereiken en hen tonen voor welke waarden we staan. Op dat vlak mogen we geen compromissen sluiten.”
Hoe dus de onverzoenlijkheid tussen tolerant en intolerant ook hier de gematigdheid vernietigt en het fundamentalisme voedt. Want wat is fundamentalisme? De totale afwezigheid van gematigdheid.
De tolerantie van links kan even destructief zijn als de intolerantie van rechts. Waarom? Omdat beide kanten fundamentalistisch zijn geworden in de manier waarop ze het gelijk opeisen. Het argwaan dat bij rechts volledig is dichtgeslibd, is bij links compleet overboord gezet: álle slachtoffers deugen, dus open met de grenzen: hoe meer zielen, hoe meer deugd.
Bashshar wil zijn zoontje vooral opvoeden met universele waarden, de waarden die mensen over de hele wereld delen. Maar om waarden te delen moet je ze eerst afbakenen. Je moet bepalen: wat is moreel wenselijk en wat niet? Je moet tegen je kind kunnen zeggen: dát is goed en dát niet. Maar in een land als Nederland wordt dat steeds lastiger. ‘Universele’ waarden bestaan niet meer. Wij leren dat waarden relatief zijn. Je mag niet meer oordelen over andermans zeden. Want: anderen hebben ook recht op hun mening. En wie zijn wij om ze ónze waarden op te leggen?
Bashshar wil dolgraag integreren in een samenleving waarmee hij universele waarden gemeen heeft. “Nederlanders menen dat ze allochtonen geen waarden mogen bijbrengen. Dat vinden ze racistisch. Op school durven ze mijn kinderen nauwelijks nog te corrigeren. Maar veel allochtone ouders, die hun kroost willen beschermen tegen radicale ronselaars, zitten juist te springen om Nederlandse waarden.”
Tolerantie ontstaat niet altijd even gemakkelijk, maar áls hij komt, dan komt hij uit eigen beweging. Tolerantie is geen plicht die met dwang of morele chantage kan worden opgelegd. Tolerantie groeit, komt voort uit het vergaren van kennis, uit het uitwisselen van eenvoudige beleefdheidsvormen en uit de realisatie dat je met een verre buur soms verrassend veel gemeen kan hebben.
Mijn vriendin heeft voor Bashshar een stage geregeld bij een hartkliniek. Laten we hopen dat Bashshar hier aan de slag kan. Laten we hopen dat hij zijn zoontjes kan behoeden voor fundamentalistische moslims én voor fundamentalistische tolerantie.
Ik dank u voor uw tijd.