Zineb El Rhazoui, Vernietig het islamitisch fascisme, Prometheus, Amsterdam, 2018 (2016) vertaald door Mario Molengraaf, 72 pagina’s.
”Waar de Islam de wetten stelt, laten democratie, gerechtigheid, mensenrechten, de gelijkheid van man en vrouw, en de vrijheden verstek gaan.” (El Rhazoui, p. 18)
Op 7 januari 2015 was Zineb El Rhazoui niet op kantoor. Het was die dag dat twee moslims het kantoor van Charlie Hebdo binnendrongen en er een bloedbad aanrichten. 11 van haar collega’s werden vermoord. Ik probeer me voor te stellen hoe dat voelt als jouw collega’s zijn doodgeschoten en dat jij ook een van de doelwitten was. De emoties lijken mij niet te bevatten. Verdriet, woede, angst.
Journalist El Rhazoui zit niet bij de pakken neer, ze gaat door met haar strijd tegen het onrecht en onderdrukking van de islam, ondanks dat zij daarvoor de prijs betaald van constante bewaking. Godsdienstsocioloog Zineb El Razhoui (1982) is van Frans-Marokkaanse komaf. Zij is uitgesproken atheïst, mensenrechtenactivist en feminist. Het is niet zo dat het probleem opgelost is omdat de aanslagplegers zijn gedood door de politie. Wat een ijzingwekkende gedachte is het dat er talloze mensen rondlopen die bereid zijn om haar te vermoorden. We kunnen specifieker zijn over die mensen: het zijn moslimmannen.
En niet alleen haar, Hirsi Ali, Westergaard, Rushdie, Tasleen, Wilders om er eens enkelen te noemen, lopen het gevaar door moslims te worden vermoord om hun kritiek op de islam – de zogenaamde religie van vrede en liefde. El Rhazoui waarschuwt dat de islam zich in het westen ontwikkelt tot een fascistische ideologie die een bedreiging vormt voor de open samenleving. Het is niet alleen het terrorisme maar ook de angst voor terrorisme die leidt tot zelfcensuur. Wat wonderlijk is in de westerse samenleving is de reactie van de intelligentsia, met name van links. Terwijl na WO2 links zich hard gemaakt heeft zich af te zetten tegen fascisme en fascistische ideologieën en in de samenleving een zero tolerance is tegenover fascisme, omhelst links thans het islamitisch fascisme, maar herkennen zij het niet als zodanig.
El Rhazoui legt uit hoe dat zo gekomen is. Haar boek is vooral een pamflet om hier verandering in te brengen.
”Het islamitisch fascisme lijkt in alle opzichten op het fascisme van traditioneel extreemrechts. Maar het islamitisch fascisme is geslaagd in wat alle andre vromen van fascisme niet lukte: respectabiliteit krijgen in de ogen van de eigen vijanden bij extemlinks, intellectuelen en zelfs feministen.” (p. 42)
El Rhazoui legt uit:
”Juist radicaal-links heeft zijn politieke jargon aan de islamisten geleend, waardoor de hoofddoek kon worden omgetoverd tot symbool van vrijheid, het illegale gebedshuis tot plaats van verzet tegen de onderdrukking, en het terrorisme tot wanhoopsdaad tegen de kapitalistische vergrijpen van het Westen.” (p. 44)
”Bij extreemlinks is men zo verblind in de ‘moslims’ een nieuw proletariaat te zien, maar ze zouden hun ogen eens moeten openen voor het Saudische economische stelsel om te onderkennen hoe weinig het islamisme zich gelegen laat liggen aan de belangen van de werkende klasse en dat sociale rechten zich in de islam beperken tot het idee van liefdadigheid.” (p. 46)
”De islam is absoluut géén religie van vrede en lefde, maar een ideologie die je haat jegens de ander bijbrengt, en de de minderwaardgheid ondersteept van vrouwen en van niet-moslims.” (p. 30)
Islamitisch feminisme is volgens El Rhazoui een contradictie:
”Islamitisch feminisme is bedrog, dat eruit bestaat vrouwen het echt op arbeid te verlenen maar dat te beperken tot banen die zich laten verenigen met ‘kuisheid’en vooral met de huishoudelijke taken die ze aan hun mannen verschuldigd blijven.”(p. 52)
Aan de zogenaamde gematigde islam heb je ook niets, in ieder geval niet de slachtoffers. El Rhazoui stelt scherp:
”[…] elke imam die het etiket ‘gematigd’ wil verdienen, haast zich de aanslagen te veroordelen, enorme misdaden die heel de planeet veroordeelt, terwijl het beter zou zijn de teksten te veroordelen die ze rechtvaardigen. Maar geen enkele imam, hoe gematigd ook, waagt zich ooit in het mijnenveld van de tekstkritiek.” (p. 53)
Toen er in Frankrijk debat was over de boerkini heeft geen enkele imam gezegd dat het prima is als moslima’s zich in badpak, bikini, topless of bloot op het strand vertonen. Door te zwijgen als de salafisten spreken en door niet op de komen voor de vrijheid zijn de gematigde imams een obstakel en geen middel tot vrijheid. El Rhazoui stelt scherp:
”De islam kan alleen overleven als geseculariseerd cultureel erfgoed, vatbaar voor kritiek, onerworpen aan wet en rede. De slam is alleen te aanvaarden wanneer die wordt gedesacraliseerd en wanneer de sharia definitief achterhaald wordt verklaard.” (p. 31)
Zij heeft haar boek dan ook opgedragen aan de atheïstische moslims.
El Rhazoui lardeert haar tekst met gruwelteksten uit de koran en de hadith. In de hadith staat bijvoorbeeld ”Wie van religie verandert, breng hem om!”. Het zou toch fijn zijn als gematigde moslims hier expliciet afstand zouden nemen en zouden zeggen dat het geen enkele probleem is als moslims het geloof vaarwel zeggen.
Als overlever slaakt El Rhazoui een noodkreet voor vrijheid, niet alleen die van haarzelf:
”Miljoenen anonieme mensen gaan gebukt onder het juk van het politieke of islamisme, en het Westen werkt mee aan hun onderdrukking door de ‘vrijheid’ te verdedigen van degenen die hen onderdrukken.” (p. 62).
Het is goed te beseffen dat de kritiek op links omtrent islam geen kritiek is op de linkse ideologie van sociale rechtvaardigheid. Integendeel, het betreft hier fundamentelere kritiek, namelijk dat links haar eigen ideologie om op te komen voor de zwakkeren in de samenleving verloochend! Om links te helpen haar eigen ideologie te herijken zet ik hierbij enkele concrete maatregelen op een rij. Het is een tragedie dat de linkse ideologie is gekaapt door het islamisme.
”El Rhazoui laat in haar boek zien hoe conservatieve islamisten goedwillende vooruitstrevende krachten in het Westen voor hun sinistere islamiseringsproject gebruiken.” (kaft)
Ten eerste: links doet er goed aan om zich te bezinnen op haar eigen grondprincipes waarbij de keuze gemaakt dient te worden of zij liberaal zijn en de vrijheid van het individu koesteren als fundament, of socialist waarbij gelijkheid in de zin van iedereen hetzelfde inkomen en middelen centraal staat. Als socialisme centraal staat waarbij het individu ondergeschikt is aan de groep is het hopeloos te beginnen, maar als links beseft dat liberalisme het fundament is en dat er gestreefd wordt naar vrijheid van het individu en dat de overheid vindt dat diegenen die hulpbehoevend zijn ondersteund moeten worden, dan is dat een links-liberale ideologie. Links liberalen moeten herijken aan de vrijheid van het individu, niet op de groep. Focus op de rechten van vrouwen, homoseksuelen, afvalligen.
Ten tweede: de overheid dient individuen te beschermen tegen de inperking van hun vrijheid door anderen, inclusief de eigen familie. Een belangrijk beginpunt is openbaar seculier onderwijs waarin er aandacht wordt besteed aan mensenrechten, kritisch denken, vrijheid van expressie, seksuele voorlichting, acceptatie van homoseksualiteit en seksuele diversiteit, eerlijke voorlichting over religie en waar er geen sprake is van segregatie (zoals gescheiden schoolzwemmen). Om dit probleem structureel aan te pakken dient artikel 23 uit de grondwet – dat onderwijs op religieuze grondslag niet alleen goedkeurt maar ook subsidieert – afgeschaft te worden.
Ten derde: verbod op jongensbesnijdenis en rituele slacht en alle andere religieuze privileges.
Ten vierde: stoppen met het bekritiseren van islamcritici. Stop met de focus op Wilders. Stel er je eigen verhaal tegenover. Het verhaal van emancipatie, het verhaal van ontplooien en sociale rechtvaardigheid. Je hoeft niet over islam te praten, spreek je uit over de vrijheid van expressie – dat alles mag behalve oproepen tot en toepassen van geweld. Als iemand gelijk heeft op basis van goede argumenten, durf dat gelijk te erkennen. Het instemmen met een uitspraak van een persoon betekent niet dat je het met diens andere opvattingen eens bent.
Ten vijfde: bevrijd je van het postmoderne discours over identiteitspolitiek, islamofobie en racisme.
Ten zesde: vaar een seculiere koers. Omhels geen moslims als moslims of moslimpartijen. Als er kandidaten zijn die de uitgangspunten van de vrijheid van het individu omarmen en ook moslim zijn, is dat prima. Maar doe geen water bij de wijn als het om de vrijheid van het individu gaat.
Ten zevende: heb het lef om in te zien dat er een probleem is met de islam. Dat de islam een bedreiging vormt voor open samenlevingen. Graaf je niet verder in in je eigen ongelijk. Links en rechts zullen van mening blijven verschillen over distributieve rechtvaardigheid maar wie even afstand neemt van de verhitte discussies zal hopelijk toch inzien dat de vrijheid van het individu een fundament is voor zowel linkse als rechtse partijen. Islamisme is niet alleen een gevaar voor rechts, ook voor links. Als de islam ooit politieke macht krijgt, zullen de linkse verdedigers van de islam nog zuur opkijken. Dan is het gedaan met de vrijheid van het individu.
De morele essentie van de open samenleving is de vrijheid van het individu. De islam vormt daar een gewelddadige bedreiging voor. Er zijn tal van mensen die dat in alle toonaarden proberen duidelijk te maken. Zineb El Rhazoui doet dat luid en duidelijk. Laat je niet ringeloren door onderdrukkers, kom op voor de slachtoffers, kom op voor de vrijheid!