“Naar aanleiding van jouw betrokkenheid bij een ernstig incident in de nacht van maandag op dinsdag 19 december bericht ik je als volgt.
Dinsdagochtend 19 december heeft [de vrouw] , een van onze stagiaires, telefonisch contact opgenomen met een vertrouwenspersoon binnen de fractie, i.c. [B] . [de vrouw] had kort daarvoor contact gehad met haar stagebegeleider, [Y] , die naar aanleiding van dit telefoongesprek [de vrouw] heeft doorverwezen naar de vertrouwenspersoon. In het gesprek met de vertrouwenspersoon heeft [de vrouw] verteld dat zij de avond ervoor door jou was aangerand.
Na het fractie-kerstdiner op maandagavond 18 december is [de vrouw] met een aantal collega’s, waaronder jij, nog naar een café geweest. Op het moment dat [de vrouw] naar huis wilde gaan, kwam ze tot de ontdekking dat er geen treinen meer reden. Jij bood haar aan om bij jou te slapen. [de vrouw] is naar eigen zeggen in goed vertrouwen met jou meegegaan. Tijdens de wandeling naar jouw huis heb je haar meerdere keren proberen te zoenen en aan te raken, terwijl ze je vanaf de eerste poging van jouw kant duidelijk heeft gemaakt dat ze dat niet wilde. Aangezien jij bleef aandringen, raakte [de vrouw] in paniek en voelde zich angstig. Naar toen bleek was ze haar tas kwijtgeraakt.
Op een gegeven moment ben jij weggegaan en je hebt [de vrouw] middenin Den Haag, wetende dat zij niet meer naar huis kon komen, aan haar lot overgelaten. Ze had alleen beschikking over een telefoon, en omdat zij geen tas had, kon ze ook niet over geld beschikken om een taxi te kunnen nemen. Toen ze al weg was, heeft [de vrouw] je nog een app gestuurd met de vraag of ʼje echt van plan was haar in de steek te latenʼ. Waarop jij geantwoord hebt met teksten als ʼik wil alleen jou, ik wil je nuʼ.
[de vrouw] heeft een screenshot gemaakt van de betreffende appjes naar de vertrouwenspersoon gestuurd. Bij thuiskomst middenin de nacht heb jij jezelf met een app ziekgemeld bij [B] , zonder opgaaf van reden en je hebt niet meer gereageerd op de vraag van [de vrouw] die ze jou via de app had gestuurd.
[B] heeft na overleg met [de vrouw] toestemming gekregen om deze gebeurtenissen met mij, in mijn hoedanigheid van personeelsadviseur, te delen. [de vrouw] heeft mij ook persoonlijk op de hoogte gesteld van het incident. Vervolgens hebben we jou gesommeerd nog dezelfde dag op kantoor te verschijnen. Hieraan heb je gehoor gegeven en om 15.00 uur hebben [B] en ik een gesprek met jou gehad. In dit gesprek heb je toegegeven dat je grensoverschrijdend gedrag hebt vertoond.
Wij hebben je geconfronteerd met de gebeurtenissen en aangegeven dat hier sprake was van aanranding van een collega; een zeer ernstig incident dat niet zonder gevolgen kan blijven. De fractie van [verzoekster] wil en moet haar medewerkers een veilige werkomgeving bieden en door jouw gedrag heb je een collega vooralsnog die veiligheid ontnomen. Ook nemen wij het je bijzonder kwalijk dat je deze collega, nota bene een stagiaire, middenin de nacht alleen hebt gelaten.
Deze feiten aangaande grensoverschrijdend gedrag in combinatie met de verzwarende omstandigheden van het feit dat je daarna de collega aan haar lot hebt overgelaten met slechts een mobiele telefoon in haar bezit, zijn dermate ernstig verwijtbaar dat deze een grond voor ontslag (op staande voet) vormen. Gezien het feit dat je tijdens ons gesprek berouw hebt getoond, aangegeven hebt veel spijt te hebben en dit ook aan [de vrouw] kenbaar wilt maken, is besloten jou een tweede kans te geven en geven wij jou slechts een officiële waarschuwing.
Wat ons betreft is dit echter wel gelijk een laatste waarschuwing. Wij gaan ervan uit dat je binnen onze organisatie geldende regels nakomt en dat je dergelijk of aanverwant intimiderend gedrag niet meer vertoont. Mocht je wederom in strijd handelen met onze regels, dan heeft dit onmiddellijke consequenties voor de voortzetting van jouw dienstverband.”