Onbegrijpelijk dat een (hopelijk ex) pvv-er in de media de uitspraak doet: ‘in de gemeente Den Haag kunnen we niets met de islam; dat is een landelijk onderwerp, geen gemeentepolitiek.’ Afgelopen donderdagavond zagen we een mooi voorbeeld hoe de gemeente wel degelijk met islamkwesties wordt geconfronteerd. Er werd namelijk een motie ingediend om de naturalisatieceremonie op een ander tijdstip te houden omdat het gelijk viel met het islamitische vrijdagmiddaggebed. Eerder verliet een nieuwe Nederlander voortijdig de ceremonie omdat hij naar de moskee moest. Gelukkig verwees wethouder Baldewsingh van de PvdA deze motie naar de prullenmand.
Het is maar een simpel voorbeeld hoe de gemeenteraad moet stemmen over een islamkwestie. En hoewel de opstelling van deze vertrekkende PvdA-wethouder te prijzen is, zien we in Rotterdam een heel andere PvdA opstaan. In hun alliantie met NIDA, een op islam geïnspireerde partij, geven ze al aan met islamitische feestdagen rekening te zullen houden. El Ouali, lijsttrekker van NIDA, vindt zelfs dat hij zijn geweten boven de wet mag stellen om de wet te verbeteren. Het geweten van een islam-aanhanger boven de wet? Ik vind dat een gevaarlijke ontwikkeling.
Er zijn uiteraard meer voorbeelden die laten zien hoe een gemeente met de islam te maken krijgt. Zo worstelt Den Haag met het handhaven van de openingstijden van winkels en horeca tijdens de islamitische ramadan. Moet er extra toezicht komen tijdens het islamitische offerfeest op illegaal slachten. En heeft de Haagse politie jaarlijks te maken met meer dan 500 islamitisch gerelateerde eerwraak gevallen. Gemeentes in heel Nederland moeten steeds vaker controleren en ingrijpen bij haatimams, bij moskeeën die haatzaaien en bij islamitische internaten die kinderen indoctrineren. Gemeentes staan voortdurend onder druk om mee te buigen met islamitische eisen ten aanzien van de openbare ruimte, zoals het weren van aanstootgevende kunst, schuifdeuren om mannen en vrouwen te kunnen scheiden, extra wateraansluitingen voor rituele reinigingen, boerkini’s in openbare zwembaden en communicatie in het Arabisch. We hebben in gemeentes niet alleen te maken met een demografische, culturele en economische islamisering, maar ook met een vanuit de gemeente gefaciliteerde zelf-islamisering.
Deze gemeentelijke zelf-islamisering is de reden dat de PVV volop inzet op het de-islamiseren. In het verkiezingsprogramma van de PVV staat daarom bijvoorbeeld: Geen Nederlands spreken – geen uitkering. Dat is gewoon staand beleid. Landelijk is er een taaleis vastgelegd. Mensen in de bijstand moeten verplicht Nederlands leren want dit vergroot hun kans op werk. Het zijn de gemeentes die hierop moeten toezien. De staatssecretaris van Sociale Zaken, Tamara van Ark, stelt terecht dat er vanuit gemeentes een stok achter de deur moet komen. De PVV gaat zich hier hard voor maken. Met nog tal van andere de-islamiserende maatregelen zoals geen islamitische gebedsruimtes in openbare gebouwen, geen erkenning islamitische feestdagen, geen islamitisch halal-vlees op door de gemeente betaalde evenementen en onmiddellijk stoppen met de islamitische jihad-hulplijn. Wie nog steeds denkt dat gemeente en islam niks met elkaar te maken hebben moet zich nog maar eens achter de oren krabben.