Premier Mark Rutte doet zijn ”uiterste best” om te zorgen dat de Nederlandse afdracht aan de EU na 2020 niet stijgt. ”Daar mag ik later op worden afgerekend”, zei hij voor aanvang van een informele EU-top in Brussel. ”We geven een hoop uit aan de EU en onze inzet is dat dat niet nog meer wordt.”
Andere landen zijn wel bereid meer uit te geven, maar Rutte is niet bang voor een geïsoleerde positie. ”Ik heb de afgelopen zeven, acht jaar zoveel lastige conflicten proberen uit te vechten. En soms lukt het.”
Volgens de Oostenrijkse premier Sebastian Kurz zijn er vijf lidstaten die de hand op de knip willen houden. Dat zijn alle nettobetalers: ze betalen meer aan de EU dan dat ze aan subsidies terugkrijgen. ”Het is fout om steeds maar meer van de nettobetalers te verlangen”, aldus Kurz.
De 27 EU-leiders bespreken onder meer de financiële gevolgen van het Britse vertrek uit de EU in maart 2019 en voor welke nieuwe uitdagingen zij geld willen uitgeven. ”Het eerste doel is modernisering van het budget. We moeten praten over de prioriteiten”, aldus de premier.
Rutte wil dat er minder wordt besteed aan landbouwsubsidies en fondsen voor armere regio’s. ”We moeten binnen de bestaande budgetten geld vrijmaken voor zaken als buitengrensbewaking, innovatie en de aanpak van cybercrime. Dat kan binnen de begroting, ondanks het vertrek van de Britten.”
Rutte wil ook een jaarlijkse korting op de afdracht behouden. ”Dat is nodig om te voorkomen dat je te veel nettobetaler wordt.”
De Europese Commissie komt op 2 mei met voorstellen voor de meerjarenbegroting voor 2021-2027. Daarna gaan de onderhandelingen pas echt van start.
(ANP)