Tariq Ramadans academische gesjoemel

12-03-2018 22:15

Vorige week berichtte ik over oude vriend Tariq Ramadan, die nogal gesjoemeld blijkt te hebben met zijn academische verleden en titels. Van Zwitserse universiteiten komt inmiddels steeds meer informatie, die wil ik u niet onthouden.

Spoiler alert: het wordt er niet vrolijker op.

Een proefschrift over zijn grootvader

Ramadan heeft altijd gezegd ‘professor in de Islamologie en Filosofie’ te zijn geweest aan de Universiteit van Fribourg. Die universiteit weet van niks, en hebben dat onlangs desgevraagd laten weten, schreef ik al. Dat hadden ze in het verleden eerder gedaan, maar die informatie is nooit bekend geraakt, want islamofoob natuurlijk. Het Franse opinieweekblad Le Point heeft inmiddels nog een artikel aan deze kwestie gewijd, dat een aardig inkijkje biedt in de handel en wandel van salafist Ramadan.

Om een doctoraat in de Arabische Islamologie te verkrijgen aan de Universiteit van Genève, kwam Ramadan destijds met een proefschrift over zijn grootvader, de oprichter van de Moslim Broederschap in Egypte, Hassan Al Banna.

Dit proefschrift bleek Al Banna enorm de lucht in te steken. Hij zou zeer menselijk zijn, en ‘spiritueel’. Over zijn grote bewondering voor Adolf Hitler en zijn virulente antisemitisme repte Ramadan met geen woord. Noch over het partijprogramma van de Broederschap, van de hand van zijn grootvader. Daarin staat dat homoseksualiteit strafbaar moet worden, dat de staat controle moet krijgen over ‘het gedrag in hun privéleven van ambtenaren’ (ik verzin het niet), en dat boeken verboden moeten worden die ‘opwindend’ zijn, of ‘twijfel zaaien over het geloof’. Dit zijn nog maar drie van de vijftig ‘geboden’ uit 1936, die de Moslim Broederschap per omgaande zou invoeren als ze ergens aan de macht kwam.

Bedreiging

Je zou het nog wel knap werk van Tariq Ramadan kunnen noemen, dat hij iedere verwijzing naar dit levenswerk van Al Banna heeft weten te vermijden in zijn zogenaamde proefschrift over Al Banna. Het is natuurlijk precies wat Ramadan zichzelf als taak heeft gesteld: het salonfähig maken van salafistische beginselen.

Dat is hem heel goed gelukt: linkse en andere anti-Israël partijen in alle West-Europese landen, samen met een keur aan linksdragende intellectuelen daar, zijn er met boter en suiker ingegaan, en dragen Ramadan op handen. Nietwaar Meulenbelt en Van Agt?

Het was de Universiteit van Genève te gortig, deze onvolledigheid, en ze vroegen Ramadan wijzigingen aan te brengen. Toen werd hij pas echt vervelend.

Volgens zijn toenmalige promotor begon hij leden van de ‘jury’ – zoals dat daar heet – lastig te vallen, om zo snel mogelijk die titel toch te krijgen. Eén van de leden, een zekere Ali Merad, hoogleraar aan de Sorbonne in Parijs, bedreigde hij zelfs rechtstreeks.

Als gevolg van dit boude optreden van de promovendus, traden drie leden van de ‘jury’ terug. Het zaakje werd afgeblazen en hij was verder dan ooit van zijn titel. Wat te doen?

Niet cum laude

Ramadan zocht de publiciteit en begon een rel. De universiteit zou hem zijn bul weigeren omdat hij Arabier was. Hij kreeg steun van een zekere socioloog Jean Ziegler, een Zwitserse politicus, internationaal bekend van het boekje ‘Zwitserland wast witter‘. Ziegler zat voor de socialisten in het parlement, en zijn vrouw zat voor de communisten in het Geneefse lokale parlement. Volgens Le Point hadden Ramadan en één van zijn broers zich uitgesloofd in de verkiezingscampagne van deze Ziegler. Die wist als tegenprestatie flink wat universitaire en politieke krachten ter linkerzijde te mobiliseren, om herrie te schoppen over het zogenaamde anti-Arabische optreden van de universiteit. Die kreeg het benauwd, ook al omdat Genève volzit met rijkaards uit Saoedie Arabië en de Golfstaten, die met geld strooien naar hun welgevallige instellingen.

Er werd een nieuwe ‘jury’ benoemd om het proefschrift van Ramadan er alsnog door te krijgen. Ze lieten niet ál hun principes varen: er werd nog jarenlang met Ramadan onderhandeld over een acceptabele versie van zijn dissertatie. Daar kwam niet het predikaat ‘cum laude’ op te staan, wat in de praktijk schijnt te betekenen dat je een baantje als professor aan een Zwitserse universiteit wel kunt vergeten.

Islamcursus

Ramadan kwam toch terecht op de Universiteit van Fribourg, waar hij geen professor werd, maar eens per week een islamcursus mocht geven, onbezoldigd. Dat weerhield hem er niet van om zich overal ‘professor in de islamologie en filosofie aan de Universiteit van Fribourg’ te noemen, zodra hij daar was vertrokken in 2004.

Nog even afgezien van de vijf vrouwelijke studenten die hem later van aanranding zouden beschuldigden, beging hij naar de Zwitsers wet een misdrijf door zich professor te noemen zonder het te zijn. Wie weet krijgt dat muisje ooit nog een staartje. Gezien de grote financiële belangen van Zwitserland om de betrekkingen met eerder genoemde landen in het Midden-Oosten in rustig vaarwater te houden, denk ik zomaar van niet.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens