Toen de eerste problemen is Syrië zich voordeden, was de aanhouding van het Westen aanvankelijk er een van afwachten. Zelfs nadat men vermoedde dat er gifgas was gebruikt, werd niet direct ingegrepen. Er begonnen toen jonge mannen naar het land te trekken, men zei dat dit in reactie was op het niet-ingrijpen van het Westen. Het kalifaat werd uitgeroepen en al vrij snel werd duidelijk dat er een groter probleem voor de Irakese en Syrische burgers bij was gekomen; de Islamitische Staat (ISIS).
Zelfs daarna, toen al lang duidelijk was welk geweld daar werd gebruikt, vertrokken er jonge mannen, en later ook vrouwen, naar het land toe om hun bijdrage te leveren. Ze werden aanvankelijk vanuit Europa niet tegengehouden, later bleek dat men ook zeer gemakkelijk vanuit Turkije kon afreizen naar het ‘kalifaat’. Het heeft zeer lang geduurd alvorens het Westen reageerde en toen was het probleem van ISIS inmiddels zo groot geworden – de organisatie had zich verspreid over een groot gebied – dat ingrijpen niet zo makkelijk was. Daar komen dan ook nog de slavenmarkten, die weer nieuw leven ingeblazen zijn, bij.
Inmiddels is IS bijna verslagen. De vraag rijst wat wij met deze ‘terugkeerders’ aan moeten. Gek genoeg vindt iedereen hier iets van, heeft er een mening over, maar het benoemen van het leed dat de slachtoffers van ISIS is aangedaan dát is nog altijd weinig onderwerp van gesprek. Nog steeds is men er niet uit of hier nu sprake is van genocide of niet, maar dat deze ‘arme’ jongens terug thuis opgevangen moeten worden, zelfs met open armen onthaald dienen te worden, dat wordt wel bepleit. De gesteldheid van deze “strijders” , hoe met ze om te gaan, welke hulpprogramma’s ze moeten krijgen, wordt wel besproken. Maar hulp aan vrouwen die jarenlang stelselmatig zijn verkracht, die hun broers, mannen, zoons vermoord hebben zien worden, hun kinderen afgenomen en soms niet meer teruggevonden, die hulp, deze vrouwen met open armen ontvangen, daar hoor je bijna niemand over in het publieke debat. Sterker nog; ze voelen zich behoorlijk in de steek gelaten.
Waarom wordt via de MSM wel gepredikt dat wij verantwoordelijkheid hebben naar ‘onze jongens’, maar bitter weinig over de verantwoordelijkheid die wij hebben het onnoemelijke leed dat deze vrouwen is aangedaan te verzachten? Wie neemt het voor hen op, luid en duidelijk? Deze vrouwen hebben de #MeToo nog niet ontdekt, is dat het probleem?
Een andere vraag dringt zich op; ook in landen als Afghanistan en Pakistan lijden moslims (en anderen). Op een kleine groep na zijn daar nooit grote groepen “strijders” naartoe getrokken. Kennelijk had het idee van een kalifaat, zoals in Irak en Syrië, een grotere aantrekkingskracht dan de penibele situatie van hun geloofsbroeders- en zusters elders op de wereld. Dit is niet onbelangrijk vanwege het excuus dat men daarheen trok om medemoslims te gaan helpen. Waarom dan niet elders en waarom pas in grote getale nadat het kalifaat was uitgeroepen is een essentiële vraag. Het staat immers duidelijk omschreven in islamitische bronnen dat jihad in opdracht van de kalief een plicht is? Er zijn meerdere voorbeelden, maar ik geef u een citaat van Ibn Khaldun, een islamitische theoloog uit de veertiende eeuw:
“In the Muslim community, the holy war is a religious duty, because of the universalism of the [Muslim] mission and [the obligation to] convert everybody to Islam either by persuasion or by force. Therefore, caliphate and royal authority are united [in Islam], so that the person in charge can devote the available strength to both of them [i.e. religion and politics] at the same time.”
En dit is wat de christenen (en de Yezidi, maar daarover gaat dit citaat niet) hebben meegemaakt in het kalifaat:
“Thereafter, there were dissensions among the Christians with regard to their religion and to Christology. … We do not think that we should blacken the pages of this book with discussion of their dogmas of unbelief. In general, they are well known. All of them are unbelief. This is clearly stated in the noble Qur’an. [To] discuss or argue those things with them is not up to us. It is [for them to choose between] conversion to Islam, payment of the poll tax {jizya}, or death.”
Nog iets anders uit de bronnen is hierbij interessant; het was niet Mohammed, zoals men vaak beweert, die in Mekka een kleine groep bekeerde tot zijn geloof. Het was Abu Bakr die met name jonge jongens en/of mannen (!) tot de islam van Mohammed bekeerde. De zogenaamde kalief van ISIS noemt zichzelf Abu Bakr. Mede, uiteraard, omdat dit de eerste kalief van de islam was.
Omdat men jihad nog altijd terrorisme in plaats van oorlog noemt, is het nog maar de vraag of er een proces als Neurenberg komt zoals na de Tweede Wereldoorlog. Het internationale recht worstelt met de vraag wat met deze “strijders” te doen. Aangezien dezen het recht uit de westerse landen niet accepteren, het recht van Allah staat immers bovenaan, is toegeven dat je rechtssysteem faalt in dezen een heel slecht signaal. Daarmee geef je hen immers min of meer gelijk wanneer zij stellen dat het islamitische recht belangrijker of meer ter zake doende is. Daar komt bij dat zij zich in dienst hebben gesteld van een andere, door henzelf erkende, overheid.
Dat geldt ook voor de vrouwen. Willens en wetens hebben zij geweld tegen anderen toegepast (of toegestaan),waarvan de meesten niets te maken hadden met het beleid van Assad. Mensen die hier niets mee te maken hadden, christenen, Yezidi, hebben zij de meest afschuwelijke dingen aangedaan. Wij weten van de verhalen van de slachtoffers dat daarbij ook koranverzen zijn geciteerd. Deze zogenaamde strijders wisten dus heel goed wat zij deden en waarom. Hiervan kan men niet wegkijken.
De start van het kalifaat in Syrië en Irak (en de verspreiding ervan over andere landen) heeft alles te maken met de islamitische eindtijdvoorspellingen. Wanneer u mij niet gelooft, googelt u dan maar even ‘Bashar al Assad Sufyani‘ en er gaat een wereld voor u open. Omdat zij hierin geloven en meenden de eindtijd herkend te hebben, daarom is men naar het zelfbenoemde kalifaat afgereisd. Laat u niets wijs maken.
De-radicalisering heeft alleen zin wanneer wij de islamitische bronnen daarbij aanhalen en confronteren. Zeggen dat dit er niets te maken heeft met de islam of alleen door een enkeling verkeerd wordt uitgelegd is een klap in het gezicht van de slachtoffers en een ontkenning van de teksten die voor zichzelf spreken. Maar het beestje bij de naam noemen is niet de sterkste kant van de politieke leiders uit het Westen, helaas. En dat zal wél moeten. Daar komt bij dat men, volgens een rake uitspraak van dr. Mark Durie, ‘theologically illiterate’ is. Westerse leiders denken nog altijd dat theologie niet meespeelt omdat ze zelf seculier zijn. Daaraan heeft echter niet iedereen een boodschap, dat lijkt mij helder.
Geloven betekent niet voor iedereen een keer per week een uur naar de dominee te luisteren terwijl je op het befaamde Wilhelminapepermuntje sabbelt. Duidelijk moet in elk geval worden dat met dit soort geweld, het verheerlijken ervan en de bereidheid eraan mee te doen, korte metten gemaakt wordt. En niet dat wij openlijk laten zien dat onze rechtsstaat hier eigenlijk niet mee uit de voeten kan en daarom maar over ‘verloren zonen’ spreken. Om het gebrek aan de juiste juridische middelen niet onder ogen hoeven zien, wordt een emotioneel zwaktebod gedaan en een vals soort naastenliefde gepredikt. Daarvoor wordt dan ook nog de Bijbel gebruikt, door nota bene atheïsten, om de bevolking voor dit dogma warm te maken.
Voor de goede orde; de verloren zoon uit de Bijbel was geen massamoordenaar en had geen vrouwen en meisjes verkracht noch verhandeld of mensen levend verbrand. Hij betoonde overigens niet alleen oprechte spijt, maar zei daarbij dat hij gezondigd had tegen zijn vader en tegen de hemel. Vervolgens stelde hij zich als dienstknecht op om zijn schuldbelijdenis kracht bij te zetten (Lukas 15:11-32). Deze houding heb ik niet gezien van de zogenaamde “strijders” van ISIS Bovendien is het een parabel, geen Bijbelse wettekst hoe te handelen. De parabel over de barmhartige Samaritaan, wordt ook vaak gebruikt om de vluchtelingenstroom naar Europa te legitimeren. Dat je mensen in nood helpt is inderdaad een christelijk principe, maar dat je kritiekloos dit allemaal moet accepteren niet, zeker niet gezien alle risico’s die dit met zich mee brengt en de aanslagen (Parijs) die door o.a. vluchtelingen zijn gedaan. Deze parabel ging nota bene over het aanvaarden van hulp van iemand van wie je geen hulp wilt hebben of verwacht, niet alleen om hulp geven.
Dus de situatie in bijvoorbeeld Calais, van mensen die weigeren de hulp van Frankrijk aan te nemen en zelf willen bepalen waar ze naartoe gaan, dat verhaal raakt aan het idee van de barmhartige Samaritaan. Stof tot nadenken is ook dat de vluchtelingen vanuit Turkije alleen hulp krijgen nu de Turkse overheid daarvoor iets terug krijgt. Verder zijn er maar een paar landen in de moslim oemma die hulp en onderdak bieden (Jordanië en Libanon). De rest geeft niet thuis, maar ziet wel gelegenheid om nog meer moskeeën te bouwen in Europa. Daar is wel geld voor. De hulp komt voornamelijk van de westerse landen en, nota bene, Israël. Nog een laatste opmerking; in de Bijbel staat niet – behalve in het boek Romeinen – “Heb uw naaste lief gelijk uzelf.” Er staat, in Leviticus, in Mattheus, in Lukas, in Deuteronomium en in Marcus:
“Heb de Heer uw God lief met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand en heb uw naaste lief gelijk uzelf.”
Het eerste deel, God liefhebben en daarbij dus ook je verstand gebruiken, laat men tegenwoordig gemakshalve weg om christenen, of atheïsten opgegroeid met christelijke waarden, te vermurwen bepaalde dingen te doen of ermee in te stemmen. Het weglaten van de ratio en de emotionele argumentatie die ervoor in de plaats is gekomen, is het grote probleem van onze tijd. Ik maak er bezwaar tegen dat het woord van God voor die agenda wordt misbruikt.