Natuurlijke ongelijkheid onverdraaglijk voor gelijkheidspropagandisten

30-12-2017 16:52

Ironisch, zo kan je het noemen. De culminatie van het individualiseringsproces lijkt namelijk te gaan uitmonden in een samenleving zonder individuele zelfbeschikking.

Hoe dat zit? Wel, kijk.

Politieke partijen en dier lobbyisten zijn al een tijdje druk doende met het propageren van wetgeving die het individu ‘maximale zelfbeschikking’ moet garanderen. Euthanasie, abortus, je genderindentiteit “beleven”, uit de echt scheiden met een muisklik: het kan allemaal. Meer nog, het zijn ‘basisrechten’ geworden waarop elkeen aanpraak kan maken.

Mooi, zou iemand met een gezichtsvermogen dat niet verder reikt dan het puntje van zijn neus denken. Al die rechten, dat maakt ons, westerlingen, superieur. Echter, de lokroep van de ‘basisrechten’-lobby klinkt de laatste tijd zo hard, dat menigeen niet lijkt te beseffen dat hij zich op een hellend vlak bevindt.

De ‘basisrechten’-machinatie

Laatste loot aan de ‘basisrechten’-boom is de politieke deining rond de terugbetaling van sekswerkers. In heel wat Europese landen staat deze eis op de politieke agenda. In Duitsland, Denemarken en Nederland zijn sekswerkers reeds ingeburgerd en actief. Landen zoals Frankrijk en België zijn vragende partij.

Wat laatsgenoemde betreft: de Vlaamse Socialistische Mutualiteiten hebben zonet afgekondigd ‘progressief’ te willen zijn (Bron: vrtnws.be). En dus zullen ze aan ouderen en mensen met een handicap die beroep willen doen op een ‘seksuele dienstverlener’, een deel van het bedrag dat die daaraan spenderen, terugbetalen.

Prachtig, zal iemand met een beperkt gezichtsvermogen denken. Jazeker, het klinkt allemaal erg mooi en nobel. Maar laat ons nu even kijken naar de grondvesten waarop dit laatste nieuwigheidje van de ‘basisrechten’-machinatie gebouwd is.

Seksualiteit is een basisrecht

Voortrekker van het ‘recht op seksualiteit’ in Vlaanderen, is de vzw Aditi. Zo is er de vaststelling van de vzw Aditi (die, zoals op haar website te lezen valt, tot doel heeft ‘het maatschappelijk debat te sturen…’) dat ‘seksualiteit een basisrecht is’.

Oké, even op de pauzeknop duwen. Seksualiteit is ‘een basisrecht’? Tiens, waar komt dát nu weer vandaan. Me dunkt dat er door voorstanders van individuele-rechten-zonder-grenzen nogal wat als een ‘basisrecht’ wordt beschouwd.

Een seksueel promiscue leven lijden, ongewenst zwanger worden en vervolgens, omdat het nu eenmaal ‘een basisrecht’ is, je ongeboren kind doden? Check.

Na twee passionele maanden met de barkeeper, trouwen op een hippe locatie met die eerste klas-catch; dan een paar kinderen produceren, je facebookpagina vol heroïsche foto’s van je Über-familie plempen en de namen van je kinderen op je voorarmen tatoeëren, ‘zodat ze voor eeuwig bij je zijn’; dan, omdat ‘het op is’, met een muisklik uit de echt scheiden, iets beginnen met de uitbater van het fitnesscentrum, nieuwe kinderen maken, nieuwe tatoos laten zetten, … Omdat het ‘een basisrecht’ is? Check.

Enzovoort.

‘Praktische dienstverlening

Er wordt vandaag de dag nogal wat aan ‘basisrechten’ gedaan. In die mate dat mensen, die sowieso geneigd zijn om verworven rechten als eeuwigdurend en onveranderlijk te beschouwen, zich niet eens meer de vraag stellen of zoiets als ‘basisrechten’ überhaupt wel bestaat.

Is ‘je seksualiteit beleven’ bijvoorbeeld, een basisrecht? Dat mensen seksuele noden hebben is een feit. Dat maakt het evenwel nog geen ‘recht’. Wat zo’n benadering van seksualiteit tot gevolg heeft, is enerzijds het misverstand dat er zoiets als ‘een recht op seksuele beleving’ zou bestaan. Dat belooft. De talloze niet-aan-hun-trekken-komenden kunnen zich beroepen op hun ‘basisrecht op seksualiteitsbeleving’ wanneer ze zo nu en dan een verkrachtingsfeitje plegen.

Anderzijds ontstaat er een bijna klinische bureaucratisering van zoiets individueels als seksualiteit en relaties. Dat laatste vindt u overigens zo goed als nergens terug in de beginselverklaringen van de ‘basisrechten’-vertegenwoordigers. Die hebben het, zoals dat in sociologenjargon nu eenmaal de gewoonte is, over ‘seksuele identiteit’ en het ‘recht’ op het ‘beleven’ van die seksuele identiteit. Seksualiteit wordt gedegradeerd tot een dienstverlening (‘praktische dienstverlening’, om correct te zijn). Dat klinkt als ambtenarentaal. En dat is het ook.

De eis om seksualiteit als een basisrecht te beschouwen komt uit dezelfde koker als zowat alle voorgaande (abortus, euthanasie,…) Een mensenleven verwordt tot een boodschappenlijstje-in-de-basisrechten-outletstore, waarvan je de verschillende koopwaren maar hoeft aan te vinken. Tot je kar vol is.

En vergis u niet. Hoe menselijk het ook allemaal mag klinken, ‘basisrechten’ opeisen heeft wellicht meer te maken met de ontwaarding van het leven dan met de opwaardering ervan.

Quality Of Life

Zowel euthanasie, abortus als seksualiteitsbeleving werd en wordt gepropageerd vanuit de gedachte dat de kwaliteit van leven centraal moet staan. Het individu-dat-denkt-dat-hij-over-zichzelf-beschikt wordt tegenwoordig grootgebracht in de overtuiging dat de ‘kwaliteit van zijn leven’ hét criterium is waarvan hij zijn levensbeslissingen moet laten afhangen.

 

Je bent al een tijdje depressief, of je bent een beetje te oud? De kwaliteit van je ‘geestesleven’ is niet optimaal, of je kan geen marathons meer lopen? Waarom zou je jezelf niet laten euthanaseren?

 

Je bent geestelijk en/of lichamelijk gehandicapt en je voelt je daar niet zo fijn bij? Je hebt nood aan het beleven van je seksualiteit, alleen besef je dat (nog) niet. Wij, van de seksuele dienstverlening, kunnen je daarbij helpen. Wij, die de nood mee helpen creëren, hebben personeel voorradig dat u kan helpen met het leren ontdekken van uw seksuele identiteit. O, u wist niet dat u een ‘seksuele identiteit’ heeft? Wel, bij deze en graag gedaan.

 

Ik trek het een beetje in het belachelijke, maar de dat zijn wel de uiterste consequenties van het onnadenkend meegaan in de ‘basisrechten’-redenering.

QOL (Quality Of Life) is een term die aan een kwaliteitslabel doet denken, zoals dat gegeven wordt aan criteria waaraan bedrijven moeten voldoen. Tegenwoordig moet zowat alles van zo’n kwaliteitslabel voorzien worden: een diversiteitslabel, een duurzaamheidslabel, enzovoort, het zijn betrachtingen waar een moderne mens of instelling naartoe werkt.

Net zo wordt alles in criteria onderverdeeld, waaraan moet worden voldaan. Een simpele kindertekenfilm gaat steevast gepaard met de aankondiging dat die ‘je kinderen sociale en oplossingsvaardigheden’ zal aanreiken, of dier ‘vaardigheid om samen te werken’ zal aanscherpen. Het leven is kwaliteitsmanagement geworden.

SWOT-analyses van een mensenleven

Het labelen van nagenoeg alle levensfacetten is onze levens binnengeslopen, zonder dat we er acht op hebben geslagen. Levens worden opgedeeld in competenties waaraan men moet voldoen, wil men zijn leven als ‘waardevol’ beschouwen. Basisrechten en kwaliteit van leven gaan hand in hand, aangezien eerstgenoemde tot voorwaarden zijn gebombardeerd om aan laatstgenoemde te kunnen voldoen.

Kwaliteitsmanagement en sociologenjargon hebben een pact met elkaar gesloten. Daarin staat gesipuleerd dat de mens moet gaan geloven dat hij op van alles en nog wat recht heeft. Gewoon, omdat managers en sociologen dat zeggen. Zo komt het dat er bijna SWOT-analyses van een mensenleven worden gemaakt, om vervolgens te kijken of de ‘targets’ zijn behaald wat betreft de verschillende ‘assets’ (sociaal leven, seksleven, privéleven, … levenskwaliteit, quoi.) Voor elk van die onderdelen is er overigens de nodige dienstverlening voorhanden. Een sociaal werker, een sekswerker, een lifecoach, …: voor elk wat wils. Shoppen maar! Laat u vooral uw rechten niet afpakken! Anders voldoet uw levenskwaliteit niet aan de normen die wij voorop hebben gesteld!

Pijn dat moeten we niet willen

Misschien denkt de zeer liberale lezer die maximale individuele vrijheid hoog in het vaandel draagt: ‘Waar maakt die gozer nu een probleem van?’ Wel, van de schijnbaar geruisloze wijze waarop allerlei zaken zomaar ingang vinden in de hoofden en levens der mensen. Willoos, gedachteloos en ‘zaken overnemend klakkeloos’, zoals die nu eenmaal voor een groot deel zijn, absorberen die alles wat op hen afkomt, op dezelfde wijze als maandverband vrouwenbloed absorbeert. Dat het leven uit criteria bestaat die elk een kwaliteitslabel bezitten, wordt op den duur als een vaststaand gegeven beschouwd, een ‘verworvenheid’.

In zijn boek ‘Borderline times’ (2011), kaart de Vlaamse psychiater Dirk De Wachter aan hoe de moderne mens bijna plotseling aan allerlei psychische kwalen is beginnen lijden. Een en ander, zo stelt hij, kadert in het feit dat mensen het verleerd zijn om een heleboel zaken die bij het leven horen, als normaal te beschouwen. Wat niet ‘leuk’ is, wat niet als ‘kwalitatief goed’ wordt beschouwd, wordt amper nog getolereerd. Het wordt integendeel gepathologiseerd. Vervolgens wordt er een labeltje aangehangen, doorgaans in de vorm van een of andere psychische ziekte. Pijn, lijden, tegenslag, rouw: dat moeten we niet willen. We hebben het ‘recht’ om dat niet te moeten willen. En wanneer we ermee geconfronteerd worden, zakken we in elkaar. Gelukkig staan er dan geestelijke dienstverleners klaar. Geen priesters. Wel psychologen, psychiaters, maatschappelijk werkers, counsellors, … maar dat is nagenoeg hetzelfde. Het klinkt alleen hipper.

Verwijdering van ‘het leven’

Maar zoals dat gaat, hebben alle medailles keerzijdes. De ‘basisrechten’-explosie van de afgelopen decennia heeft gevolgen. En die zijn niet allemaal even positief.

Een van die keerzijdes is de toenemende dwang die mensen ervaren om mee te gaan in die hele ‘basisrechten’-cultuur. Artsen die bedenkingen hebben bij het soms zeer vrijgevige euthanasiebeleid, mensen die zich vragen stellen bij het steeds ruimer geïnterpreteerd wordend ‘recht op abortus’, mensen die de ganse transgendergekte op de korrel nemen, of individuen die eventjes bedenktijd vragen vooraleer zomaar mee te stappen op de ‘seksualiteit is een basisrecht’-trein, worden ei zo na als afvalligen beschouwd. Ze worden bezien en afgeschilderd als overtollige ballast, die het tempo waaraan de ‘basisrechten’-trein richting volmaakte eindtijd dendert, doet afnemen. Met andere woorden: voor echte individualiteit is op termijn geen plaats meer. De Grote Gemeenschappelijke Denkbeelden van zij die de vervolmaking van de mensheid voor ogen hebben, worden door iederéén gekoesterd. Spelverbrekers, ambetanteriken, mensen die zich buiten die Grote Groep Grote Denkers plaatsen, moeten we niet willen.

Een ander gevolg van dit alles is de onvermijdelijke verwijdering van de mens van ‘het leven’. Dat laatste uit zich nu al, in het niet kunnen verdragen van zaken die daar onherroepelijk deel van uitmaken. Verschillen (échte diversiteit) tussen mensen worden door sjw’s totaal overtrokken; examenstress wordt onmiddellijk als een pathologie, een ziekte afgeschilderd; rouwen om een overledene, idem dito; wegens omstandigheden (handicap, niet aantrekkelijk zijn, …) niet aan je seksuele trekken komen wordt al evenzeer als pathologisch beschouwd…

Siddharta Gautama Boeddha

Mensen verschillen. Ze worden geboren met veel of weinig talenten, kerngezond of sterk benadeeld door aangeboren afwijkingen. Ze kunnen geluk hebben in het leven, of pech. Sommigen hebben veel talenten, zijn kerngezond en hebben tonnen geluk; anderen worden ziek geboren, hebben geen talenten en rijgen het ongeluk aan elkaar. Mensen komen vanalles tegen in dat leven, dat sowieso een risico is.

Omdat deze natuurlijke ongelijkheid onverdraaglijk is voor gelijkheidspropagandisten, vinden ze allerlei ‘basisrechten’ uit, waarop een individu aanspraak zou kunnen maken. Vanuit een misschien begrijpelijk maar daarom niet minder utopisch streven naar het wegnemen van deze natuurlijke verschillen, beginnen ze hun doel voorbij te schieten. Zoals met zoveel andere zaken, kennen ze ook in deze geen mate.

De ‘basisrechtenhausse’ van de afgelopen decennia leidt tot surrealistische taferelen. We komen in een samenleving terecht waarin de een zijn basisrecht de ander zijn rechten ontneemt. Wetten worden à la carte uitgevaardigd, om basisrechtenschendingen te bestraffen. Instanties worden uitgevonden, om de basisrechten van individuen te vrijwaren. Ambtenaren worden gekweekt, opgeleid in de basisrechtenkunde (met specialisatie ‘transgendertoiletten’ en lof van de jury-die-bestaat-uit-de-voorzitters-van-de-basisrechten-vzw’s) en ingezet in de maatschappelijke gleichschaltung.

Een verkrampte samenleving, waarin het ‘basisrecht van vrouwen om niet te worden nagefloten’, of het ‘basisrecht om als 5-jarige je fallische fase te mogen beleven’ ervoor zorgt dat mensen die zich daar vragen bij stellen juridisch kunnen worden vervolgd, is het resultaat.

Dik 2500 jaar geleden, voordat hij Boeddha werd, stelde Siddharta Gautama het volgende: ‘In ons leven is verandering onvermijdelijk. In het aanpassingsvermogen en het gemak waarmee we verandering ondergaan liggen ons geluk en onze vrijheid.