Voor het mishandelen van een aspirant-lid van studentencorps Vindicat in Groningen moet de 24-jarige Wouter B. 180 uur taakstraf krijgen. Dat eiste de officier van justitie in de strafzaak donderdag.
Daarnaast eiste ze een celstraf van 91 dagen, waarvan 90 voorwaardelijk. Op 25 augustus 2016 werden tijdens een ontgroening aspirantleden in een donkere kamer in de sociëteit van Vindicat tegen een muur gezet. Soms werden hun voeten onder ze vandaan geschopt. ,,Ik was bont en blauw”, verklaarde een van hen na afloop.
Het latere slachtoffer Rogier werd extra hard aangepakt. Hij moest met zijn buik op de grond liggen, zijn hoofd gedraaid met een wang op de betonnen vloer. B. stond met een van zijn voeten op de slaap en drukte door, volgens het slachtoffer. ,,Ik begon te schreeuwen maar kon me niet ontworstelen”, las de officier van justitie uit diens verklaring voor.
Het slachtoffer liep een hersentrauma op. Rogier stapte niet naar de politie vanwege een geheimhoudingsverklaring die aspirant-leden van Vindicat moeten ondertekenen. Zou hij uit de school klappen, dan moest hij 25.000 euro boete betalen. Het bestuur deed uiteindelijk zelf aangifte.
B. zelf achtte zich niet verantwoordelijk voor het letsel. De andere commissieleden van Vindicat zouden hem afgeremd hebben als hij over de schreef was gegaan. Diverse gezagsdragers lieten zich al snel openlijk uit over deze zaak, zei zijn raadsman, en iedereen had zijn oordeel al klaar. Hij meent dat er geen sprake is van zwaar lichamelijk letsel: een schedelbasisfractuur is niet vastgesteld.
ANP
