De 26-jarige Pamela H. uit Den Burg heeft donderdag vanwege het doodrijden van een 21-jarige vrouw uit Geldrop vorig jaar maart op Texel 120 uur taakstraf gekregen. Ook legde de rechtbank in Alkmaar haar een rijverbod op van een jaar, waarvan de helft voorwaardelijk.
De officier van justitie had twee weken geleden een half jaar gevangenisstraf en een rijverbod van twee jaar tegen de Texelse gevorderd, omdat de vrouw volgens hem had zitten whatsappen op het moment van de aanrijding. Volgens de rechtbank heeft de aanklager daarvoor echter onvoldoende bewijs aangedragen. De vrouw zelf heeft steeds ontkend haar telefoon te hebben gebruikt terwijl ze reed.
Het ongeval had plaats op een onverlichte weg op Texel, toen H. onderweg was van haar werk naar huis. Onderweg zegt ze haar auto aan de kant te hebben gezet om een appje te kunnen versturen. Daarna zou ze verder zijn gereden. Vlak daarna had het fatale ongeval plaats. Ze zag twee op de rijbaan fietsende vrouwen te laat en kon het slachtoffer niet meer ontwijken. De vrouw uit Geldrop werd zwaargewond overgebracht naar het ziekenhuis, waar zij overleed.
Tussen het moment dat H. het appje verstuurde en haar alarmtelefoontje naar 112 vlak na het ongeval zaten exact 97 seconden. De aanklager noemde die tijd eerder te kort om het verhaal van H. te kunnen onderbouwen, maar uit een reconstructie is gebleken dat alle gebeurtenissen zich in die korte tijd kunnen hebben afgespeeld. Hoewel de aanklager daarop sprak van “theoretische haalbaarheid zonder bewijswaarde”, vond de rechtbank het scenario “niet zo onwaarschijnlijk dat het zonder meer terzijde kan worden geschoven”.
Daarmee luidde de rechtbank de vrijspraak in van dood door schuld voor de Texelse, die wel werd veroordeeld voor gevaarlijk rijgedrag. Hoewel zij niet te hard reed, had ze volgens de rechtbank in de duisternis haar snelheid moeten aanpassen omdat ze wist dat er fietsers op de weg konden rijden.
De schadeclaims van de ouders van het slachtoffer wees de rechtbank van de hand. Beiden vroegen 25.000 euro smartengeld, maar moeten daarvoor nu naar de civiele rechter.
Anp