Luisteren naar de burger, dat is een mantra waar geen politicus nog omheen kan. Waar dat toe leidt, zien we in Den Helder, waar bijna elke partij naar de burger luistert en daar zijn voornaamste programmapunt van heeft gemaakt. Ideologische uitgangspunten hebben de meeste partijen hier niet, maar luisteren doen ze wel. En dus zijn alle Helderse politici het grotendeels eens over de problemen in de stad en de zorgen van burgers, want burgers zeggen vrijwel altijd hetzelfde. Zeker als ze niks over het prijskaartje hoeven te zeggen. Met al dat luisteren blijk je maar weinig op te schieten.
Een voorbeeld is de afsplitsfractie Beter voor Den Helder die deze verkiezingen met een eigen lijst meedoet. Op Facebook vinden we een lange vragenlijst met thema’s waar de partij de mening van de burger over wil hebben. De partij wil weten of mensen gebruik maken van de bus, wat men vindt van de rijfrequentie en of men het dorp Huisduinen, de kern Julianadorp, het ziekenhuis, scholen, de Binnenstad, het station, het strand en bedrijventerreinen goed kan bereiken. Ook wil Beter voor Den Helder horen of de prijs-kwaliteitverhouding van de bus goed is.
Stel dat Beter voor Den Helder veel burgers zo ver krijgt deze vragenlijst in te vullen. Wat zou dan het resultaat zijn? De partij weet dan wat burgers in verschillende wijken van de bereikbaarheid van allerlei plekken vinden en of men dat qua prijs in orde vindt. In theorie kan Beter voor Den Helder dan een betere dienstregeling maken dan Connexxion. Alleen jammer dat een Facebook-vragenlijst nooit een representatieve steekproef oplevert, en erger: dat Connexxion niet op dit detailniveau wordt aangestuurd door de Helderse gemeenteraad.
Beter voor Den Helder wil héél véél van burgers weten. Of ze zich overdag en s’ avonds veilig voelen in hun eigen buurt en of ze zich veilig voelen in de Binnenstad. Waar willen Helderse burgers coffeeshops hebben, zijn er voldoende huurwoningen voor jongeren, zijn de voorzieningen in de buurt goed bereikbaar, kunnen mensen de formulieren van de gemeente wel goed invullen, wat vindt men van de vuilophaal, de kwaliteit van het onderwijs, de thuiszorg, wil men zelf de burgemeester kunnen kiezen en heeft men last van het autoverkeer naar de boot naar Texel?
Zo ontstaat zeker een gedetailleerd beeld van de burgervoorkeuren, maar de vraag blijft wederom wat je eraan hebt. Over de kwaliteit van het onderwijs gaat de gemeenteraad helemaal niet, de formulieren van de gemeente zullen voor sommigen altijd moeilijk in te vullen zijn, niemand wil coffeeshops of asielzoekers in de eigen woonwijk, de thuiszorg kan altijd meer budget gebruiken, meer goedkope huurwoningen voor jongeren zijn nooit weg en als de boot naar Texel niet zou bestaan zou het verkeer aan de Helderse Binnenhaven nooit in de file staan.
Toch maakt Beter voor Den Helder hier een vragenlijst over. Deels heeft de gemeenteraad niets over deze thema’s zeggen, deels gaat het om open deuren, deels over het werk van ambtenaren en dan wordt er ook nog gevraagd naar zaken die geld kosten en die dus nooit allemaal tegelijk gerealiseerd kunnen worden. Zo nuttig is dat luisteren naar de burger dus: je weet allerlei dingen waarvan de waarde niet duidelijk is – want je steekproef is niet representatief – en je kunt er vervolgens ook niks mee. Je kunt hooguit je al bestaande meningen onderbouwen met die van de burger.
Ook het CDA is in Den Helder in de luistermodus. De partij gaat actief in gesprek met bewoners over wat ze overal van vinden. In het verkiezingsprogramma verantwoordt het CDA uitgebreid haar werkwijze. Het CDA sprak met zorginstellingen, ouderenorganisaties, werknemers, bedrijfsleven, de haven, landbouw, verkeersbonden, culturele instellingen, scholen, sportinstellingen, ondernemers en jongerenorganisaties. Het levert volgens de partij ‘een uniek programma’ op.
Maar ook deze luisterexercitie is grotendeels onzinnig. Wat zijn volgens lijsttrekker Harmen Krul de drie belangrijkste thema’s die uit de gesprekken zijn gekomen? De eerste is het ziekenhuis: het leeft enorm onder de bevolking dat het ziekenhuis zou verdwijnen. Het probleem laat zich raden: deze angst is gebaseerd op desinformatie en de gemeente gaat er niet over. Zie hier de waarde van luisteren: als je aan burgers vraagt wat ze belangrijk vinden houden ze geen rekening met de formele bevoegdheden van de gemeente en soms zelfs niet met de feiten.
Het tweede thema heeft hetzelfde probleem: de bereikbaarheid van Den Helder moet beter. Ook dat is geen gemeentelijke taak, hooguit een gemeentelijke lobby. Vooralsnog ligt dit op het bordje van de Rijksoverheid en de provincie. Het derde thema is dat Heldenaren trots willen zijn op hun stad en dat de Binnenstad daarom verder moet worden opgeknapt. Een terechte wens, maar als je langs de immense – al twee jaar leegstaande – V&D loopt, begrijp je dat het CDA deze wens ook wel had kunnen invoelen zonder bij alle gevestigde belangen op de koffie te gaan.
In Den Helder doen vijftien politieke partijen mee aan de verkiezingen en ze hebben allemaal de intentie om naar de burger te luisteren. Het maskeert vooral dat ze vrijwel allemaal een visie ontberen en allemaal globaal hetzelfde willen. Het is altijd te duur. De onderlinge verschillen zitten in de toon, thema’s waar de gemeenteraad niet over gaat en details waarbij de gemeenteraad ambtenaren in de weg zit. Als er geen vijftien verschillende visies op Den Helder mogelijk zijn, waarom zijn er dan wel vijftien partijen? De smoes is dat de ene partij nóg beter naar de burger luistert dan de andere.
Dit wedstrijdje ver pissen zou – als iedereen zich echt inzet – vijftien identieke programma’s op moeten leveren. Dat dat het resultaat niet is, laat zien hoe onzinnig al dat luisteren is. Wat zou het goed zijn als Helderse politici eigen visies op de toekomst van de gemeente zouden hebben.
Tot aan de gemeenteraadsverkiezingen in maart is er twee keer per week: Chris Aalberts in Den Helder. Een serie over de gemeentepolitiek van de marinestad en wat de rest van Nederland daarvan kan leren.