Ubbo Emmius werd in 1587 als rector van de Latijnse school in het Duitse Norden weggestuurd door het bestuur vanwege zijn calvinistische opvattingen. Hij werd weggestuurd vanwege het gebrek aan vrijheid en het uitdragen van zijn opinie in Norden. Hij vertrok naar Groningen waar hij in 1614 de Universiteit van Groningen stichtte. Net als vele andere universiteiten in de 16e en 17e eeuw werd zij gesticht om een gemeenschap te vormen voor onderwijzers en academici. Deze universiteiten hadden als doel het ontplooien van het individu, het aanwakkeren van intellectuele en politieke vooruitgang en het ontdekken van onderzoeksvelden die men nog nooit had durven betreden. Anno 2018 beginnen we helaas de eerste scheuren in de oorspronkelijke doelen van de universiteit van Groningen te zien.
Kajsa Ollongren, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, was op 19 februari te gast op het academiegebouw van de universiteit. Zij sprak over de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en hield consequent een betoog over waarom de WIV een uitstekende wet is. Na het betoog van de minister was er ruimte voor vragen. Als laatste stond achter in de zaal een studiegenoot van mij op. Zij vroeg wat de wet ging doen om het grootste gevaar voor onze samenleving weg te nemen, namelijk de conservatieve witte man. Tot mijn grote verbazing reageerde de zaal niet gechoqueerd, maar applaudisseerden deze voor de opmerking van mijn studiegenoot.
De week na dit voorval kwam de Brexit ter sprake in mijn werkgroep Europees Recht. Ik stelde dat er wel degelijk goede argumenten zijn voor de Brexit. Mijn docent reageerde dat wanneer ik ook maar één goed argument voor de Brexit kon noemen, hij mij gelijk zou geven. Ik stelde daarop dat democratie veel beter op lokaal en landelijk niveau functioneert dan op een Europees niveau. Hij wuifde mijn opmerking weg en stelde dat iemand met mijn ideeën niet thuishoorde op een universiteit.
Helaas zijn dit niet de enige voorbeelden. Ik krijg wekelijks van mijn rechtse medestudenten soortgelijke verhalen te horen. Grappen, smadelijke en lasterende opmerkingen over Donald J. Trump, Thierry Baudet, Geert Wilders, Boris Johnson, Nigel Farage en andere ‘rechtse figuren’ zijn dagelijkse kost en wie zich uitspreekt als voorstander van deze ‘onfrisse, racistische en gevaarlijke figuren’ wordt al snel op zijn plek gezet.
Daarnaast wordt ook in het curriculum een hele duidelijke boventoon gevoerd. Binnen vakken waar de Europese Unie besproken wordt is enkel en alleen plek voor de positieve effecten die de EU heeft gehad, voor hoe de organisatie het Europese conflict heeft opgelost en hoe zij heeft voorkomen dat oorlog terugkeerde op het Europese continent. Nooit wordt er gesproken over hoe andere politieke stromingen tegenover de EU staan. Ook is er geen plek voor kritiek op de organisatie en wordt alleen gesproken over hoe het “onze toekomstige taak is” om ervoor te zorgen dat de EU door kan denderen. Wanneer de Verenigde Staten worden behandeld wordt het vuur gelijk geopend op Trump en zijn beleid. Er worden stevige betogen gehouden over waarom Trump een idioot is, waarom zijn beleid ineffectief zou zijn en waarom hij een racist is. Enfin, u snapt mijn punt. Veel ruimte voor verschillende perspectieven is er niet meer. Het is prima dat docenten en studenten meningen hebben over allerlei politieke ontwikkelingen, maar houdt die buiten het curriculum en zorg voor objectieve educatie.
Ik besef mij nu dat de Rijksuniversiteit Groningen niet meer het open forum is zoals ze ooit is opgezet. Er is een hele duidelijke dominante linkse politieke voorkeur ontstaan binnen deze academische ‘gemeenschap’. Deze dominante stroming duldt niets dat te maken heeft conservatieve politiek, euroscepticisme, of het oorspronkelijke fundament van de universiteit; een gemeenschap vormen van onderwijzers en academici die de diversiteit van ideeën bevorderen en met elkaar in aanraking laten komen. Rechtse studenten en docenten worden hierdoor zwaar belemmerd in hun eigen ontwikkeling en krijgen geen ruimte om met elkaar over rechtse thema’s in gesprek te gaan.
We kunnen inmiddels vaststellen dat de Rijksuniversiteit de diversiteit van ideeën en meningen niet meer hoog in het vaandel heeft staan. Er vindt op de universiteit nauwelijks nog discussie plaats over grote en belangrijke politieke onderwerpen. Daarentegen wordt er een dominante mening opgelegd die exclusief wordt onderwezen aan haar jonge studenten. Daarom moet de Groningse universiteit haar definitie van diversiteit gaan verbreden. Diversiteit op de universiteit moet niet gaan over de Nederlands/internationaal-, man/vrouw- of blank/gekleurd verhouding, maar moet gaan over of er voldoende plek is voor alle academici om hun kennis en begrip voor alle ideeën en meningen die binnen de universiteit bestaan te vergroten.
Dit is waarom ik, als jonge student Internationale Relaties en Internationale Organisatie, de noodklok luid over deze verbijsterende ontwikkeling op onze universiteit. De diversiteit van ideeën wordt op de Rijksuniversiteit Groningen genadeloos de nek omgedraaid. De universiteit mag absoluut geen gesloten, exclusieve gemeenschap worden waar voor sommige academici en opvattingen geen plaats is. Dat is funest voor het vrije woord en desastreus voor de academische gemeenschap.