Nog steeds zien we weinig verschuivingen in electorale voorkeur. Alleen zien we de twee partijen, die tot nu toe het meest gestegen waren na de vorige verkiezingen, wat terugzakken in relatie tot de onrust die er rond die partijen is. Forum voor Democratie daalt 1 en staat op 14 (per saldo 12 winst). PvdA daalt 1 en staat op 12 (per saldo 3 zetels winst). CDA en GroenLinks stijgen er 1, waardoor we nu 6 partijen hebben tussen 14 en 16 zetels. De VVD is bijna twee keer zo groot als deze 6 volgers.
Maar deze electorale stabiliteit houdt niet in dat een groot deel van de kiezers bij de Gemeenteraadsverkiezingen dezelfde partij gaat stemmen als bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Zelfs als die partij aan de Gemeenteraadsverkiezingen meedoet dan nog geeft maar 42 procent aan hetzelfde te zullen gaan stemmen als op 15 maart vorig jaar. Dit lijkt niet alleen te wijzen op een verdere fragmentatie bij de uitslag op 21 maart a.s., maar zou ook wel eens een uitslag kunnen laten zien waarbij de electorale patronen per gemeente sterker uit elkaar lopen dan in het verleden.
Ten slotte wordt vandaag dieper ingezoomd (pdf) op de electorale positie van de PvdA. 34 procent van de kiezers geeft aan wel eens PvdA gestemd te hebben en 16 procent geeft aan het in de toekomst wellicht (weer) te zullen doen. Met GroenLinks is de electorale concurrentie voor de PvdA het grootst. 46 procent van de GroenLinks kiezers kan zich voorstellen in de toekomst PvdA te stemmen. Bij de SP is dat slechts 17 procent. Bij D66 is dat hoger (26 procent).
Het is in dat kader interessant de ontwikkelingen in Duitsland van de SPD te volgen. De uitslag van de SPD was in 2017 gelijk aan die van de PvdA in 2010. Er is weinig verbeeldingskracht nodig om te kunnen inschatten dat de electorale positie van de SPD bij de volgende Duitse verkiezingen (als ze nu echt in de regering stappen) gaat lijken op die van de PvdA nadat die partij in 2012 met de VVD ging regeren.