De sociaal-democratie is in het defensief gedrongen. Overal in Europa hebben de linkse volkspartijen harde klappen moeten incasseren, waarbij soms partijen bijna met man en muis ten onder zijn gegaan. Deze teloorgang van de sociaal-democratie wordt ‘pasokificatie’ genoemd, afgeleid van de Griekse partij PASOK die opeens genadeloos verviel van een oppermachtige partij, tot een politieke splinter.
Er zijn teveel landen waar het mis is gegaan voor de sociaaldemocraten. Politicologen zien dan ook een trend, en zijn het er over eens dat deze partijen zich in een diepe crisis bevinden. Van oudsher beheersten de sociaaldemocraten het electorale landschap, nu rest hen niets meer dan die gloriedagen te herinneren. Of zoals cultuurhistoricus René Cuperus het verwoordde: ‘ergens is de verkeerde afslag genomen’.
Ondertussen zijn er talloze analyses losgelaten op dit fenomeen. Waarom zijn de sociaaldemocraten uit de gratie geraakt? Hierop zijn meerdere antwoorden geformuleerd. Zo zouden mensen steeds minder op brede volkspartijen stemmen door individualisering. Anderzijds wordt genoemd dat de traditionele achterban is verdwenen en de sociaal-democratische agenda simpelweg is voltooid. Dit speelt uiteraard een rol, maar we hebben de kern nog niet te pakken.
‘De kiem van het linkse drama ligt in de jaren zeventig en tachtig. De Europese sociaal-democratie stond er toen ook beroerd voor (…) Decennialang kwamen de linkse volkspartijen nauwelijks nog aan de macht doordat er te sterke rechtse partijen heersten, met roergangers als Tatcher, Reagan en Kohl.’ Schrijft de Trouw. Het doembeeld van de ineengestorte christendemocratie hing als een zwaard van Damocles boven hun hoofd. De linkse volkspartijen wilden dat doembeeld absoluut vermijden. En daarom besloten ze om een pact aan te gaan met het neoliberalisme – het overheersende gedachtegoed van globalisering, privatiseren en vrije handel. De sociaal-democratie liet in de jaren negentig haar linkse veren vallen, het proces van ontideologisering.
Hierdoor konden links en rechts opeens door dezelfde deur, doordat de politieke verschillen kleiner werden. Immers, de 20e eeuwse politiek werd gedomineerd door economische twistpunten. Culturele thema’s zoals de Europese integratie en het multiculturalisme, waren nog helemaal niet aan de orde. En daarom kropen de liberalen en socialisten dichter naar elkaar toe, met als hoogtepunt de Paarse kabinetten in de jaren negentig.
Overigens is dit dezelfde periode waarin professor Oerlemans schreef dat de verschillen tussen de partijen zo klein waren geworden, dat Nederland de facto een ‘een-partijstaat’ is geworden. Het waren gevleugelde woorden die het fundament zouden vormden voor de theorie van het ‘partijkartel’.
De nieuwe koers die de sociaal-democratie desalniettemin was ingeslagen ging aanvankelijk gepaard met succes. Maar uiteindelijk zou dit pact hen steeds meer klemzetten. ‘Ze braken moeizaam verworven zekerheid van werknemers af, werkten mee aan privatiseringen en versoberden de verzorgingsstaat’ schrijft wetenschapsredacteur Sander Becker. Op economisch terrein verloren ze hun eigen ideologie, waar decennia voor is gestreden, steeds meer uit het oog. En dan kwam daar ook nog eens een economische crisis overheen waardoor er nog meer werd gesneden in die verzorgingsstaat.
Tegelijkertijd ging deze koers gepaard met een enthousiaste globalisering, Europese integratie en pro-immigratie standpunten. Er was hier in feite nooit een debat over gevoerd. Het werd overgenomen, en gezien als de weg voorwaarts. Pas na de eeuwwisseling werd hierover gesproken. Elf september maakte de wereld wakker uit een roze droom van liberale wereldvrede. Pim Fortuyn sprak over de islam als ‘een achterlijke cultuur’, en multiculturalisme als een mislukt project. En daarboven op kwam het harde ‘nee’ op de Europese Grondwet.
De sluimerende onvrede kwam steeds meer aan het licht. Traditioneel werd aangenomen dat de Europese Unie, migratie en globalisering gewoon goed waren. Een verhaal van alleen maar winnaars. Dat mensen dat op een gegeven moment dat gingen betwijfelen, werd door de sociaal-democratie in het bijzonder totaal niet begrepen. Twee heel verschillende werelden leken met elkaar in contact te komen. En daardoor staken de linkse volkspartijen te lang hun hoofd in het zand, negeerden ze de kritische geluiden die laatste jaren alleen maar aan terrein en steun hebben gewonnen.
Deze ontwikkelingen vormden langzaam een giftige cocktail. ‘Zo maak je mensen onzeker op cultureel en economisch gebied, een fatale combinatie’ concludeert René Cuperus.
In een eerder essay heb ik geschreven over het ‘huwelijk tussen winnaars en verliezers’. Dit ging over de rolopvatting die de politiek moet aannemen. De politiek moet vooral als smeerolie dienen, om de samenleving als machine goed te laten draaien. Als er dan in die samenleving bepaalde veranderingen zich voordoen – bijvoorbeeld europeanisering, multiculturalisme en globalisering – dan zien we een tweedeling ontstaan tussen winnaars en verliezers – mensen die er niet van profiteren. We verwachten dan een reactie van de politiek, om die verliezers te compenseren door beleid te maken, om zo een bepaalde herverdeling tot stand te brengen.
En wie dit goed begrijpt, ziet dat er bij deze rolopvatting een actieve overheid wordt verwacht. Politiek die ongelijkheid bestrijdt, door altijd te zoeken naar een compromis tussen winnaars en verliezers. En een actieve overheid is het fundament van het sociaal-democratische gedachtegoed. Als zij mede deze rolopvatting laat verwaarlozen, is het niet vreemd dat de linkse volkspartijen daarop het hardst worden afgerekend.
Waarom heeft de sociaal-democratie het dan zo ver laten komen? Waarom heeft ze de verliezers van het multiculturalisme niet serieus genomen? Waarom is die onzekerheid voorgezet?, want juist de linkse volkspartijen hadden dit als eerste moeten agenderen. Zij stonden altijd pal achter de mensen die het moeilijk hadden – de lage middenklasse met andere woorden. De politieagent en de verpleegster, de mensen die steeds meer moeite moeten doen om het hoofd boven water te houden, zoals bleek uit een recent rapport van de WRR. Waarom werden er geen antwoorden geformuleerd, hoe de verliezers moeten worden gecompenseerd? Waarom worden die verliezers juist genegeerd, zodat ze hun heil moeten zoeken bij het rechts-populisme?
In mijn analyse is de meest fundamentele en diepgaande reden, dat de moderne mens niet kan accepteren dat God niet bestaat. Zo komen we bij Nietzsche uit die stelde dat God dood is. De vraag wat de zin van het leven is, het uiteindelijke doel van z’n idealen – is er niet. Er is alleen leegte. De moderne mens beseft dat hij alleen is, dat er geen bovennatuurlijke krachten ons beschermen of juist straffen. Doordat religie bij veel mensen is weg gevallen als houvast, als oriëntatiepunt op de wereld, is er een vacuüm ontstaan dat door niets anders werd ingekleurd.
We zien daardoor een afkeer van onze culturele worteling, omdat die blijkbaar berust op een illusie – een roze droom die geen realiteit blijkt te zijn. Er is geen harmonie, of een achterliggende logica die een religie ons wel biedt. En dat besef maakt de moderne mens onrustig, doelloos en wraakzuchtig. Immers, denk bijvoorbeeld aan iemand die verliefd is maar er op een gegeven moment achter komt dat het niet wederzijds is. Dat je dan gaat denken ‘ik heb liever dat zij ongelukkig is, dan gelukkig zonder mij’. Dit is in feite de menselijke psychologie.
En dit besef, we zijn helemaal alleen in de wereld, dat creëert wraaklust en een zelfvernietigingsdrang. Vergelijk het met de woede nadat je erachter bent gekomen dat je bent opgelicht door een oude vriend, en hem daarom begint te haten. Je wilt niets meer met hem te maken hebben.
En diezelfde afgunst zien we bij onze culturele wortels ontstaan. De moderne mens kan niet leven met de gedachte dat hij alleen is. Het idee, God is dood, is zo radicaal dat ze een omslagpunt vormt in de geschiedenis. En mensen gaan zich opgelicht voelen, beginnen daarom te vragen wat er zo bijzonder is aan onze identiteit? Het is toch een verzonnen construct. Wat er zo bijzonder is aan ons land, we zijn er toch maar toevallig geboren. Er zit geen ordening of betekenis achter. De wanorde en leegte die in ons huist, daar geven we gestalte aan om alles wat in de afgelopen eeuwen hebben opgebouwd, belachelijk te maken en te ridiculiseren. Het verlies van de esthetiek, wat tot uiting komt in de kunst en de architectuur. Maar ook door multiculturalisme, de euro en de Europese integratie. Zij zijn allen een beweging, weg trekkend van wat we in de laatste honderden jaren langzaam aan hebben opgebouwd, niet alleen als materieel erfgoed maar ook in onze idealen. Neem soevereiniteit, waarom zouden we dat nog verdedigen? Het was onderdeel van die roze wolk, een middel om staten te ordenen met als doel de godsdienstoorlogen in Europa te sussen.
In de jaren ’50 stond de tegenstelling links – rechts synoniem voor seculier tegenover confessioneel. Tegenwoordig meten we links – rechts vooral af, aan de culturele en economische dimensie. Maar die ethische as, is voor dit essay wel fundamenteel om te begrijpen waarom juist die sociaal-democratie is ingestort.
We zien namelijk dat met name linkse partijen deze ‘weg met ons mentaliteit’ delen. Ze hebben die afkeer van ons thuis zoals het in de loop van de tijd is ontstaan, door het besef dat God dood is. Cultureel-rechtse partijen daarentegen stellen de wedervraag: nu God dood is, maakt dat alles wat we hebben opgebouwd dan ook minder waardevol? Is het niet beter te leven alsof er wél een antwoord is op het ‘waarom’? En ethisch-rechtse partijen als de ChristenUnie accepteren simpelweg niet dat er geen God bestaat.
Met name de sociaal-democratie is daarom uit haar rolopvatting gevallen om verliezers via herverdelend beleid te compenseren, voor europeanisering, multiculturalisme en globalisering. Ze denken: we moeten alles achter ons laten, en een nieuwe deur openen naar een wereld zonder God. De moderne mens is in chaos en leegte, en met name links zoekt de sprong voorwaarts in globalisering en open grenzen – een twijfelachtige zoektocht wegtrekkend van ons ‘thuis’. De bovenstaande ontwikkelingen ziet ze dan ook als de enige richting die we op kunnen, dat verklaart ook dat fanatisme voor open grenzen en immigratie. Alles beter dan in de huidige leugen te blijven geloven – de maatschappij die is gebouwd op het idee dat God wel bestaat.
De definitieve opgave voor de moderne mens is dan ook, om dat niveau van onbegrip en wanorde te overstijgen. Laten we maar net doen alsof God wel bestaat, alsof er wel een bedoeling en een doel met de wereld valt te ontdekken. Het is de meest veilige beslissing die we kunnen nemen, door te vertrouwen op de generaties die ons voorgingen. Want wat is het alternatief?
Vernietigingsdrang en wraaklust die nooit zullen doven.