Twee jaar terug was er een relletje in de VS over een zekere Rachel Dolezal, hoofd van een plaatselijke afdeling van de NAACP, de grootste anti-racisme club van Amerika, en uit dien hoofde vaak in de publiciteit. Iedereen dacht altijd dat ze een ‘woman of color’ was, zoals dat daar heet. Ze leek licht getint en deed vaag over haar afkomst, maar liet wel doorschemeren dat één van haar ouders zwart was.
Tot diezelfde ouders op een dag journalisten telefonisch meedeelden dat zij allebei spierwit waren, dat er niks zwarts aan hun dochter was, en dat ze erg teleurgesteld waren dat zij zo een fabeltje in het openbaar cultiveerde. Rachel was een witte vrouw die zich donker opmaakte, zich kroeshaar liet aanmeten en veel in de zon zat.
Er was een tijd dat sommige mensen graag voor joods werden aangezien. Ik heb er meer dan één gekend. “Ja, ja, er zijn aanwijzingen dat mijn moeder joods was, daar deed ze altijd vaag over, gezien de oorlog, blabla…”
Dit was de tijd waarin nog algemeen iets van compassie bestond met joden om wat ze hadden meegemaakt. En bewondering om de onvoorstelbare hoeveelheid Nobel prijzen die ze naar binnen wisten en weten te harken.
Inmiddels is de behoefte om voor joods door te gaan terug op het niveau van in de oorlog.
Wat ik maar wil zeggen, deel uitmaken van een slachtoffergroep kan winst opleveren, zowel materieel als immaterieel.
Zo is het ook bekend dat je bij Nederlandse uitgeverijen al tientallen jaren makkelijker iets uitgegeven krijgt als allochtoon, omdat mensen dat sneller kopen. Je hoeft geen Einstein te zijn om te weten dat klanten van boekwinkels bovengemiddeld politiek correct zijn. Een Marokkaan die een roman in het Nederlands weet te produceren, is ongeacht de inhoud verzekerd van minimaal tienduizend verkochte exemplaren, dat weet iedere uitgever.
To the point. In Canada ligt de stad Halifax, met een eigen jaarlijks popfestival: de ‘Halifax Pop Explosion‘. De havenstad is ook de geboorteplaats van Peter North, in bepaalde kringen bekend van meer dan 2000 films. Over hem een andere keer.
Afgelopen oktober trad op deze Pop Explosion een lokaal succesvolle Canadese zangeres op, van Colombiaanse afkomst: Lido Pimienta. Ze zingt in ‘Afro-Colombiaanse’ stijl, whatever that may be. En ze lijkt behoorlijk hysterisch, dat zie je als je haar naam Googelt en bij afbeeldingen kijkt. Haar opzichtige verschijningsvormen en haar zangkunsten doen in de verte aan Björk denken, maar die doe ik daarmee een heel eind tekort. Hier een indruk van haar kunsten.
Pimienta schijnt bij haar optredens steevast op een bepaald moment de mannen in het publiek te verzoeken achterin te gaan zitten, en de vrouwen voorin. Vervolgens mogen de vrouwen met een kleur helemaal naar voren komen, en moeten de witte vrouwen zich naar het midden van de zaal begeven. Dit alles ongeacht wie er meer heeft betaald voor een plek vooraan.
Deze ‘act’ leidt wel eens tot klachten, maar de grote meerderheid van wit en gekleurd publiek schijnt het spelletje braaf mee te spelen, en er zelfs wel enthousiast over te zijn.
Maar bij genoemd optreden in Halifax ging er iets mis. Een vrijwillige medewerkster van het festival – kent u dat, goudgeld verdienen en toch met vrijwilligers werken? – vertikte het ondanks haar blanke huid om naar achteren te verkassen. Ze was fotografe en kon daar geen foto’s maken, zei ze.
Eerst kreeg ze het aan de stok met gekleurde dames in het publiek, die haar ‘racistisch’ vonden(!). Toen ze voet bij stuk hield, kreeg ze de wind van voren van de artiest zelf, die inmiddels buiten zinnen van razernij was geraakt.
Of de fotografe eindelijk eens op kon houden met haar ‘gewelddadige en racistische gezeur’ en subito naar achteren kon gaan, of liefst maar helemaal wilde opkrassen. Anders ging de inmiddels verloren tijd van het optreden af. Ik verzin het niet.
Na tien minuten gaf onze vrijwilligster het op. Ze verliet nagejouwd door het publiek de zaal. Later bood de organisatie van het festival publiekelijk excuses aan.
Ha, denkt u, dat is dan wel weer netjes.
Nee.
Ze verontschuldigden zich nederig bij het publiek, omdat die waren geconfronteerd met het ‘blatante racistische gedrag’ van enkele ‘witte toeschouwers’, vooral van hun eigen medewerkster, die zich belachelijk agressief had opgesteld, en natuurlijk op staande voet was ontslagen. Voor zover je een vrijwilliger kunt ontslaan.
Het speet de directie dat ze de safe space van hun publiek niet beter hadden kunnen beschermen. Men hoopte op vergeving.
Hoe het er tegenwoordig in het Canada van Jesse Klaver Justin Trudeau aan toegaat, blijkt wel uit het feit dat de engelstalige pers niet veel meer over dit incident te melden had dan deze officiële tekst van het festival.
Zoals de Canadese Huffington Post, die sprak over hoe een vrijwillige medewerkster zich agressief en racistisch, ja zelfs ‘violently‘ had gedragen, u weet het zo langzamerhand wel.
Mevrouw Pimienta zelf verklaarde in verschillende interviews dat het gedrag van deze vrouw haar enorm had aangegrepen, dat ze er vaak om had moeten huilen, en dat het precies de reden was van dit vaste bestandeel van haar optredens, namelijk het publiek op huidskleur en geslacht scheiden.
Door dit te doen, vecht ze immers tegen “de effecten van het kolonialisme en de witte overheersing”. We zijn op de goede weg, zei ze ook nog, in de strijd tegen het “witte patriarchaat” en “de zogenaamde westerse beschaving”.
Zo gek als een deur, zou je meteen denken. Daar kunnen onze Gloria Wekkertjes nog een puntje aan zuigen.
Tenslotte zei ze op te komen voor haar kinderen, die vanwege hun kleurtje toch zeker al achtergesteld aan het leven waren begonnen. Verdomd als ik een zekere Anousha Nzume zeer onlangs niet exact dezelfde tekst hoorde uitspreken bij Pauw, toen het over Zwarte Piet ging. Dit quasi-intellectuele grachtengordeldiertje met een verzonnen naam, imitatie kroeshaar en een licht getinte, ongetwijfeld zelf aangezette, teint vond ook dat haar kindertjes met een achterstand aan het leven waren begonnen vanwege hun kleur. Ze kan ze maar beter snel leren hoe zij daar zelf zo voortreffelijk munt uit weet te slaan.
Pimienta verdient een godsvermogen aan het niet onaanzienlijke politiek correcte deel van de Canadese intelligentsia en minder-intelligentsia, die niks liever doet dan haar muziek kopen, en zo enthousiast meewerken aan de bedenkelijke spelletjes bij haar optredens. Als haar kinderen niet op hun pootjes terecht komen, zal dat meer te maken hebben met hun hysterische moeder dan met hun kleur of met de racistische maatschappij.
Het enige normale nieuws in Canada over deze affaire kwam uit franstalige hoek.
Zoals een journaliste van het Journal de Montréal opmerkte, doen de uitlatingen van betreffende zangeres denken aan Orwelliaanse newspeak: “oorlog is vrede, vrijheid is slavernij, onwetendheid is macht”.
In dit geval: “De racist is hij die zich verzet tegen racisme”.
Tenslotte nog dit. Zwarte Piet kan mij gestolen worden. Sterker nog, ik begrijp best dat zwarte mensen er problemen mee hebben. En dat met het eventuele afschaffen van dit overjarige verschijnsel tere kinderzieltjes gekwetst zouden worden, is natuurlijk je reinste flauwekul. Integendeel, zou ik eerder zeggen.
Maar.
De oprechte strijd tegen racisme lijdt niet alleen aan overdrijving en extremisme, maar vooral ook aan valse motieven, zie de voorbeelden waar ik mee begon. Dat is heel jammer, en als dat zo doorgaat, komen we met terugwerkende kracht alsnog in 1984 terecht.