De voormalig veiligheidsadviseur van president Trump, Michael Flynn, heeft vrijdag bekend dat hij in januari heeft gelogen tegenover de FBI over contacten met de Russische ambassadeur. Dat gebeurde enkele uren nadat hij officieel was beschuldigd in een aanklacht die de Amerikaanse speciale onderzoeker Robert Mueller openbaar maakte.
Flynn verklaarde tijdens een zitting van justitie in Washington schuldig te zijn. Voormalige FBI-chef Mueller onderzoekt sinds mei dit jaar eventuele banden tussen Russische regering en het campagneteam van Donald Trump. Flynn kan mogelijk veel betekenen voor zijn onderzoek. In de rechtbank verklaarde hij vrijdag bijvoorbeeld dat hij door een zeer hoge medewerker van Trumps transitieteam was aangespoord de gesprekken met de Russische ambassadeur te voeren. Ook had hij het team steeds volledig op de hoogte gehouden.
Generaal buiten dienst Flynn was een belangrijke medewerker van Trumps campagneteam en korte tijd nationaal veiligheidsadviseur. Hij kreeg de belangrijke post op 20 januari, maar moest 13 februari al aftreden. Toen was gebleken dat hij tegenover vicepresident Mike Pence misleidende uitspraken had gedaan over zijn contact met de Russische ambassadeur in Washington, Sergej Kisljak.
Het Witte Huis heeft als reactie op de bekentenis verklaard dat de aanklacht alleen over Flynn gaat. “Niets van de bekentenis of de aanklacht gaat over iemand anders dan meneer Flynn”, zei de advocaat van het Witte Huis.
Volgens de advocaat komen de valse verklaringen waar het in de aanklacht over gaat overeen met de verklaringen die in februari leidden tot het ontslag van Flynn. Volgens het Witte Huis maakt de bekentenis van Flynn de weg vrij voor een ‘snelle en logische afsluiting’ van het onderzoek naar de mogelijke Russische inmenging van de verkiezingen en de banden met de Trump-campagne.
Flynn liet zelf weten dat hij de bekentenis en medewerking aan het onderzoek van Mueller “in belang van zijn familie en zijn land” heeft gedaan.
(ANP)