Leraren in het basisonderwijs gaan volgende week dinsdag opnieuw staken. Het ultimatum dat ze het kabinet hadden gesteld is verstreken en hun eisen zijn niet ingewilligd.
De ontevreden leerkrachten, onder leiding van actiegroep ‘PO in actie‘ (inclusief logo!), willen 1,4 miljard euro voor het basisonderwijs. Het geld, 900 miljoen euro voor een salarisverhoging en 500 miljoen voor het verlichten van de werkdruk, is bedoeld om het dreigende lerarentekort af te wenden. Maar minister Arie Slob zegt niet meer te kunnen bieden dan de driekwart miljard die in het regeerakkoord is afgesproken.
Op de site van ‘Po in actie’ staat te lezen:
“Het salaris voor een leerkracht in het PO ligt ruim onder dat van leraren in het voortgezet onderwijs (VO). Dit terwijl de opleidingseisen en het werk- en denkniveau identiek zijn.”
“Het ziekteverzuim in het PO is hoog en nog steeds stijgende. Het aantal burn-outs is nergens zo hoog als in het basisonderwijs. Er wordt structureel overgewerkt.”
Begin oktober hielden de leraren ook al een landelijke staking. Vrijwel alle basisscholen in het land bleven toen dicht en ongeveer 60.000 juffen en meesters kwamen naar het Zuiderpark in Den Haag om hun protest te laten horen.Volgende week dinsdag zal er niet zo’n grote landelijke bijeenkomst zijn. Leraren komen in sommige plaatsen wel in kleiner verband bij elkaar.
De Tweede Kamer buigt zich later deze week over de onderwijsbegroting. Er gaan geluiden op om het geld dat Slob uittrekt voor het verlichten van de werkdruk wat eerder beschikbaar te stellen. Nu komt het volle bedrag pas in 2021 vrij en moet het basisonderwijs het komend jaar doen met 10 miljoen. Als het kabinet het geld wat naar voren haalt, kunnen scholen eerder onderwijsassistenten en conciërges benoemen of de klassen verkleinen. Maar de coalitiepartijen houden die boot voorlopig af.
De acties in het basisonderwijs hebben de steun van de vakbonden, de schoolbesturen en de schoolleiders.
(ANP)