Het aantal vluchtelingen dat in de bijstand zit neemt in Amsterdam toe. Zaten er in 2015 nog 2315 statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning) in de bijstand, inmiddels is dat aantal opgelopen naar 4251 in 2017. Dat blijkt uit gegevens die zijn verkregen na een wob-verzoek van ThePostOnline. Op 1 januari 2017 woonden er 6.639 (voormalig) statushouders in Amsterdam. Zij zijn tussen 2001 en 2016 naar Nederland gekomen en hebben zich in diezelfde periode gevestigd in Amsterdam. De instroom van statushouders fluctueert per jaar.
Een jaar bijstand is volgens de gemeente 15.300 euro. Daar komen nog uitvoeringskosten bij, Amsterdam rekent daarom met een bedrag van 16.800 euro. De totale bijstand voor statushouders bedroeg in de afgelopen drie jaar 179.508.000 euro. In 2017 stroomden 326 statushouders uit de bijstand.
De hoofdstad probeert de statushouders bij voorkeur aan het werk te krijgen. Sinds de zomer van 2016 is er naast een budget voor inburgering ook geld vrijgemaakt voor begeleiding naar opleiding en werk. Totale kosten voor die begeleiding: 12.817.048 euro.
Van 1 januari 2017 tot 1 november 2017 zijn in totaal 326 statushouders zijn uitgestroomd uit de bijstand (niet per se allemaal naar werk). In 2016 en 2017 zijn in totaal minimaal 620 statushouders begeleid naar parttime werk. Van 1 januari 2017 tot 1 november 2017 zijn minimaal 833 statushouders gestart met een opleiding.
In oktober 2017 heeft de gemeente Amsterdam een maatschappelijke kosten- en batenanalyse (MKBA) van de Amsterdamse aanpak statushouders laten uitvoeren door economisch adviesbureau LPBL. Deze MKBA vergelijkt de effecten van de aanpak met de situatie waarin deze aanpak er niet zou zijn geweest. Daarbij kijkt het onderzoek naar de periode van vóór 1 juli 2016 toen de aanpak nog niet bestond en de gemeente Amsterdam de oude werkwijze hanteerde.
Volgens de gemeente blijkt dat dat die aanpak rendeert, ‘de baten zijn aanzienlijk groter dan de kosten’. De vluchtelingenstroom van de afgelopen jaren had dus duurder kunnen uitvallen.