Het gerechtshof wil meer informatie in de hogerberoepszaak tegen PVV-leider Geert Wilders in het ‘minder-Marokkanen’ proces. Zo moet het Openbaar Ministerie (OM) inzicht geven over het traject waarin de aangiftes zijn gedaan tegen de politicus. Ook wil het hof drie deskundigen benoemen om zich beter te laten informeren.
Dat besloot het hof donderdag na verzoeken van Wilders’ advocaat Geert-Jan Knoops, die hij vorige maand naar voren bracht tijdens regiezittingen. De meeste onderzoekswensen werden afgewezen, net als de rechtbank eerder ook al had gedaan bij het eerste proces. Zo hoeven niet alle bijna 6500 mensen te worden gehoord die aangifte hebben gedaan. Ook hoeft er geen lijst te worden gemaakt van mensen die waren betrokken bij de aangiftes.
Wel moet het OM nauwkeurig in kaart brengen hoe de procedure is verlopen die leidde tot de aangiftes. Dat moet duidelijk maken wie welke besluiten daarin heeft genomen en op welk moment. Zo wil het hof inspelen op de bewering van Wilders dat er mogelijk sprake is van afstemming tussen politie en OM en dat er sprake was van sturing van hogerhand. Het is tegelijk niet nodig om enkele politici en andere bestuurders te horen, vindt het hof. Knoops wilde onder andere premier Mark Rutte en oud-minister Ivo Opstelten als getuige laten oproepen.
Ook werd geen uitstel verleend voor het proces. Het hof bevestigde verder dat het proces tegen Wilders begint op 17 mei 2018. De politicus wordt vervolgd, omdat hij op 19 maart 2014 zijn aanhangers liet roepen dat ze ‘minder’ Marokkanen wilden. Eind 2016 werd de politicus veroordeeld voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie van Marokkanen.
ANP