Hoe ziet de partijdemocratie er in de gemeente eigenlijk uit? Landelijke partijen hebben in veel gemeenten eigen afdelingen met een eigen afdelingsbestuur. Zo ook in Den Helder: hier zijn afdelingen van VVD, CDA, D66, PvdA, GroenLinks en ChristenUnie. Er is ook een handvol lokale partijen actief. Ook zij hebben veelal een eigen bestuur. Al die bestuurtjes stellen bij nieuwe verkiezingen een kandidatenlijst op. Hoe gaat dat in zijn werk? In hoeverre controleren partijen of hun raadsleden goed werk hebben gedaan en of ze een nieuwe periode verdienen?
We moeten de lokale situatie vergelijken met de landelijke. Vrijwel altijd is er een selectiecommissie die wordt ingesteld door het bestuur. Die commissie kijkt naar het functioneren van de huidige Kamerleden en voert gesprekken met nieuwe kandidaten. Zo ontstaat een kandidatenlijst die door de leden van de partij moet worden goedgekeurd. Een redelijk helder proces waarbij de partij een poging doet op een zo onafhankelijk mogelijke manier tot een lijst te komen en bestaande Kamerleden te beoordelen.
Lokaal zouden lokale besturen eigenlijk hetzelfde moeten doen. Maar zo gaat het dus niet.
Er zijn maar weinig mensen partijlid en dat is op lokaal niveau goed te merken. De grootste partij in Den Helder is de Stadspartij met 112 leden. De kleinste is Sociaal Lokaal met ‘ongeveer tien leden’. De rest zit daar ergens tussen: de PvdA heeft er 102, CDA 93, ChristenUnie 90, VVD 66, D66 34, GroenLinks 29 en Behoorlijk Bestuur 13. De Seniorenpartij Den Helder heeft geen leden en drie andere lokale partijen willen niet zeggen hoeveel leden ze hebben: Beter voor Den Helder, Vrije Socialisten en Helder Onafhankelijk. Het zou heel goed kunnen dat ze geen leden hebben want de Kiesraad stelt dat niet als eis.
Dit zijn de ledenaantallen waaruit in Den Helder potentiële raadsleden gerekruteerd moeten worden. Een oud-wethouder schetst het probleem: tien jaar geleden kon een partij als het CDA in Den Helder twee keer zoveel goede kandidaten leveren als ze zetels in de gemeenteraad had. Bij het opstellen van de lijst was er dus echt iets te kiezen. Dat is voorbij en het CDA is daarin niet uniek: een bestuurslid van de Stadspartij zegt dat de partij ‘nauwelijks kan kiezen’ wie er op de lijst komt. De partij heeft een voorkeur voor mensen die ze al kennen. Dan zijn het zeker geen ‘gelukszoekers’.
De kandidatenlijst moet sowieso gevuld. Bij de Stadspartij dacht men in 2014 zes zetels te halen. Het werden er elf. De partij kreeg raadsleden die men niet goed kende of over wie al twijfels bestonden. Bij een tekort aan kandidaten kunnen de partijleden niets anders dan instemmen met de door het bestuur voorgestelde lijst. Als een kandidaat hoger op de lijst wil, hoeft hij bovendien maar een minimaal aantal mensen daarvan te overtuigen. Als zo’n tien mensen naar de ledenvergadering komen en daar voor een bepaalde kandidaat pleiten, levert dat vrijwel altijd een hogere notering op.
Het afdelingsbestuur – zo legt een partijbestuurder me uit – moet kijken of de raadsleden het partijprogramma uitvoeren. Dat kan een rol spelen of ze de volgende keer weer op de kandidatenlijst mogen. Maar als er weinig te kiezen valt maakt het functioneren weinig uit. Het is zelfs nog erger: sommige partijbestuurders die bepalen wie er op de kandidatenlijst komen, willen ook zelf op de lijst. De slager keurt in Den Helder regelmatig zijn eigen vlees.
Tot een onafhankelijke beoordeling blijken lokale partijbestuurders sowieso niet in staat. Er bestaat regelmatig overlap tussen commissieleden of gewone leden van de gemeenteraad en het afdelingsbestuur. Bij GroenLinks in Den Helder bestaat het afdelingsbestuur uit vier leden waarvan drie ook commissielid zij. Zij bepalen dus straks wie er op de lijst komt, plekken waar ze ook zelf ongetwijfeld interesse in hebben. Bij het CDA, D66 en de lokale partij Behoorlijk Bestuur gaat het niet anders: ook daar zijn een of meerdere bestuurders die moeten toezien op de volksvertegenwoordigers, zelf volksvertegenwoordiger.
Zo zien we wat er op lokaal niveau gebeurt als burgers massaal geen lid meer zijn van een politieke partij: er is een serieus gebrek aan goede kandidaten, kandidatenlijsten worden gevuld met dubieuze gevallen, kandidatenlijsten zullen bij het minste of geringste wijzigen en raadsleden worden nauwelijks onafhankelijk beoordeeld omdat vrijwel iedereen die actief wil zijn al een functie heeft. De partijdemocratie op lokaal niveau bestaat eigenlijk niet. Het gevolg: de drempel om in de gemeenteraad te komen is soms wel heel erg laag.
Elke dinsdag op ThePostOnline: Chris Aalberts in Den Helder. Een serie over de gemeentepolitiek van de marinestad en wat de rest van Nederland daarvan kan leren.