Recensie

CHRIS AALBERTS – D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld loopt in haar boek héél ver op de troepen vooruit

23-12-2017 16:19

Je kunt veel van D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld zeggen, maar niet dat ze bang is om impopulaire standpunten te verkondigen. Dit najaar kwam ze met een boek met de titel Een Europees ID. Dit boek is precies wat we van In ’t Veld gewend zijn: het staat werkelijk bol van de standpunten waar geen politicus zich nog aan durft te wagen, maar de D66-fractievoorzitter in het Europees Parlement draait er werkelijk haar hand niet voor om.

De Europese Unie is een waardegemeenschap, zo vertelt In ’t Veld, die ons voorhoudt dat de EU bovendien een politieke unie is. Het idee van een waardegemeenschap staat tegenover het beeld dat in de EU nationale belangen worden uitgeruild. Europese vraagstukken moeten vanuit Europese waarden en overtuigingen worden benaderd. In ’t Veld vervolgt: ‘Om (…) met één stem te kunnen spreken, moeten we als Europeanen samen onze waarden vaststellen’. Als ‘politieke eenheid’ kan de EU alleen functioneren op basis van zo’n waardegemeenschap, vindt ze.

Europese transferunie, migratie en defensie

Dit pleidooi voor gemeenschappelijke waarden is al controversieel, maar In ’t Veld voegt er nog een heleboel andere impopulaire standpunten aan toe. Zo erkent ze dat er sprake is van ‘een transferunie’ waarbij het Noorden betaalt voor het Zuiden en stelt vervolgens: ‘beter zou het zijn als dit openlijk en transparant gebeurt, als bewuste en expliciete keuze’ (p.142). In ’t Veld bekritiseert de politici die dit niet willen toegeven omdat er geen draagvlak zou zijn. De VS is immers ook een transferunie, redeneert ze.

In ’t Veld wil Europees buitenlands beleid met een echte EU-minister van Buitenlandse Zaken en: ‘ja, daar hoort ook een militaire macht bij. Laten we het beestje maar bij de naam noemen’ (p.123). Ook bepleit ze een Europees asiel- en migratiebeleid: ‘Op zich is de Europese Unie prima in staat om die stroom [van asielzoekers, CA] op te vangen en te beheersen. (…) De EU heeft een heel arsenaal aan wettelijke regelingen om de immigranten gezamenlijk op te vangen, ook op piekmomenten’ (p.186).

Lekker transparant in het Europees Parlement

In ’t Veld zit sinds 2004 in het Europees Parlement en werkte in de periode daarvoor ook al in Brussel. Ze heeft het parlement zien veranderen van een adviesinstelling naar een volwaardig parlement, schrijft ze. Besluitvorming over Europese kwesties moet volgens haar plaatsvinden in het openbaar, zoals dat bijvoorbeeld in het Europees Parlement gebeurt. Het moet niet zoals de lidstaten dat doen: achter gesloten deuren. Dit is op zichzelf een prima te verdedigen standpunt, als de bevolking wil dat in Brussel over bepaald beleid wordt besloten.

Of de bevolking een Europese transferunie, defensie en migratie wil is twijfelachtig en de twijfels over het Europees Parlement zijn wellicht nog veel groter. In ’t Veld schrijft: ‘Het Europees Parlement vandaag de dag is een daadwerkelijke afspiegeling van het electoraat’ (p.178). Zou het? Zo schrijft ze dat Europarlementariërs vaak een volwaardig EU-asiel- en migratiebeleid willen, en nationale volksvertegenwoordigers niet (p.160). Waarom zouden de gekozen Europarlementariërs wél weten wat burgers willen en de gekozen Tweede Kamerleden niet?

Afstand tot het electoraat

Er is reden te verwachten dat Europarlementariërs minder goed weten wat de burger wil dan Tweede Kamerleden. Het mandaat van Europarlementariërs is gebaseerd op verkiezingen waarbij de opkomst simpelweg véél lager is dan die voor de Tweede Kamer. Er is daarom alle reden te denken dat het Europees Parlement minder representatief is. Dat is niet de schuld van In ’t Veld en haar collega’s, maar het blijft een probleem.

Als Europarlementariërs onderling tot de conclusie komen dat allerlei Europees beleid heel goed is, zegt dat weinig over de vraag of burgers dat beleid ook willen. De kans dat Nederlandse burgers de EU minder democratisch vinden dan de Tweede Kamer ligt voor de hand: Nederland is een klein land, dus Nederlanders hebben in Europa maar beperkte invloed. Ook als we de EU vanuit Europese waarden benaderen blijft de invloed van ‘de Europeanen die in Nederland wonen’ op Brussel een stuk kleiner dan de invloed van Nederlanders op de Nederlandse Tweede Kamer.

In haar boek legt In ’t Veld het allemaal nog eens uit. Dat doet ze verdienstelijk, maar feit blijft dat veel mensen haar positieve beeld van de EU simpelweg niet delen. Dat wordt niet beter met een boek wat wel heel ver op de troepen vooruit loopt.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens