Het is een van de belangrijkste verhalen die momenteel de ronde doet over de gemeente: de gemeente heeft steeds meer taken gekregen, moet steeds vaker met andere gemeenten samenwerken om die taken uit te kunnen voeren en daar heeft de gemeenteraad dan weer nauwelijks iets over te zeggen. De grote vraag is natuurlijk: klopt dit beeld? Laten we ons licht opsteken bij zo’n gemeentelijke samenwerking: de RUD Noord-Holland Noord. In Hoorn – met de trein op bijna een uur afstand van Den Helder – wordt tegenwoordig Helders beleid uitgevoerd.
De Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord – hier steeds afgekort tot RUD – werkt in Noord-Holland Noord in opdracht van zowel de provincie als voor zeventien gemeenten, waaronder Den Helder. De RUD is de opvolger van wat ooit een gemeentelijke milieudienst was. Al die gemeentelijke milieudiensten zijn hier samengekomen. Dat is efficiënter en professioneler dan vroeger, legt Rob van Doorn, de directeur van de RUD, uit. Overal in het land zijn de afgelopen jaren dit soort uitvoeringsdiensten ontstaan. Op dezelfde manier verschenen de zogeheten Veiligheidsregio’s.
De RUD is een uitvoeringsdienst die zich bezighoudt met milieutoezicht, -handhaving en -advisering. Het gaat om zaken als lucht, bodem en geluid. De RUD neemt de taak van de gemeente op dit terrein waar. Het is in ambtelijk jargon een ‘verbonden partij’ of ‘gemeenschappelijke regeling’: een verlengstuk van de eigenaar, dus ook van de gemeente Den Helder. Vroeger deden een aantal gemeenteambtenaren dit werk, maar die zijn inmiddels werkzaam bij de RUD. Een burger gaat met een melding naar de gemeente, die door de RUD wordt onderzocht. De RUD kan dwangbevelen opleggen.
Het probleem van de RUD laat zich raden: de gemeenteraden hadden vroeger iets te zeggen over de gemeentelijke milieudienst, nu is hun invloed op de RUD veel beperkter. Het bestuur van de RUD wordt gevormd door de wethouders van de deelnemende gemeenten. De besluitvorming gaat bij meerderheid, dus een wethouder kan overstemd worden. De gemeenteraad heeft dan gewoon pech, want deelname aan de RUD is bij wet verplicht.
Ooit was de deelname aan dit soort gemeenschappelijke regelingen vrijwillig en toen was er nog geen probleem: als een gemeente toen werd overstemd kon men uit de RUD stappen. Nu kan dat niet meer. Volgens Van Doorn is dat een reden dat er nu zoveel geklaagd wordt: soms krijgt de gemeente beleid waar de eigen gemeenteraad tegen is. Bij de Veiligheidsregio’s speelt een soortgelijk probleem.
Maar is het erg dat de gemeente Den Helder minder invloed heeft op het milieutoezicht dan voorheen? Voor het beleid lijkt het weinig uit te maken. Van Doorn benadrukt dat de wetgeving sowieso landelijk is en dat ook al was: bovendien werkten veel gemeenten al met de kaders van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Er waren dus ook in de tijd van afzonderlijke gemeentelijke milieudiensten weinig onderlinge verschillen tussen gemeenten. Wel wordt door de RUD het beleid eenduidiger, consistenter en op hoger niveau uitgevoerd, zo vinden de betrokken gemeenten en provincie.
Van Doorn vindt het ‘te kort door de bocht’ om te beweren dat het helemaal niet uitmaakt dat de gemeenteraad meer op afstand staat dan voorheen. Toch moet de gemeenteraad erkennen dat ze over heel veel zaken niet gaat. 75 tot 80% van de regels worden door de gemeente uitgevoerd maar de gemeente heeft er niks over te zeggen. De begroting ligt voor een groot deel gewoon vast. De vrijheid van handelen is sowieso beperkt. Dat is wel democratisch, want gekozen politici hebben dat in Den Haag bepaald.
Het belangrijkste probleem lijkt financieel en organisatorisch. De RUD wordt alleen door de eigenaren betaald. Bij de instelling van de RUD wilden de gemeenten dat de dienst ‘doelmatig en efficiënt’ georganiseerd zou worden. Er was geen geld om te investeren, vertelt Van Doorn. Nu zit de dienst met verouderde apparatuur en moet er geld bij om de ICT alsnog op peil te brengen.
Zo gaat dat dus met gemeenschappelijke regelingen: het is makkelijk om te zeggen dat de RUD niet mag investeren, want dan kost het niets extra’s en je merkt er als gemeente niet meteen iets van. De RUD zit immers ver weg in Hoorn. Volgens Van Doorn is de RUD wel eigendom van de gemeente, maar voelt men dat niet altijd zo: ‘Je kunt taken wel op afstand zetten, maar dan ben je er nog niet vanaf.’ De gemeenteraden kregen weliswaar minder te zeggen, maar tegelijk is het ook onzin te doen alsof de RUD zich bezighoudt met thema’s waar de burger ontevreden over is.
Kreeg de gemeenteraad op dit gebied minder te zeggen? Zeker, maar het zijn eerder de gemeenteraden dan de burgers die daar last van hebben.
Tot aan de gemeenteraadsverkiezingen in maart is er twee keer per week: Chris Aalberts in Den Helder. Een serie over de gemeentepolitiek van de marinestad en wat de rest van Nederland daarvan kan leren.