Afgelopen weken verschenen diverse artikelen over de demonstraties in Iran. Hoewel conclusies varieerden, bleef de rode draad eenduidig: de belabberde economie en corruptie aan de top zijn de oorzaken van de onrust. Hoewel dit inderdaad een rol speelt, is deze een oppervlakkige duiding.
De kern van de demonstraties van de afgelopen tien dagen keert zich namelijk radicaal tegen de politieke Islam die zich als staatsvorm heeft gevestigd sinds de Islamitische Revolutie van 1979. Die revolutie beloofde paradijs op aarde, maar leverde misère.
Opmerkelijk genoeg gingen de demonstraties in meer dan 70 steden niet gepaard met islamitische propaganda. De demonstraties begonnen in de meest religieuze steden als Qom en Mashad. Ook de gebruikelijke anti-Amerika en anti-Israël leuzen bleven achterwege. De slogans op dit moment gaan ook niet over de economie maar vragen om nieuw Iraans leiderschap.
Iraniërs zijn trots op hun rijke culturele historie. Maar als hun land naar de verdommenis wordt geholpen, krijgt zelfs het repressieve veiligheidsapparaat de demonstranten niet van de straat. Op dit moment zien we beelden op YouTube van vrouwen die hun hoofddoek afdoen en door hun actieve rol in de demonstraties het symbool van deze protesten zijn geworden. Dat heeft veel meer te maken met de afkeer van jarenlange opgelegde beperkingen, dan met ‘een wedloop met Saoedi-Arabië over vrouwenrechten’ zoals we recent in Nederlandse kranten konden vernemen.
Na 40 jaar opgelegde religieuze staatspropaganda is het politieke bewustzijn in Iran enorm gegroeid. En dat is alles behalve het verheerlijken van de politieke islam. Het opstandige deel van de bevolking wil dat Iran zich niet langs islamitische maar langs nationalistische lijn ontwikkelt. Echter, Westerse analisten blijven de theorie aanhangen dat slechts economische ongelijkheid de bron van onvrede is.
Vanzelfsprekend speelt de uitzichtloze economische situatie wel een rol bij de protesten. Ondanks dat de nucleaire deal voor economische verlichting zorgt, heeft de groei nooit doorgezet. De bevolking heeft te lijden onder lage koopkracht, hoge werkloosheid onder hoogopgeleiden en structurele corruptie. Dit wordt naast slecht bestuur veroorzaakt door financiële steun aan het Libanese Hezbollah in de strijd tegen Israël en drie peperdure oorlogen in Syrië, Irak, Jemen tegen Saoedi-Arabië. Deze regionale proxy-oorlogen zorgen voor financieel-economische druk en worden door het regime gepropageerd als een religieuze strijd namens alle sjiieten. Echter, de gewone Iraniër heeft hier helemaal geen boodschap aan. En dat is wat zij ook uitschreeuwen de afgelopen dagen, zoals: “Noch Gaza, noch Libanon / mijn leven offer ik alleen voor Iran.”
Wat het geheel ironisch maakt, is dat de Amerikaanse president Trump dit heel goed begrijpt. Zijn voorganger Obama heeft daarentegen nooit onderkend dat de religieuze staatsstructuur van het land de bron van de malaise is. Ook Europeanen klemmen zich al jaren vast aan het beeld van de ‘gematigde versus de hardliner’ binnen het religieuze establishment. De huidige president Rouhani, alhoewel een stuk diplomatieker dan zijn voorganger Ahmadinejad, is vooral een facilitator van de Opperste Leider Ayatollah Khamenei in plaats van een hefboom voor hervormingen.
Wat de demonstranten nodig hebben is tweeledig: erkenning dat hun protesten gehoord worden en gemeende diplomatieke druk op het recht te demonstreren. De roep om een seculier regeringsstelsel wordt met de week harder. Hier kunnen regeringsleiders in het Westen op inspelen. Dit dient geen oorlogszuchtige retoriek te zijn of steun aan een specifieke groep of personen – omdat dit de aandacht van de belangen achter de demonstraties afleidt. Bovendien moeten journalisten en publicisten af van hun politieke frame dat alle ellende voortkomt uit economische achterstand en corruptie. Na 40 jaar religieuze staatsterreur zien we de eerste scheuren in het door Ayatollah Khomeini gecreëerde islamitische harnas. Het is aan de Iraniërs zelf om dit volledig te doorbreken.