Geweld tegen aspirant-leden van studentencorps Vindicat uit Groningen was al jaren gemeengoed. Volgens de verdachte van een mishandeling tijdens de ontgroening in 2016 moesten de jonge studenten geïntimideerd worden.
Dat zei hij donderdag tijdens de strafzaak in de Groningse rechtbank. Wouter B. (24) stond met een van zijn voeten op de slaap van een aspirant-lid tijdens die ontgroening. “Het was intimidatie en vernedering. Dat hoorde er gewoon bij”, zei hij hierover.
Het slachtoffer liep bij het incident ernstige hersenschade op. B. wordt het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel verweten. Volgens getuigen was de aangever het ‘persoonlijke project’ van commissielid B. De jongen zou voorafgaand aan de ontgroening B. een klap verkocht hebben.
De commissie van B. moest de ‘feuten’ intimideren. Op 25 augustus werden negen van hen in een donkere ruimte tegen een muur gezet. Om de beurt werden hun benen onder hun lijf geschopt. Volgens B. gebeurde dat al jaren. Het jaar ervoor werden zelfs stokken gebruikt, ,,maar niet om mee te slaan of zo”.
Andere commissieleden zeiden dat B. erg agressief was, en te veel in zijn rol zat. “Allemaal toneelspel”, reageerde B. Dat terwijl de officiële regel binnen Vindicat was om geen fysiek contact met de aspirantleden te hebben, las de voorzitter van de rechtbank voor.
Het slachtoffer weigerde aanvankelijk aangifte doen. Aspirant-leden bij Vincidat ondertekenen voorafgaand een geheimhoudingsverklaring. Vindicat besloot uiteindelijk in oktober vorig jaar zelf aangifte te doen. De rechtbank heeft een dag uitgetrokken voor de strafzaak.
Anp