Amerika moet gebruikmaken van de Zuid-Koreaanse toenadering tot Noord-Korea

11-02-2018 15:34

Het was een historisch moment. Bij de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea waren de zus van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un, en het ceremonieel staatshoofd van Noord-Korea aanwezig. Onder hun toeziend oog kwamen de atleten van de Korea’s met de ‘herenigingsvlag’ het stadion binnen. Na een periode van flinke geopolitieke spanningen, was dit een uniek moment. Toch is er ook kritiek. Noord-Korea zou met deze ‘Olympische verzoening’ een wig willen drijven tussen de alliantie van de Verenigde Staten en Zuid-Korea.

Het waren echter de Verenigde Staten die zichzelf buitenspel zette. Zo zou Kim Yong-nam, Noord-Korea’s staatshoofd, tegenover de Amerikaanse vice-president Mike Pence zitten bij de Olympische receptie. Pence besloot daarom niet op te komen dagen, en kwam daardoor te laat voor de toespraak van de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in. Toen hij eindelijk arriveerde gaf hij iedereen behalve Kim een hand en ging toen snel weer weg. Als het al de bedoeling was van Noord-Korea om de relatie tussen Zuid-Korea en de Verenigde Staten te verstoren, wordt het ze op deze manier wel heel makkelijk gemaakt.

Onomkeerbare denuclearisatie

Het is tekenend voor het beleid van de Verenigde Staten jegens Noord-Korea. Sinds Noord-Korea heeft aangegeven nucleaire wapens te ontwikkelen, is het primaire doel van de Verenigde Staten geweest dit tegen te houden. De voorwaarden zijn duidelijk: Er zal een beleid van verstikkende economische sancties en politieke isolatie van kracht zijn zolang Noord-Korea niet overgaat op complete, verifieerbare en onomkeerbare denuclearisatie. Pas daarna willen de Verenigde Staten weer met Noord-Korea de dialoog aangaan. Er zijn dus nog nauwelijks diplomatieke contacten tussen de landen. Hierdoor is de ruimte om te onderhandelen klein, terwijl het wantrouwen steeds toeneemt. De kans op een militaire escalatie is alleen maar groter geworden.

Maneschijnbeleid

Dit realiseert President Moon Jae-in zich ook. Daarom heeft hij het vastgelopen toenaderingsbeleid van Zuid-Korea tot Noord-Korea, het zogeheten ‘zonneschijnbeleid’, uit het slop getrokken. Officieus omgedoopt tot ‘maneschijnbeleid’, is Moon groot voorstander van laagdrempelige inter-Koreaanse samenwerkingsprojecten. Hij beseft zich dat de Olympische Winterspelen hem een kans bieden om de politiek gespannen situatie op het Koreaanse schiereiland te normaliseren. Met het bezoek van de Noord-Koreaanse delegatie tijdens de Olympische Spelen, lijkt hem dat voorzichtig te lukken.

In plaats van dit tegen te werken, zouden de Amerikanen gebruik moeten maken van de toenaderingspolitiek van Moon. De randvoorwaarden van onmiddellijke denuclearisatie zouden zij dan ook moeten laten vallen. Net als Moon, zouden de Verenigde Staten open moeten staan voor dialoog met Noord-Korea. Dit hoeft niet gelijk over de nucleaire wapens te gaan, maar ook over kleinschalige projecten. Door bijvoorbeeld Amerikaanse hulporganisaties beter toegang tot Noord-Korea te verlenen, en bepaalde sancties te verlichten in ruil voor een stop op de rakettesten. Zogeheten confidence-building measures kunnen uiteindelijk bijdragen aan de normalisatie van de gespannen relaties.

De Olympische Winterspelen bieden hiervoor een geschikt platform. Echter liet Pence zien bij de Olympische receptie dat de Amerikanen hier geen oren naar hebben. Het is dan ook de vraag hoe snel de spanningen na de Olympische Winterspelen weer zullen oplopen.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens